ECLI:NL:RBROT:2015:5621
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van schone lei in schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in informatieplicht en ontstaan nieuwe schulden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 juli 2015 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenares toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De schuldenares had de bewindvoerder onvoldoende geïnformeerd over nieuwe schulden die tijdens de regeling zijn ontstaan. De rechtbank constateerde dat er nieuwe schulden zijn ontstaan aan verschillende schuldeisers, waaronder GGN, NUON en KPN, en dat de schuldenares niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze nieuwe schulden haar niet kunnen worden toegerekend.
De procedure begon met een verslag van de bewindvoerder over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling, dat op 2 december 2014 werd ingediend. Tijdens de zitting op 24 juni 2015 werd de situatie besproken, waarbij de waarnemend bewindvoerder en de advocaat van de schuldenares aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de schuldenares niet tijdig had geïnformeerd over de nieuwe schulden en dat zij niet had aangetoond hoe deze schulden waren ontstaan. De rechtbank benadrukte dat de schuldsaneringsregeling de schuldenaar de mogelijkheid biedt om na drie jaar een schone lei te verkrijgen, maar dat hieraan strikte verplichtingen zijn verbonden.
De rechtbank concludeerde dat de schuldenares niet aan haar informatieplicht had voldaan en dat de nieuwe schulden niet voldoende waren verklaard. Hierdoor werd de aanvraag voor een schone lei afgewezen. De rechtbank heeft ook het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en de kosten die niet uit de boedel kunnen worden voldaan, ten laste van de schuldenares gebracht. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. A. Lablans, rechter, en griffier mr. M.H. Vossenaar.