ECLI:NL:RBROT:2015:4092

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juni 2015
Publicatiedatum
11 juni 2015
Zaaknummer
10/750141-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel in vereniging met een ander, gepleegd door de verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 juni 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel in vereniging. De verdachte, geboren in 1990, werd ervan beschuldigd tussen 1 juni 2013 en 31 augustus 2013 in Nederland, met anderen, een kwetsbare vrouw te hebben geworven, vervoerd en uitgebuit voor seksuele diensten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte de vrouw onder druk hebben gezet en haar hebben gedwongen tot prostitutie, waarbij zij haar verdiensten afnamen en haar in een kwetsbare positie hielden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vijftien maanden geëist, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft besloten tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte schuldig is aan mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen, en heeft hem veroordeeld tot de opgelegde straffen, met als doel de verdachte te weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam PROMIS
Team straf 3
Parketnummer: 10/750141-14
Datum uitspraak: 12 juni 2015
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres en woonplaats],
raadsman mr. A. Jhingoer, advocaat te Rotterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 29 mei 2015.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. C.J.A. van der Maas heeft gevorderd:
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden met aftrek van voorarrest, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

BEWEZENVERKLARING

Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Hij,
in
of omstreeksde periode van 1
juniaugustus2013 tot en met 31 augustus 2013 te
Arnhem, Den Haag en
/ofRotterdam
althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
meermalen
althans éénmaal (telkens),
een ander, te weten [slachtoffer], door dwang
en/of gewelden
/of één of meer
anderefeitelijkhe
(i)d
(en
) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van
uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwichten
/ofdoor misbruik van
een kwetsbare positie, heeft geworven en
/ofvervoerd en
/ofovergebracht en
/of
gehuisvest en
/ofopgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer]
,
en
/ofertoe heeft
gedwongen ofbewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van
arbeid ofdiensten (van seksuele aard)
dan wel enige handeling
heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of
redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer], zich daardoor
beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van
seksuele aard)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader
(s)meermalen,
althans éénmaal (telkens)enige handeling(en) ondernomen, welke handelingen
bestonden uit het
:
-
hetbrengen van die [slachtoffer] van Arnhem naar Rotterdam teneinde haar prostitutiewerkzaamheden te laten verrichten en
/of
-het dwingen van die [slachtoffer], althans bewegen tegen haar wil seksuele
handelingen met hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of acht althans één
of meer andere perso(o)n(en) te verrichten en/of te ondergaan en/of
-schreeuwen althans zeggen tegen die [slachtoffer] dat zij geen keus heeft en
/of
-verstrekken van alcohol en verdovende middelen aan die [slachtoffer] (zodat zij haar
prostitutiewerkzaamheden gemakkelijker zou kunnen verrichten) en/of
-benaderen van
(een)(seks)club
(s
)en vragen of daar werk was (voor die [slachtoffer])
en
/of
-onderbrengen van die [slachtoffer] in
(een)(seks)club
(s
)en/of plaats
(en
)voor het
verrichten van
(een)seksuele handeling
(en
)en
/of
-(laten) brengen en/of begeleiden van die [slachtoffer]
naaren
/ofvanéén (of meer)
plaats
(en
)voor het verrichten
en/of ondergaanvan seksuele handeling
(en
)en
/of
-in ontvangst nemen van betalingen voor de seksuele handelingen die voornoemde
[slachtoffer] verrichtte
/ moest verrichtenen
/ofdie [slachtoffer] een
(zeer groot)deel van
de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afnemen en/of laten afstaan
en
/ofdie [slachtoffer] niets, althans weinig, van haar verdiensten laten houden
en
-zeggen tegen die [slachtoffer] dat zij te weinig verdiende en
/ofgeld uit haar tas
en/of portemonnee halen
en/of
-die [slachtoffer] midden in de nacht zonder telefoon en/of geld op een voor haar
onbekende plek uit de auto zetten;
en
/of
Hij, in
of omstreeksde periode van 1
juniaugustus2013 tot en met 31 augustus 2013 te
Arnhem,Den Haag en
/ofRotterdam
althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, meermalen,
althans
éénmaal, (telkens
)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit
één of meerseksuele handeling
(en
)
van [slachtoffer], met
of vooreen derde tegen betaling, immers heeft hij,
verdachte en of
(één van)zijn mededader
(s)(telkens) (een deel van) de
verdiensten van die [slachtoffer] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen en/of
zich toegeëigend.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

BEWIJSMOTIVERING

De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen en de voor de bewezenverklaring redengevende inhoud daarvan zijn weergegeven in de aan dit vonnis gehechte bijlage II. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
De raadsman heeft betoogd dat de telecomgegevens in het dossier onrechtmatig zijn verkregen en moeten worden uitgesloten van het bewijs, nu de vereiste machtiging ontbreekt. Bovendien hadden de gegevens niet bewaard mogen blijven, omdat de Wet bewaarplicht telecomgegevens in strijd is met Europese regelgeving.
De rechtbank laat de bespreking van dit betoog achterwege, omdat de telecomgegevens niet gebruikt worden voor het bewijs.

