Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 maart 2015, waarbij de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring is afgewezen en waarin een aantal ter comparitie te bespreken vragen is gesteld, en de aan dit tussenvonnis ten grondslag liggende processtukken;
- het B8 formulier van mr. Van Huizen van 22 mei 2015 met de producties 8a en 8b;
- de brief van mr. Donners van 22 mei 2015 met productie 4;
- het proces-verbaal van comparitie van 8 juni 2015;
- de brief van mr. Van Huizen van 23 juni 2015 met een opmerking over het proces-verbaal;
- de brief van mr. Donners van 30 juni 2015 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Litispendentie?
vaststaanden
opeisbaarzijn.
- griffierecht € 1.892
- salaris advocaat € 1.788 (2 punten x tarief IV € 894)