Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 15 oktober 2014 in het bevoegdheidsincident alsmede de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de conclusie van antwoord, met 23 producties;
- het tussenvonnis van 10 december 2014 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de op 12 januari 2015 ingekomen producties 27-35 van [eiser]
- de op 8 april 2015 ingekomen producties 36-38 van [eiser]
- het proces-verbaal van comparitie van 21 april 2015.
2.De vaststaande feiten
Voorafgaande aan de opening van deze rekeningen bij [betrokkene4] worden door [eiser] en [echtgenote] op 14 september 2007 formulieren ingevuld en ondertekend waarin de aanvraag wordt gedaan tot het openen van deze rekeningen (‘Antrag zur Eröffnung eines Kontos und Depots für natürliche Personen (externer Vermögensverwalter’). Productie 14 van [gedaagden] betreft (in ieder geval) het ingevuld aanvraagformulier voor het openen van rekening [rekeningnummer2] .
Bij de opening van deze rekeningen bij [betrokkene4] op 14 september 2007 wordt door [eiser] en [echtgenote] tevens een formulier ingevuld en ondertekend inzake het cliëntenprofiel (‘Kundenprofil: Natürliche Personen (Kunde Externer Vermögensverwalter)’) (prod. 13 van [gedaagden] ).
Door [eiser] en [echtgenote] wordt op 14 september 2007 tevens een formulier ingevuld en ondertekend, dat is getiteld ‘Bedingungen für derivative Finanzinstrumenten’ en betrekking heeft op rekening [rekeningnummer2] (prod. 15). In dit formulier wordt toestemming gegeven aan [betrokkene4] om‘derivatieve instrumenten’ te kopen voor [eiser] en [eiser] te laten deelnemen in ‘alternatieve beleggingen’.
(hierna te noemen de “Cliënt”) verlenen hierbij aan
[gedaagde1] B.V.,
3.rue Ami-Lultin, Cll-1207 Genève(hiernatenoemende“Beheerder”)
1. Het vermogen van de Cliënt zal beheerd worden door de Beheerder op volledig discretionaire basis naar beste eer en geweten voor de duur van deze Overeenkomst. Gedurende de looptijd van deze Overeenkomst, geeft de Cliënt het recht uit handen om zelf het vermogen te beheren.
2. Het vermogen zal bewaard worden bij een of meerdere bewaarbanken. De rekening(en) aangehouden bij bank [betrokkene4] in Zurich onder nummer(s) [
volgt vermelding van rekeningnummer [rekeningnummer1] in geval van de Beheerovereenkomst [eiser] privé en vermelding van rekeningnummer[rekeningnummer2]
in geval van de Beheerovereenkomst met [eiser] Beheer; Rechtbank] worden daartoe aangewezen.
het euroteken is met de hand ingevuld; Rechtbank]. Enige verandering naar een andere referentiemunt zal bevestigd worden door een addendum, bij deze Overeenkomst, getekend door de Cliënt.
De beleggingsfondsen, genoteerd of ongenoteerd, kunnen belegd zijn in alle vormen van effecten, basisproducten, financiële termijncontracten, vreemde valuta contracten, onroerend goed en, in het algemeen, alle vormen van beleggingen als geselecteerd door de Beheerder.
[…]
9 Waar de context van deze Overeenkomst dit vereist of verondersteld, zal de term “Cliënt” ook inhouden Cliënt’s persoonlijk vertegenwoordiger(s) opvolgers in titel, aangestelden en de term
“Beheerder” zal omvatten de Beheerder’s aangestelden.
€ 80000
€ Mio.Total amount of assets under management at inception:
€ 1.4 Mio
preservationwith
lowincome & risk =
Defensive2) To seek capital
appreciationwith
moderateincome & risk =
Balanced3) To seek capital
growthwith
highincome & risk =
Growth
2.2. My investment horizon is: 1-3 years (1 point) 42-5 years (3 points) 3More than 5 years (5 points)
I am prepared to accept slight reductions in liquidity in order to get access to first class products.
3
I have sufficient other liquid assets and am not counting on cash income from this portfolio to meet my day-to-day needs
4
The use of leverage in order to enhance returns is acceptable even though
1the investment risk increases as a result.
Total Score: _________
15I understand that the liquidity of hedge funds is monthly.
Foreign Currency:My reference currency is
€I prefer/do not prefer investments in other currencies.
Liquidity:I accept that my assets will be invested in assets that are not liquid and that liquidation of all or a portion of such assets may take up to 120 days to materialize.
