In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 19 juni 2015, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Centaur Cleaning B.V. en FPBC Rotterdam B.V. h.o.d.n. Pro-Ondernemer. Centaur heeft Pro-Ondernemer ingeschakeld voor de bemiddeling bij de verkoop van een schoonmaakbedrijf, maar stelt dat Pro-Ondernemer niet heeft voldaan aan de mededelingsplicht. Centaur vordert terugbetaling van een betaalde courtage van € 18.150,-, omdat Pro-Ondernemer ook voor de verkoper heeft gewerkt zonder dit te melden. De rechtbank oordeelt dat Pro-Ondernemer haar recht op courtage heeft verloren door het niet nakomen van de mededelingsplicht, zoals vastgelegd in de artikelen 7:425 e.v. BW. De rechtbank wijst de vordering van Centaur toe en veroordeelt Pro-Ondernemer tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De rechtbank benadrukt dat de mededelingsplicht geldt ongeacht of er daadwerkelijk een belangenconflict is.