Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de brief namens Glencore van 28 juli 2015 met productie 17;
- het B8 formulier namens Millet van 27 augustus 2015 met productie 5;
- de brief namens Glencore van 28 augustus 2015 waarin zij bezwaar maakt tegen het overleggen van niet in het Nederlands vertaalde stukken, alsmede tegen de late indiening;
- de brief namens Millet van 1 september 2015 met als bijlagen een vrije vertaling van het arrest van het Franse Hof van Cassatie van 25 maart 2015;
- het proces-verbaal van het op 9 september 2015 gehouden pleidooi.
2.De vordering in de hoofdzaak en de vordering en het verweer in het incident
- in 2012 is tussen Glencore en Millet een overeenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de huur van honderd nieuwe wagons van het type 90 ton en 101 m3. De ‘AFWP nr 14873’ voorwaarden (hierna: de algemene voorwaarden) maken onderdeel uit van deze overeenkomst;
- door partijen is uitvoering gegeven aan deze overeenkomst;
- de Frans-Belgische grens is “de door de verhuurder aangewezen plaats” conform artikel 5.2 van de algemene voorwaarden;
- in de raamovereenkomst (“contrat general”) van 20 mei 2013 (inwerkingtredingsdatum 21 januari 2013) is in artikel 6, indachtig de ‘terugleveringsafspraak’ tussen partijen, opgenomen dat:
- in 2013 moesten de van Millet gehuurde wagons vanwege een technisch defect terug naar de fabrikant;
- de kosten voor het retourtransport naar Rotterdam ad € 48.050 heeft Glencore betaald, maar deze dienen uiteindelijk door de verhuurder van het ondeugdelijk materieel, Millet, te worden gedragen;
- Glencore heeft per mail van 10 januari 2014 aangegeven de huurovereenkomsten met Millet te ontbinden;
- de reparaties vanwege het technisch defect zijn een gevolg van een gebrek van het materieel zelf. Glencore is op grond van de algemene voorwaarden bij de overeenkomst geen huur verschuldigd voor de periode waarin zij geen gebruik heeft kunnen maken van de wagons. De door Glencore te veel betaalde huur bedraagt in totaal € 271.469,25;
- Glencore is er ondanks de overeengekomen teruggave van de wagons aan de Frans-Belgische grens, maar onder voorbehoud van al haar rechten, mee akkoord gegaan om de wagons terug te leveren naar de door Millet opgegeven plaatsen. De hiermee verband houdende kosten van € 95.645 dienen evenwel voor rekening van Millet te komen;
- Op de overeenkomst tussen Glencore en Millet is, op grond van artikel 16 van de algemene voorwaarden, Frans recht van toepassing;
- Artikel 16 van de algemene voorwaarden bepaalt:
3.De beoordeling
in het incident
- Millet heeft de overeenkomst en de algemene voorwaarden met daarin de forumkeuze opgesteld;
- Millet hanteert deze algemene voorwaarden.
- i) in de derde alinea van artikel 16 van de algemene voorwaarden een forumkeuze is gedaan voor de rechter van de vestigingsplaats van Millet, te weten Parijs;
- ii) dat volgt uit de tekst van de vierde alinea van artikel 16 van de algemene voorwaarden, dat letterlijk inhoudt een door beide partijen, gezamenlijk, dus bij overeenkomst, uit te oefenen recht om in voorkomend geval voor de twee andere rechters, genoemd in de vierde alinea, te kiezen;
- iii) de door Glencore voorgestane uitleg van de vierde alinea van artikel 16 van de algemene voorwaarden die bepaling potestatief maakt waardoor deze geen voorzienbaarheid en rechtszekerheid biedt;
- iv) waar partijen over de betekenis van de vierde alinea van artikel 16 van de algemene voorwaarden van mening verschillen, deze bepaling dus niet de vereiste duidelijkheid biedt.
4.De beslissing
18 november 2015voor conclusie van antwoord aan de zijde van Millet.