In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 8 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Zarges Tubesca Holding B.V. [eiser] was sinds 1 mei 2011 in dienst als monteur/steigerbouwer en heeft schade geleden door twee arbeidsongevallen die zich hebben voorgedaan op respectievelijk 17 augustus en 10 oktober 2012. Bij het eerste ongeval viel een contragewicht op zijn linkervoet, en bij het tweede ongeval viel een steiger om, eveneens op zijn linkervoet. [eiser] heeft Zarges aansprakelijk gesteld voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van deze ongevallen, en vorderde schadevergoeding, inclusief wettelijke rente.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zarges op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek (BW) als werkgever aansprakelijk is voor de schade die [eiser] heeft geleden, tenzij Zarges kan aantonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De rechter heeft geoordeeld dat Zarges niet voldoende heeft aangetoond dat zij de nodige veiligheidsmaatregelen had getroffen en dat zij niet had voldaan aan haar zorgplicht. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat Zarges aansprakelijk is voor de schade van [eiser] veroorzaakt door de arbeidsongevallen, en heeft de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure voor verdere behandeling van de schadevergoeding.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers om een veilige werkomgeving te waarborgen en de zorgplicht die zij hebben ten opzichte van hun werknemers. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de werkgever niet kan ontsnappen aan aansprakelijkheid door te stellen dat de werknemer zelf verantwoordelijk was voor de ongevallen, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de werknemer. De zaak zal verder worden behandeld in een schadestaatprocedure, waarbij [eiser] de gelegenheid krijgt om zijn schade te specificeren.