ECLI:NL:RBROT:2015:5419
Rechtbank Rotterdam
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake de oplegging van het alcoholslotprogramma en ongeldigverklaring van het rijbewijs na foutieve hertests
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 27 juli 2015, wordt het besluit van de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) tot oplegging van het alcoholslotprogramma (asp) aan eiseres, en de ongeldigverklaring van haar rijbewijs, beoordeeld. Eiseres had eerder een alcoholgehalte van 570 µg/l en is sindsdien verplicht om een alcoholslot in haar voertuig te hebben. Het CBR heeft haar rijbewijs ongeldig verklaard na vier foutieve hertests, waarvan de laatste op 10 maart 2014. Eiseres betwist de ongeldigverklaring en stelt dat de foutieve hertest niet aan haar te wijten is. De rechtbank oordeelt dat het CBR niet voldoende heeft afgewogen of de gevolgen van het besluit voor eiseres onevenredig zijn, vooral gezien de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 maart 2015, waarin werd gesteld dat uniforme toepassing van het asp kan leiden tot ongelijkheid. De rechtbank geeft het CBR de gelegenheid om het gebrek in de motivering van het besluit te herstellen binnen zes weken, en houdt verdere beslissingen aan. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging door het CBR, waarbij ook de omstandigheden van eiseres in acht moeten worden genomen.