Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, ontvangen op 23 januari 2015;
- het verweerschrift, met bijlagen.
2.De feiten
Zoals met jou besproken op 24 december jongstleden zouden wij beiden de uitgewisselde informatie mbt het ‘incident’ van de kerstborrel laten bezinken.
In ons gesprek heb ik uitgelegd dat de term klap/tik wat mij betreft niet van toepassing is en het nooit mijn bedoeling is geweest dat het zo over zou komen. Hetgeen gebeurd is was bedoeld als vorm van “kom op” effect op basis van het feit dat de bar leeg zou zijn en ik aangaf dat we met “gezellige mensen” altijd door konden gaan. Ik heb je willen spiegelen, om de onschuld te laten (in)zien van het feit dat jij bekend staat om jouw “aanrakerigheid’ bij vrouwelijke collega’s en dat ik daarbij in ieder geval niet vermoed dat jij hier kwade bedoelingen bij hebt. Echter is begrijp dat mijn manier van acteren verkeerd overgekomen is bij jou. Hier zal ik rekening mee houden en het is goed dat je het gezegd hebt. De door jou benoemde 2e of 3e keer waren vragend aan jou. “Bedoel je dit serieus vroeg ik je nog?” hiermee de actie vragen herhalend. Temeer omdat ik zo verbaasd was.