STRAFBAARHEID FEITEN

De bewezen feiten leveren op:
MENSENHANDEL, GEPLEEGD DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, MEERMALEN GEPLEEGD.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

STRAFBAARHEID VERDACHTE

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

STRAFMOTIVERING

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich binnen een periode van een maand schuldig gemaakt aan mensenhandel in vereniging. De verdachte en zijn medeverdachte hebben misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin het slachtoffer door persoonlijke omstandigheden verkeerde. Zij was een jonge vrouw van destijds 22 jaar en recent de zeggenschap over haar kind kwijtgeraakt, ze beschikte niet over een verblijfplaats, ze had geen inkomen, ze had geen mensen waar zij op terug kon vallen en ze dronk kennelijk behoorlijk veel alcoholische drank. Onder die – voor de verdachte bekende – omstandigheden heeft de verdachte het slachtoffer van Arnhem naar Rotterdam gebracht en haar onderdak verschaft met het doel haar in de prostitutie te laten werken. De verdachte en zijn medeverdachte hebben het slachtoffer op dwingende wijze aangespoord zich te prostitueren, haar onder druk gezet en haar op intimiderende wijze bejegend teneinde geld te verdienen. Dat het slachtoffer onder voornoemde omstandigheden – waarin van een werkelijke keuzevrijheid geen sprake was – instemde met de prostitutiewerkzaamheden maakt het handelen van de verdachte en de medeverdachte niet minder strafwaardig. In die zin was er sprake van gedwongen prostitutie en van uitbuiting, nu het slachtoffer haar verdiensten moest afstaan of deze haar werden afgenomen. De verdachte heeft bij dit alles kennelijk persoonlijk winstbejag voor ogen gehad zonder zich te bekommeren om de belangen van het slachtoffer.
Dit zijn zeer ernstige feiten en mede door het handelen van de verdachte is op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. Een forse bestraffing is dan ook passend en geboden.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf heeft de rechtbank tevens gekeken naar het strafrechtelijk verleden van de verdachte. Uit het op zijn naam gestelde uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 29 april 2015 blijkt dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Verdachte is weliswaar eerder met justitie in aanraking gekomen voor andersoortige feiten, maar die bestraffingen dateren van langere tijd geleden. De inhoud van het strafblad van de verdachte zal daarom niet in strafverzwarende zin worden meegewogen bij het bepalen van de strafmaat.
Gelet op de beperkte duur dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel zal de rechtbank fors afwijken van de door de officier van justitie geëiste straf. De rechtbank zal een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, met een proeftijd van twee jaren, met de bedoeling de verdachte ervan te doordringen zich in de toekomst te onthouden van het plegen van strafbare feiten.
Om de ernst van de door de verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking te brengen zal de verdachte tevens worden veroordeeld tot een taakstraf voor de maximale duur.
Alles afwegend worden na te noemen straffen passend en geboden geacht.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 273f van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaren, na te melden voorwaarde overtreedt;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
224 (tweehonderdvierentwintig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
112 (honderdtwaalf dagen).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. G.M. Munnichs, voorzitter,
en mrs. P. Joele en K. Helmich, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 juni 2015.
Bijlage I bij vonnis van M. de Brito van 12 juni 2015:

TEKST TENLASTELEGGING.

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Hij,
in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 31 augustus 2013 te
Arnhem, Den Haag en/of Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen althans éénmaal (telkens),
een ander, te weten [slachtoffer], door dwang en/of geweld en/of één of meer
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door misleiding dan wel door misbruik van
uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van
een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of
gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer]
,
en/of ertoe heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling
heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of
redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer], zich daardoor
beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van
seksuele aard)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) meermalen,
althans éénmaal (telkens) enige handeling(en) ondernomen, welke handelingen
bestonden uit het;
-het brengen van die [slachtoffer] van Arnhem naar Rotterdam teneinde haar prostitutie
werkzaamheden te laten verrichten en/of
-het dwingen van die [slachtoffer], althans bewegen tegen haar wil seksuele
handelingen met hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of acht althans één
of meer andere perso(o)n(en) te verrichten en/of te ondergaan en/of
-schreeuwen althans zeggen tegen die [slachtoffer] dat zij geen keus heeft en/of
-verstrekken van alcohol en verdovende middelen aan die [slachtoffer] (zodat zij haar
prostitutiewerkzaamheden gemakkelijker zou kunnen verrichten) en/of
-benaderen van (een) (seks)club(s) en vragen of daar werk was (voor die [slachtoffer])
en/of
-onderbrengen van die [slachtoffer] in (een) (seks)club(s) en/of plaats(en) voor het
verrichten van (een) seksuele handeling(en) en/of
-(laten) brengen en/of begeleiden van die [slachtoffer] van en/of naar één (of meer)
plaats(en) voor het verrichten en/of ondergaan van seksuele handeling(en) en/of
-in ontvangst nemen van betalingen voor de seksuele handelingen die voornoemde
[slachtoffer] verrichtte / moest verrichten en/of die [slachtoffer] een (zeer groot) deel van
de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afnemen en/of laten afstaan
en/of die [slachtoffer] niets, althans weinig, van haar verdiensten laten houden
-zeggen tegen die [slachtoffer] dat zij te weinig verdiende en/of geld uit haar tas
en/of portemonnee halen en/of
-die [slachtoffer] midden in de nacht zonder telefoon en/of geld op een voor haar
onbekende plek uit de auto zetten;
en/of
Hij, in of omstreeks de periode van 1 juni 2013 tot en met 31 augustus 2013 te
Arnhem, Den Haag en/of Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans
éénmaal, (telkens)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en)
van [slachtoffer], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft hij,
verdachte en of (één van) zijn mededader(s) (telkens) (een deel van) de
verdiensten van die [slachtoffer] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen en/of
zich toegeëigend;