Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, met producties
- het verweerschrift, met producties
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 januari 2015 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tegen Volkswagen Bank GmbH, ZWEIGNIEDERLASSUNG NIEDERLANDE. [verzoekster] verzocht om de verwijdering van codes A en H uit het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op 22 juni 2010 een huurkoopovereenkomst hebben gesloten voor een Volkswagen Polo, waarbij [verzoekster] zich verplichtte tot betaling van de koopsom in termijnen. Vanaf de eerste maand van de overeenkomst heeft [verzoekster] echter een betalingsachterstand laten ontstaan. Volkswagen Bank heeft [verzoekster] op 5 december 2013 negatief geregistreerd bij het CKI, wat aanleiding gaf tot het verzoek om verwijdering van de registratie.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de Wbp en het algemeen reglement van het BKR. [verzoekster] stelde dat zij nooit een vooraankondiging van de registratie heeft ontvangen, terwijl Volkswagen Bank betoogde dat zij wel degelijk een vooraankondiging had verzonden. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van [verzoekster] niet kon worden toegewezen, omdat niet was gebleken van feiten die de handelswijze van Volkswagen Bank onrechtmatig maakten. De rechtbank concludeerde dat de registratie van de betalingsachterstand gerechtvaardigd was en dat de belangen van Volkswagen Bank zwaarder wogen dan die van [verzoekster].
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van [verzoekster] afgewezen, met de overweging dat de registratie van de betalingsachterstand niet in strijd was met de Wbp en dat Volkswagen Bank op juiste wijze had gehandeld. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.