Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
een verschil van inzicht over de wijze waarop de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, waarbij Werkgeefster van mening is dat Werknemer niet langer geschikt is voor de uitoefening van zijn functie”.
vermindering of beëindiging van de werkzaamheden; of
reorganisatie; of
onbekwaamheid c.q. ongeschiktheid voor de in de instelling te vervullen functie die niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is,
3.Het gezamenlijk verzoek
4.Het standpunt van Sophia
“die niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is”in de derde bullet van artikel 13 van de CAO gedoeld wordt op omstandigheden die buiten de invloedssfeer en/of persoon van de werknemer liggen, zoals wijzigingen in de organisatie of wijzigingen ten aanzien van functie of beroep. Van dat soort omstandigheden is in de situatie van [medeverzoeker] geen sprake. Sophia stelt in dat kader dat gedurende het gehele dienstverband van [medeverzoeker] sprake is geweest van een aantal kritiekpunten op zijn functioneren, zoals op het gebied van communicatie, samenwerking en het niet oppakken van neventaken. Sophia heeft die kritiekpunten beheersbaar gehouden door begeleiding te bieden. Om een verstoorde verhouding met collega’s op te lossen is werkgeefster op enig moment overgegaan tot overplaatsing van [medeverzoeker], waarbij tevens is gekozen voor een inzet op meerdere locaties om een passende werkplek te kunnen bieden ten behoeve van [medeverzoeker]. Al die maatregelen hebben volgens Sophia steeds geleid tot voldoende verbetering in het functioneren van [medeverzoeker], zij het dat die verbetering later weer afnam.
5.Het standpunt van [medeverzoeker]
“die niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is”heeft betrekking op niet verwijtbare ongeschiktheid c.q. onbekwaamheid. Uit de tekst van de CAO blijkt niet dat genoemde zinsnede dient te worden beperkt tot omstandigheden die buiten de invloedssfeer en/of persoon van de werknemer moeten liggen, zoals wijzigingen in de organisatie of wijzigingen in functie of beroep, zoals Sophia betoogt.
wilde graag de kans krijgen om verder te werken aan zijn verbeterpunten, doch omdat Sophia geen mogelijkheden meer zag om de arbeidsovereenkomst te continueren, heeft [medeverzoeker] uiteindelijk ingestemd met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
6.De beoordeling van het tussen partijen gerezen geschil
“die niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is”in derde bullet uitgelegd moet worden.
“onbekwaamheid c.q. ongeschiktheid voor de in de instelling te vervullen functie die niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is, als gevolg van ontwikkelingen in de organisatie of ten aanzien van zijn functie dan wel beroep, die buiten de persoon van de werknemer liggen” (…).
“ Aan de werknemer die voor onbepaalde tijd is aangesteld en die uitsluitend wordt ontslagen wegens vermindering of beëindiging der werkzaamheden dan wel wegens reorganisatie dan wel wegens onbekwaamheid voor de in de instelling te vervullen functies, welke niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is, wordt met ingang van de dag van ontslag door de werkgever een wachtgeld toegekend”.
“die niet aan zijn schuld of toedoen te wijten is”al dan niet gedoeld wordt op omstandigheden die buiten de invloedssfeer en/of persoon van de werknemer liggen, zoals bijvoorbeeld wijzigingen in de organisatie of wijzigingen ten aanzien van functie of beroep.