Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 april 2015, waarin een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 22 mei 2015;
- het schrijven van mr. Bouwmeester van 8 juni 2015 waaraan een reactie van [eiser] op het proces-verbaal is gehecht;
- het schrijven van mr. Ruysch van 9 juni 2015 waarin is vermeld dat er geen behoefte is aan een inhoudelijke reactie.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Hij die uit hoofde van zijn ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht is, is niet gehouden aan deze vordering te voldoen, indien de bescheiden uitsluitend uit dien hoofde ter zijner beschikking staan of onder zijn berusting zijn.’
het doen vanbovenmatige giften. De (ex-)echtgenote van [eiser] deed echter geen schenking, doch heeft – volgens [eiser] – een bovenmatige gift ontvangen. Hierop is artikel 1:88 lid b BW niet van toepassing: de (ex-)echtgenote is immers niet de schenker, doch de begiftigde. De stelling van [eiser] dat op grond van het bepaalde in artikel 1:88 BW ook aan de echtgenoot van een begiftigde toestemming zou moeten worden gevraagd, zou ook geenszins stroken met de hiervoor uiteengezette ratio van de bepaling.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)