Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 8,
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 12,
- het tussenvonnis van 20 mei 2015,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met productie 9,
- de ten behoeve van de comparitie door Flügel Enterprises overgelegde producties 13 tot en met 17,
- het proces-verbaal van comparitie van 28 september 2015.
2.De feiten
1.DEFINITIE VORDERINGEN
2.LEVERING VAN DE VORDERINGEN
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
“(…) dat wij de kosten van de door uw gekozen advocaat (…) voor onze rekening nemen (…). De kosten van juridische bijstand zullen alsnog volledig aan u worden doorbelast indien en voor zover deze kosten te zijner tijd op grond van art. 591 en/of 591a Wetboek van Strafvordering in aanmerking komen voor vergoeding door de Staat der Nederlanden en u van deze wettelijke vergoedingsmogelijkheid geen gebruik maakt(zie 2.7). Dit wordt versterkt door het feit dat deze brief op cruciale punten afwijkt van de brieven van Helling I aan [aandeelhouder/bestuurder 3] , [aandeelhouder/bestuurder 2] en [aandeelhouder/bestuurder 4] ter zake de kosten van rechtsbijstand in het FIOD-onderzoek. In die brieven is immers vermeld
“(...) De kosten van de juridische bijstand worden, ten titel van voorschot, door de vennootschap (…)”en
“(…) De directie van (…) Helling I (…) verklaart, dat de vennootschap (vooralsnog) de kosten voor rechtsbijstand (…) voor haar rekening heeft genomen (…)”(zie 2.6).
“ (…) We wisten allemaal dat je wel je eigen strafrechtadvocaatkosten moest betalen omdat anders je niet zou kunnen terugclaimen na afloop van de zaak (…)”en
“(…) Dat briefje moest verzekeren dat Flügel NV slechts zou voorschieten, dat Flügel NV het niet in de BTW mocht aftrekken, alsof het haar eigen schuld was, en dat Flügel NV gewoon een vordering moest hebben op de vier DGA’s omdat anders de DGA’s, de gelden niet terug konden vorderen (…)”. Daarnaast is in de als productie 11 overgelegde verklaring van Groenwegen vermeld:
“(…) We wisten dat je, wanneer een zaak afgelopen is, je je strafrechtadvocaatkosten terug kunt krijgen. Dan moet jezelf wel strafrechtadvocaatkosten gehad hebben (…)”.
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
1.421,00(2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 1.421,00)