3.1.Eisers vorderen samengevat – in conventie
1. veroordeling van [gedaagde 2] tot het afleggen van rekening en verantwoording van het door hem gevoerde financiële beheer over de drie bankrekeningen van moeder bij de ABN Amro Bank over de periode januari 2006 tot aan het overlijden van moeder op straffe van een dwangsom.
2. de verdeling van de nalatenschap van moeder en/of de gemeenschap van partijen in die zin dat:
a. met betrekking tot de woning aan de [woning 3] :
- eisers worden gemachtigd tot het te gelde maken en alles te doen wat noodzakelijk is voor de verkoop van deze woning;
- wordt bepaald dat het te wijzen vonnis in de plaats komt van de vereiste toestemming en/of wilsverklaring van [gedaagde 2] tot het in de verkoop geven van de woning bij een makelaar;
- [gedaagde 2] wordt veroordeeld om binnen tien dagen na betekening van het te wijzen vonnis alle nodige medewerking te verlenen om tot verkoop van de woning te komen, waaronder de openstelling van de woning voor bezichtiging door de makelaar en potentiële kopers;
- wordt bepaald dat het te wijzen vonnis in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de woning vereiste toestemming en/of wilsverklaring en/of medewerking van [gedaagde 2] anderszins;
- [gedaagde 2] wordt veroordeeld om de woning te ontruimen met afgifte van de sleutels aan eisers veertien dagen voordat de woning feitelijk wordt geleverd aan een derde;
- de netto verkoopopbrengst wordt verdeeld tussen partijen waarbij [eiseres 2] 1/12 deel krijgt, [eiser 2] 5/12 en [gedaagde 2] 6/12;
- wordt bepaald dat [gedaagde 2] een dwangsom verbeurt van € 500,-- per dag dat hij in gebreke blijft aan één van de opgelegde geboden te voldoen;
b. met betrekking tot de verkoopopbrengst van de [woning 1] ad € 104.950,--
- wordt vastgesteld dat [gedaagde 2] reeds een bedrag van € 40.753,40 heeft ontvangen;
- wordt bepaald dat van het saldo van de ervenrekening een bedrag van € 10.000,-- toekomt aan [gedaagde 2] , een bedrag van € 18.729,17 (€ 43.729,17 minus voorschot ad € 25.000,--) aan [eiser 2] en € 8.458,90 toekomt aan [eiseres 2] ;
c. met betrekking tot de verkoopopbrengst van de woning aan de [woning 2] ad € 73.272,22 wordt bepaald dat van het saldo van de ervenrekening een bedrag van € 36.636,12 toekomt aan [gedaagde 2] , een bedrag van € 30.530,10 aan [eiser 2] en een bedrag van € 6.106,02 aan [eiseres 2] ;
d. [gedaagde 2] van de door hem ontvangen huurpenningen voor de woning aan de [woning 2] tot en met december 2011 aan [eiser 2] dient te betalen een bedrag van € 6.000,01 en aan [eiseres 2] een bedrag van € 1.200,01 en wordt bepaald dat van de huuropbrengsten vanaf januari 2012 een bedrag van € 900,-- toekomt aan [gedaagde 2] , een bedrag van € 750,-- aan [eiser 2] en een bedrag van € 150,-- aan [eiseres 2] ;
e. met betrekking tot het door [gedaagde 2] gevoerde beheer over de bankrekeningen van moeder [gedaagde 2] wordt veroordeeld om aan [eiser 2] en/of [eiseres 1] een bedrag van € 116.512,85 althans € 58.256,43, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, te betalen;
f. wordt bepaald dat [eiser 2] recht heeft op een vergoeding van € 2.372,79 van de ervenrekening, [gedaagde 2] op een vergoeding van € 2.372,79 en [eiseres 2] op een vergoeding van € 500,--;
g. wordt bepaald dat de kosten voor het opvragen van de afschriften van de bankrekeningen van moeder ten laste van de nalatenschap komen;
h. het resterende saldo van de ervenrekening, na aftrek van de bedragen hiervoor genoemd onder b) (tweede streepje) en c), en f), en g) en alle notariskosten (te weten vereffeningskosten), bij helfte wordt toegedeeld aan [gedaagde 2] en [eiser 2] ;
i. wordt bepaald dat op het aan [gedaagde 2] toekomende deel van het saldo van de ervenrekening en, in geval van verkoop en levering van de woning aan de [woning 3] , het hem toekomende deel van de netto verkoopopbrengst van deze woning in mindering wordt gebracht een bedrag van € 9.573,--;
j. wordt bepaald dat de door [gedaagde 2] aan [eiser 2] en [eiseres 2] verschuldigde bedragen hiervoor genoemd onder a), d) en e) in mindering worden gebracht op het aan [gedaagde 2] toekomende deel van het saldo van de ervenrekening;
3. wordt bepaald dat, voor zover bij de uitvoering van het te wijzen vonnis andere handelingen nodig zijn, [gedaagde 2] al het nodige zal verrichten op eerst daartoe strekkend verzoek van [eiser 2] en/of [eiseres 2] op verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag;
4. veroordeling van [gedaagde 2] in de kosten van het geding.