Future cash needs:I anticipate that I shall need .. % of these funds in cash quarterly, annually, in 5 years time, in 10 years time. (circle one)
dit Romeinse II-cijfer is omcirkeld, de andere twee niet; Rechtbank] III (circle one)
preservationwith
lowincome & risk ____
[
X] 2) To seek capital
appreciationwith
moderateincome & risk ____
[ ] 3) To seek capital
growthwith
highincome & risk _____
1.My investment horizon is: 1-2 years(1 point)3-5 years (3 points)More than 5 years (4 or 5 points) 4points2. I am willing to accept decline in NAV in the short term in order to achieve higher returns in medium term. 4points3. I accept that a portion of my assets will be invested in funds of hedge funds that are not liquid and that redemption of all or a portion of such assets may take from 60 to 180 days to materialize 4points4. I am not counting on cash income from this portfolio to meet my daytoday financial needs 4points5. The use of leverage in order to enhance returns (inherent to investing in funds of hedge funds) is acceptable even though the investment risk increases as a result. 1points.
€; $ ; £ ; CHF
Future cash needs: I anticipate that I shall need a portion of these funds in cash
(tick one) [ ] quarterly [ ] annually [ ] in 3 years time [ ] in 5 to 10 years time
Amount then needed __________
______________________________________________
hedge funds:
- The Magma Fund Limited;
- The Keystone Private Equity Investment Limited;
- Brownstone Real Estate Investment Limited;
- Lodestone Alternative Investments Ltd.;
- Bluestone Alternative Investments Ltd.;
- Yellowstone Natural Resources Fund Ltd;
- Polystone SICAV plc;
- The Bluebay Macro Fund Ltd.
W.R.S.F.M. [eiser] namens familie [eiser] ”.
Uw beheerder bij ons was [accountmanager] , die niet meer bij ons werkt sinds 01.09.2012.
Het is niet mijn beslissing dat hij een aantal fondsen heeft gekocht, ik neem aan dat hij dit met U overlegd heeft voor dat te doen.
Ik kan u meedelen, dat er geen conflict of interest bestaat en dat wij van de door U genoemde fondsen geen commissie ontvangen.
U zult gezien hebben, dat wij eveneens geen aan- en verkoop provisie hebben berekend, hoewel het inschrijvingsdocument ons tot 3% toe staat.
2. Wij beleggen in fondsen sinds 1995, u bent de eerste die daar een tegenstrijdigheid in ziet.
3. Geen van deze fondsen heeft de 120 dagen regel niet gerespecteerd, zolang verkoop en liquiditeit mogelijk waren.
4. Het is rijkelijk laat om zes jaar later op uw risicoprofiel terug te komen.
5. ISIN codes zijn ISIN codes.
6. Alle fondsen geven per maand of per kwartaal rapporten uit, die U op onze website kunt volgen. Alle cijfers zijn geauditeerd door accountants.
7. Ik heb moeite met Uw definitie van High Risk. De functie van een fonds is het spreiden van beleggingen. Keystone heeft 27 beleggingen, Bluestone 30, en om mij van broekzak-vestzak te beschuldigen is onjuist, mijn zoon is de beheerder van 2 fondsen, maar die werkt al ruim 5 jaar niet bij mijn en ik heb hem al vijf jaar niet meer gezien of gesproken. U kunt Uw eigen conclusies hieraan verbinden.
Bleubay Macro kunt U iedere maand verkopen. Lodestone is een obligatie replicatie fonds dat is terugbetaald.
Offering cliënt focussed advice, obtaining services at lowest cost en no inherent
per directdoor u worden teruggenomen. Ik stel u aansprakelijk ‘oor de geleden verliezen van deze fondsen. Bovendien stel ik u aansprakelijk voor alle juridische en bijkomende kosten die ik moet maken.
W.R.S.F.M. [eiser] ”.
Ik kan pas over een week antwoorden
aangezien deze week een schoolvacantie week is,
en velen niet op kantoor zijn.
Op het door [eiser] op 25 oktober 2013 verstuurde e-mailbericht aan [betrokkene1] (prod. 18 van [eiser] ) reageert [betrokkene1] bij e-mailbericht van 5 november 2013 (prod. 19 van [eiser] ) vervolgens als volgt:
In de portefeuille valt niet veel meer te investeren. Ieder jaar komt er een miljoen aan distributies in Keystone, en ieder jaar zijn er kapitaalsbijdragen (calls) van ongeveer 300.000 Dus er blijft over aan de aandeelhouders uit te delen een bedrag van 700.000. Maar zolang het fund in deze struktuur blijft bestaan, zolang zal de beheerder zijn 2.5% per jaar ontvangen, de [a]dministrator zijn inkomen, de accountant zijn inkomen en de advocaten hun inkomen. Wanneer wij nu het fund waar wij het voor 90% te zeggen hebben, officieel in liquidatie doen, sparen wij ieder jaar kosten uit. Er ver[an]dert aan de gang van zaken niets, maar het kost niet meer. Het is onze verwachting, dat de portefeuille even snel geliquideerd kan worden, als door de beheerder, maar dat onder zijn bewind in nog vier jaar 10-15% betaald gaat worden. Daartegenover moeten wij een liquidator betalen. Dat is KPMG en die vragen een uurtarief. Aangezien wij het meeste werk zullen doen, hoeft dat niet duur te worden.
