Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
[gedaagde],
Verloop van de procedure
Omschrijving van het geschil
1. De feiten
- de huurovereenkomst wordt ontbonden;
- [gedaagde] wordt veroordeeld de woning met onmiddellijke ingang, dan wel op een door de kantonrechter te bepalen datum, de woning te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels;
- [gedaagde] wordt veroordeeld de kosten van de procedure.
Beoordeling van het geschil
RVR2015/86 en Rb. Amsterdam, 22 oktober 2014,
WR2015/23) niet zonder meer gegeven. Dat is anders in geval de huurder zijn hoofdverblijf verplaatst ten gunste van de onderverhuur van de volledige huurwoning (vgl. Rb. Amsterdam, 7 juli 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:4335). Door die handelwijze wordt immers een sociale huurwoning gebruikt door een derde partij die daarvoor niet op de juiste wijze in aanmerking is gekomen. De huurwoning wordt daardoor onttrokken aan de sociale woningmarkt. Van die situatie is echter in het onderhavige geval geen sprake, nu [gedaagde] haar hoofdverblijf in de woning heeft behouden gedurende de verhuurperiodes. Daardoor is, anders dan Woonstad betoogt, geen sprake van onttrekking van een sociale huurwoning aan de woningmarkt. Potentiële huurders op de wachtlijsten voor sociale huurwoningen worden door de onderverhuur dan ook niet tekort gedaan. Evenmin is gebleken van overlast waarin een belang van Woonstad bij ontbinding en ontruiming kan zijn gelegen.