Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiseres],
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
gedaagde,
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 5 februari 2015, met producties;
- de aantekeningen van 4 maart 2015 van de mondelinge genomen conclusie van [gedaagde] ;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het proces-verbaal van de rolzitting van 7 april 2015;
- de conclusie van repliek van [eiseres] ;
- de aantekeningen van 2 juni 2015 van het mondelinge antwoord van [gedaagde] ;
- de conclusie van dupliek van [gedaagde] , met producties.
2.Het geschil2.1 [eiseres] heeft gevorderd [gedaagde] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van € 1.949,77, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 3 februari 2015 over een bedrag van € 1.651,65 tot de dag van de algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, waaronder de nakosten.
€ 1.365,-- exclusief BTW (€ 1.651,65 inclusief BTW) verschuldigd aan extra liggeld (21 uren x € 65,-- exclusief BTW (€ 78,65 inclusief BTW)); [eiseres] heeft [gedaagde] hiervan per e-mailbericht van woensdag 20 augustus 2014 (prod. 4 van [eiseres] ) op de hoogte gebracht;
- [gedaagde] heeft op 12 augustus 2014 een opdracht van Ultra Bag AG te Basel, Zwitserland (hierna: Ultra Bag) aanvaard voor het vervoer van een kolli (een generator) van Vlissingen naar Keulen, Duitsland, met als aankomsttijd 6:00 uur op donderdag 21 augustus 2014;
3.3. De beoordeling
nietde gewichtsklasse van de onderhavige generator als bedoeld in artikel 6 van het Besluit: 0-400 kg.
Artikel 1
[..]
gewicht in 1.000 kg laadtijd in uren lostijd in uren laadtijd in uren lostijd in urenwerktijd werktijd werktijd werktijdten kleiner kort langminste dan0 400 27 36 39 48
a.voor motorschepen: € 6,25 vermeerderd met € 0,019 per m3 van de verplaatsing;
[.]
Daargelaten deze in artikel 6 van het Besluit bepaalde lange laadtijd van 39 uur en korte laadtijd van 27 uur, meent [eiseres] dat in deze beide gevallen het voor het schip absoluut onmogelijk was om op donderdag 21 augustus 2014 om 7:00 uur in Keulen te arriveren, ook indien er geen storing in de kraan van [bedrijf] was opgetreden. De ‘zuivere vaartijd voor een binnenvaartschip’ van Vlissingen naar Keulen bedraagt volgens [eiseres] ‘bij gangbare kruissnelheid’ namelijk 40 tot 42 uur. Wanneer zou worden uitgegaan van de minimale vaartijd van 40 uur, zou dat betekenen, aldus [eiseres] , dat er slechts een laadtijd van 7 uur kon worden gehanteerd (van 7:00 tot 14:00 uur op dinsdag 19 augustus 2014), gegeven het overeengekomen tijdstip van losgereedheid om 6.00 uur te Keulen op donderdag 21 augustus 2014. Om [gedaagde] nog enigszins tegemoet te komen is [eiseres] bij de berekening van het overliggeld evenwel uitgegaan van een vrije laadtijd van 12 in plaats van 7 uur; 12 uur is volgens haar namelijk een gebruikelijk aantal uren in de projectladingsfeer.
€ 390,-- exclusief BTW (€ 471,90 inclusief BTW) verschuldigd aan extra liggeld (6 uren x
€ 65,-- exclusief BTW (€ 78,65 inclusief BTW)).