[betrokkene1] ”.
3.Het geschil
primair:voor recht verklaart dat [gedaagde1] zich schuldig heeft gemaakt aan een oneerlijke handelspraktijk en [gedaagde1] veroordeelt tot betaling van i) schadevergoeding ten bedrage van € 532.841,60 en USD 462.224,44, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf 30 september 2007, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van de algehele voldoening;
4.De beoordeling
- zowel [eiser] als andere leden van zijn familie zijn ‘consumenten’ in de zin van Richtlijn EG 2005/29 (Richtlijn oneerlijke handelspraktijken), Richtlijn EG 2011/83 (Richtlijn consumentenrechten) en artikel 6:193a BW (Wet oneerlijke handelspraktijken);
- [gedaagde1] opereert (mede) vanuit Zwitserland en heeft vestigingen in Genève en Zürich; daarom valt [gedaagde1] in beginsel buiten het toezicht van de Nederlandse Autoriteit Financiële Markten (AFM); dit beginsel gaat evenwel in het onderhavige geval niet op, omdat [gedaagde1] in Nederland beleggingsdiensten verleent; gelet op de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving is BV derhalve vergunningplichtig in de zin van artikel 2:96 Wft (Wet financieel toezicht);
- [eiser] is overgehaald door [gedaagde1] om te beleggen in bepaalde fondsen, de ‘Stone’-fondsen en het fonds ‘Magma’; deze beleggingen bleken later veel risicovoller te zijn dan voorgespiegeld was door [gedaagde1] ; deze fondsen zijn alleen geschikt voor professionele beleggers, zo blijkt duidelijk uit de prospectussen, niet dus voor beleggers als [eiser] ;
- [eiser] en [eiser] Beheer zijn dus misleid door [gedaagde1] ; door [gedaagde1] is namelijk informatie verstrekt die feitelijk onjuist is voor wat betreft de aard van de dienstverlening en de voornaamste kenmerken van deze dienstverlening; dit levert een oneerlijke handelspraktijk op; voor de schade die [eiser] als gevolg van deze oneerlijke handelspraktijk heeft geleden is [gedaagde1] jegens [eiser] aansprakelijk;
- [gedaagde1] heeft niet belegd volgens de invullingen op de hierboven onder 2.9genoemde ‘questionnaire’ van 24 januari 2008; er is namelijk voor 35% in zeer risicovolle fondsen belegd en in totaal ook voor meer dan 50% in aandelen, wat niet in overeenstemming is met het beleggingsdoel van [eiser] , dat inhield behoud van het vermogen en een redelijk rendement; uit deze ingevulde ‘questionnaire’ blijkt ook dat [eiser] het risico van ‘leverage’ niet wilde nemen, waaraan [gedaagde1] [eiser] niettemin heeft blootgesteld; [eiser] mocht erop vertrouwen dat [gedaagde1] bij het vermogensbeheer binnen haar mandaat zou blijven; bovendien was het niet mogelijk ‘risico-informatie’ uit de prospectussen te halen, die [gedaagde1] aan [eiser] heeft doen toekomen na lang aandringen;
- het is in strijd met de door [gedaagde1] in acht te nemen zorgvuldigheid jegens [eiser] dat zij vorenbedoelde risico’s van haar beleggingen niet tevoren overleg heeft besproken met [eiser] ;
- voor zover ook deze grond geen basis vormt voor de vorderingen van [eiser] , is in ieder geval sprake van onrechtmatig gedrag van [gedaagde1] jegens [eiser] ;
- [eiser] en [eiser] Beheer lijden als gevolg van deze beleggingen aanzienlijke verliezen, in de orde van grootte van € 532.841,60 en USD 462.224,44; voor deze schade, die het gevolg is van bovengenoemd onrechtmatig gedrag van [gedaagde1] , is [gedaagde1] jegens [eiser] aansprakelijk;
- niet alleen [gedaagde1] maar ook [gedaagde2] is aansprakelijk jegens [eiser] voor deze schade; [gedaagde2] is als bestuurder van [gedaagde1] aansprakelijk jegens [eiser] omdat hem een persoonlijk ernstig verwijt treft en hij is jegens [eiser] bovendien persoonlijk aansprakelijk wegens onrechtmatig handelen door schending van de op hem rustende zorgvuldigheidsverplichting.
