In deze zaak heeft Brink's Nederland B.V. een verzoek ingediend om handhaving van de Mededingingswet tegen Geldservice Nederland B.V. (GSN), een gezamenlijke onderneming van ABN AMRO, ING en Rabobank. De rechtbank Rotterdam heeft op 13 augustus 2015 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het verzoek van Brink's werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een schending van het kartelverbod of misbruik van een economische machtspositie door GSN of de betrokken banken. De rechtbank concludeerde dat de samenwerking tussen de banken in GSN niet leidt tot een beperking van de mededinging op de relevante markten voor geldverwerking en geldtransport. De rechtbank stelde vast dat de GSN-banken gezamenlijk geen economische machtspositie bezitten en dat de inkoop van geldtransportdiensten door GSN niet in strijd is met de Mededingingswet of het Europees recht. De rechtbank wees erop dat de samenwerking was gericht op kostenbesparing en efficiëntie, en dat er geen aanwijzingen waren voor mededingingsbeperkende afspraken tussen de banken. De rechtbank verklaarde het beroep van Brink's ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op.