Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 maart 2015 waarbij een comparitie is gelast, en de daarin genoemde processtukken;
- de bij B8-formulier d.d. 10 april 2015 toegezonden producties van [eiser];
- de bij brief van 22 april 2015 toegezonden productie van [gedaagde];
- de bij B8-formulier d.d. 6 mei 2015 toegezonden productie van [eiser];
- de bij brief van 6 mei 2015 toegezonden productie van [gedaagde];
- het proces-verbaal van comparitie van 7 mei 2015, de brief van [gedaagde] d.d. 20 mei 2015 en de brief van [eiser] d.d. 21 mei 2015 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
Welke overeenkomst is tot stand gekomen onder de navolgende voorwaarden:
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)