Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het vonnis van 11 maart 2015 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van de op 1 juni 2015 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
Uiteindelijk hebben de onderhandelingen op dit vlak geleid tot een keuze voor DAS Incasso Rotterdam B.V. als beoogde behandelaar van de -eventueel- voort te zetten dossiers.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Nu voor het overige niet is onderbouwd dat sprake is van bijkomende omstandigheden dan wel van onredelijk nadeel aan de zijde van [gedaagde] in de zin als hiervoor bedoeld, treft het beroep op rechtsverwerking geen doel.
Tijdens de surseance van betaling heeft [eiser] een bod gedaan op de inventaris en goodwill van SIO. Bij dat per brief van 22 augustus 2011 gedane bod is een lijst met klanten van SIO gevoegd. Kort daarna is SIO in staat van faillissement verklaard. Op 25 augustus 2011 heeft mr. [betrokkene] namens de curator aan [bestuurder] meegedeeld dat zich een partij had gemeld met mogelijke interesse in het actief van SIO, met het oog waarop de curator - zo geeft [betrokkene] aan - de beschikking diende te krijgen over de noodzakelijke gegevens terzake van onder meer het klantenbestand van SIO. Aan het in dat mailbericht vervatte verzoek om de inlogcode voor het systeem te verstrekken, heeft [bestuurder] voldaan. Daarbij heeft [bestuurder] niet gemeld aan de curator dat het systeem waartoe de code toegang gaf, tevens werd gebruikt door Invoicetracker B.V.B.A. Integendeel, [bestuurder] geeft in dat bericht aan dat de curator “zelf een overzicht van opdrachtgevers [kan] uitdraaien.”
Ook in de eerdere mailwisseling waarbij [eiser] het bod uitbracht op de activa van SIO is niet gemeld aan de curator dat SIO en Invoicetracker B.V.B.A. gebruik maakten van een gedeeld klantensysteem. Uit hetgeen [eiser] heeft aangevoerd kan dan ook niet worden afgeleid dat de curator op dat moment wist of had moeten weten dat het Skillsource-systeem behalve door SIO ook door Invoicetracker B.V.B.A. werd gebruikt.
€ 904,- aan salaris van de advocaat van [gedaagde] , gebaseerd op twee punten van liquidatietarief II, in totaal derhalve € 1.281,77. De vordering tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten en nakosten zal worden toegewezen op de wijze als in het dictum vermeld.
5.De beslissing
€ 68,00 ingeval van betekening, waarbij die verhoging slechts verschuldigd is indien [eiser] 14 dagen na aanschrijving de tijd heeft gehad om in der minne aan dit vonnis te voldoen;