In deze zaak verzoekt de vrouw om vervangende toestemming voor de inschrijving van haar dochter op een andere basisschool. De vrouw stelt dat deze school beter aansluit bij de behoeften van haar dochter, die gevoelig is voor externe prikkels en baat heeft bij structuur en rust. De man verzet zich tegen deze inschrijving en stelt dat de huidige school een vertrouwde omgeving is voor hun dochter, die ook al een Sovatraining volgt om haar zelfvertrouwen te vergroten. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 28 augustus 2015, waarbij beide partijen aanwezig waren, evenals de raad voor de kinderbescherming. De rechtbank oordeelt dat de vrouw haar verzoek onvoldoende heeft onderbouwd. Hoewel de vrouw valide argumenten kan hebben voor de schoolwisseling, is het aan beide ouders om hierover samen in gesprek te gaan. De rechtbank adviseert partijen om dit onderwerp te bespreken in het kader van hun mediationtraject. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw af en houdt de beslissing over de zorgregeling aan tot een later moment, waarbij partijen worden verzocht de rechtbank te informeren over de resultaten van de mediation.