Aan [gedaagde2] worden door [eiser] verwijten gemaakt in het kader van bestuurdersaansprakelijkheid in zijn hoedanigheid van statutair bestuurder van [gedaagde1] .
De EU-verordening nr. 864/2007, oftewel de “Rome II-Verordening” (hierna ook: Rome II-Vo), is weliswaar materieel en formeel van toepassing op de vordering van [eiser] tegen [gedaagde2] maar niet temporeel, aangezien het hier niet gaat om schadeveroorzakende gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de inwerkingsdatum 11 januari 2009 van deze verordening (art. 31 Rome II-Vo). Wél van toepassing is de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad (Stb. 2001, 190) (hierna: WCOD). Zie artikel 10:159 BW.
kan[curs.; Rechtbank] in afwijking van het bepaalde in artikel 3 WCOD - overigens ook in afwijking van het bepaalde in artikel 4 WCOD - op de verbintenis uit onrechtmatige daad het recht worden toegepast dat die andere rechtsverhouding beheerst.
Dat zowel (niet alleen de woonplaats maar ook) de gewone verblijfplaats van [eiser] als die van [gedaagde2] zich in Nederland bevindt, is niet in geschil. Op grond van artikel 3 lid 3 WCOD is Nederlands recht derhalve van toepassing op de vordering van [eiser] tegen [gedaagde2] .
4.5. Over de betrokkenheid van [gedaagde2] - anders dan over de betrokkenheid van [betrokkene1] , lees: [betrokkene1] - is door [eiser] niet meer gesteld dan dat hij van 2012 tot begin 2015 bestuurder van [gedaagde1] is geweest. Dat is onvoldoende voor eventuele (bestuurders)aansprakelijkheid van [gedaagde2] (uit hoofde van onrechtmatige daad). Over concrete feiten of omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat [gedaagde2] persoonlijk een verwijt kan worden gemaakt is namelijk niets gesteld door [eiser] ; de wél gestelde feiten over concrete gedragingen van [gedaagde2] , die in de dagvaarding aangeduid wordt als “ [gedaagde2] ”, betreffen niet hemzelf maar zijn broer, [betrokkene1] , zo is de rechtbank namelijk gebleken.
Ten aanzien van het op deze vordering toepasselijke recht overweegt de rechtbank als volgt.
Artikel 5 EVO luidt als volgt - aangehaald voor zover relevant:
- de sluiting van de overeenkomst in dat land is voorafgegaan door een bijzonder voorstel of publiciteit en indien de consument in dat land de voor de sluiting van die overeenkomst noodzakelijke handelingen heeft verricht,
- de wederpartij van de consument of zijn vertegenwoordiger de bestelling van de consument in dat land heeft ontvangen, of
- het een koopovereenkomst betreft en de consument vanuit dat land naar een ander land is gereisd en daar de bestelling heeft gedaan, mits de reis door de verkoper is georganiseerd met het doel de consument tot koop te bewegen.
In dit geval heeft de consument, [eiser] , zijn gewone verblijfplaats in Nederland. De vraag rijst vervolgens of de door [gedaagde1] op grond van de Beheerovereenkomst te verstrekken diensten uitsluitend in een ander land dan Nederland moeten worden verstrekt. Is dat het geval, dan missen de verwijzingsregels van artikel 5 EVO namelijk toepassing. Zie onder b) van het vierde lid van dit artikel.
