ECLI:NL:RBROT:2015:6803
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering op basis van kennelijk onredelijk ontslag en verjaringstermijn
In deze zaak vordert eiser, [eiser], een verklaring voor recht dat zijn ontslag door Mas Architectuur B.V. kennelijk onredelijk is en verzoekt hij om schadevergoeding. Eiser was sinds 1 januari 2000 in dienst bij Mas en zijn arbeidsovereenkomst werd opgezegd per 1 november 2012, na toestemming van het UWV. Eiser stelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is en dat hij recht heeft op een ontslagvergoeding. Hij heeft zijn vordering tijdig willen stuiten door brieven te sturen naar Mas, maar Mas betwist dat deze brieven zijn ontvangen. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd en op 25 september 2015 uitspraak gedaan. De rechter oordeelt dat de vordering van eiser is verjaard, omdat hij niet tijdig heeft aangetoond dat de verjaring is gestuit. De brieven van eiser zijn niet aangetekend verstuurd en de rechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat Mas deze brieven heeft ontvangen. Hierdoor komt de rechter niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.