Bij dagvaarding onder 2.17 stelt [eiser] dat [gedaagde1] zich duidelijk richt op “(onder meer) Nederlandse particulieren (getuige onder meer het feit dat de documentatie in het Nederlands beschikbaar is)”. De rechtbank leidt hieruit af dat [eiser] van mening is dat de diensten van [gedaagde1] ook in Nederland moeten worden verstrekt. Volgens [gedaagden] is geen enkele dienst in Nederland verricht (onder 7 van de conclusie van antwoord). Dit standpunt van [gedaagden] wordt door de rechtbank in dit verband aldus uitgelegd dat volgens [gedaagden] de diensten van [gedaagde1] niet in Nederland moeten worden verstrekt. Vraag is dus nu of [gedaagde1] op grond van de Beheerovereenkomst diensten moest verstrekken in Nederland. De door [gedaagde1] op grond van de Beheerovereenkomst te verrichten diensten hebben betrekking op het beheer van het vermogen van [eiser] . Dit vermogen bevindt zich op rekeningen van een Zwitserse bank, [betrokkene4] . Temeer omdat [gedaagde1] op grond van de Beheerovereenkomst volledig de vrije hand is gelaten om dit vermogen naar eigen inzicht te beheren, is de rechtbank van oordeel dat hier sprake is van diensten die volledig buiten Nederland moeten worden verstrekt. Op grond van het bepaalde onder b) van het vierde lid van artikel 5 EVO mist [eiser] dan ook de bescherming van dit artikel. Vanwege de rechtskeuze voor Zwitsers recht in de Beheerovereenkomst (“Alle wettelijke relaties tussen de Cliënt en de Beheerder vallen onder Zwitsers recht”), is derhalve op grond van artikel 3 EVO in beginsel Zwitsers recht van toepassing op de Beheerovereenkomst. Dit toepasselijke Zwitserse recht omvat mede Zwitsers dwingend recht, omdat hier zich niet de situatie voordoet waarin alle overige elementen van het geval op het tijdstip van deze rechtskeuze alleen met Nederland zijn verbonden als bedoeld in artikel 3 lid 3 EVO.
De stelling van [eiser] dat [gedaagde1] vergunningplichtig is in de zin van artikel 2:96 Wft doet voor de rechtbank in de beginsel de vraag rijzen of hier sprake is van een ‘voorrangsregel’ in de zin van artikel 7 EVO en, zo ja, of deze voorrangsregel volgens dit artikel in het onderhavige geval van toepassing is.
Artikel 7 EVO luidt als volgt:
2. Dit Verdrag laat de toepassing onverlet van de bepalingen van het recht van het land van de rechter die ongeacht het op de overeenkomst toepasselijke recht, het geval dwingend beheersen.
4.10. De kern van de stellingen die [eiser] aan zijn vordering tegen [gedaagde1] ten grondslag legt, is dat een redelijk bekwaam en redelijk handelende vermogensbeheerder het aan haar toevertrouwde vermogen van haar cliënt, [eiser] , niet had mogen beleggen in de onderhavige, hierboven onder 2.12 genoemde, fondsen Magma, Keystone, Brownstone, Lodestone, Bluestone, Yellowstone, Polystone en Bluebay.
2.9 en 2.10.Dat het hier om twee verschillende en bovendien niet op identieke wijze ingevulde formulieren gaat, is echter niet iets waar partijen in hun debat in wezenlijke mate aandacht aan hebben besteed. Daarom zal de rechtbank zo min mogelijk aandacht besteden aan die vragen die [eiser] op elk van deze formulieren op een verschillende wijze heeft beantwoord.
De belangrijkste conclusies die de rechtbank uit deze beide ingevulde formulieren trekt, zijn dan ook de volgende:
(i) de ‘core investment objective’ waarnaar de voorkeur van [eiser] uitgaat, is ‘balanced’, welk criterium inhoudt ‘to seek capital appreciation with moderate income and risk’;
Dat [eiser] heeft ingestemd met deze investeringsbeslissing van [accountmanager] ( [gedaagde1] ), althans dat [accountmanager] ( [gedaagde1] ) er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [eiser] hiermee instemde, is door [eiser] betwist.
Waarom [accountmanager] ( [gedaagde1] ) de instemming van [eiser] nodig zou hebben gehad voor investeringsbeslissingen die, zoals [gedaagden] stellen en [eiser] betwisten, voldeden aan het risicoprofiel van [eiser] , begrijpt de rechtbank niet. Dit geldt temeer, nu [gedaagde1] vrijwel volledig de vrije hand was gelaten bij het beheer van het vermogen van [eiser] . Zie het bepaalde in de Beheerovereenkomst. De rechtbank gaat dan ook verder voorbij aan de vraag of [eiser] ingestemd heeft met voornoemde investeringsbeslissing van [accountmanager] ( [gedaagde1] ).
Deze vraag is mede van specialistische financieel-economische aard. Om die reden wenst de rechtbank zich te laten voorlichten door een deskundige op dat terrein. De rechtbank stelt voor aan deze deskundige in ieder geval de volgende vragen voor te leggen:
19 augustus 2015) en uw antwoorden op vraagpunt 1 een redelijk handelend en redelijk bekwaam vermogensbeheerder de onderhavige fondsen in de portefeuille van [eiser] hebben opgenomen?
5.De beslissing
16 september 2015voor het nemen van een akte door [eiser] , waarna [gedaagden] op hun beurt binnen vier weken een akte ter rolle kunnen nemen, beide akten als hierboven vermeld in r.o. 4.15;