ECLI:NL:RBROT:2015:8656

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 november 2015
Publicatiedatum
26 november 2015
Zaaknummer
C/10/466056 / HA ZA 14-1268
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestaan van tussentijds hoger beroep in een civiele procedure met internationale aspecten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam diende, hebben de eiseressen, B&S Köpcke Global B.V. en B&S Köpcke Global Supply B.V., een verzoek ingediend om tussentijds hoger beroep toe te staan tegen een tussenvonnis van 14 oktober 2015. De eiseressen zijn gevestigd in Dordrecht en worden vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Schelling. De gedaagden, Sodexo International FZE en Sodexho Ezka, zijn gevestigd in respectievelijk de Verenigde Arabische Emiraten en Afghanistan, en worden vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Fleming. De zaak betreft een geschil over de rechtsmacht en de vraag of de rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van de eiseressen in de hoofdzaak.

De rechtbank heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat B&S Köpcke c.s. bewijs moeten leveren dat het gebruikelijk is in de internationale handel om een forumkeuze op te nemen in algemene voorwaarden. De eiseressen hebben in hun verzoek om tussentijds hoger beroep aangegeven dat zij het niet eens zijn met het oordeel van de rechtbank over haar bevoegdheid. Zij stellen dat de juridische vraag eenvoudig te beantwoorden is en dat een herbeoordeling van de rechtsmacht door het hof de uitkomst van het incident kan beïnvloeden.

De gedaagden hebben bezwaar gemaakt tegen het verzoek van B&S Köpcke c.s. en betoogd dat de argumenten van de eiseressen geen uitzondering op de regel van het verbod op tussentijds appel rechtvaardigen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen, gezien de controversiële rechtsvraag en de omstandigheden in de betrokken landen. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek van B&S Köpcke c.s. toe te wijzen en tussentijds hoger beroep toe te staan.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en is op 4 november 2015 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/466056 / HA ZA 14-1268
Vonnis in incident van 4 november 2015
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B&S KÖPCKE GLOBAL B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B&S KÖPCKE GLOBAL SUPPLY B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
eiseressen in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. J.J. Schelling,
tegen
1. de vennootschap naar het recht van haar plaats van vestiging
SODEXO INTERNATIONAL FZE,
gevestigd te Sharjah, Verenigde Arabische Emiraten,
2. de vennootschap naar het recht van haar plaats van vestiging
SODEXHO EZKA, KABUL AFGHANISTAN,tevens handelende onder de namen
SODEXO UNIVERSAL en SODEXO INTERNATIONAL,
gevestigd te Kabul, Afghanistan,
gedaagden in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. J. Fleming.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk B&S Köpcke c.s. en gedaagden Sodexo c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis in het incident van 14 oktober 2015 (hierna: het tussenvonnis) alsmede de daaraan ten grondslag liggen processtukken;
  • het faxbericht van de advocaat van B&S Köpcke c.s. van 28 oktober 2015;
  • het faxbericht van de advocaat van Sodexo c.s. van 30 oktober 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling van het verzoek om tussentijds hoger beroep

2.1.
De incidentele vordering van Sodexo c.s. in de onderhavige incidentele procedure strekt tot onbevoegdverklaring van de rechtbank om kennis te nemen van de vorderingen van B&S Köpcke c.s. in de hoofdzaak.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank B&S Köpcke c.s. toegelaten tot het bewijs dat het in de internationale handel in consumptieartikelen gebruikelijk is dat een forumkeuze is opgenomen in algemene voorwaarden en dat deze algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard door verwijzing naar deze algemene voorwaarden op offertes, op facturen en in correspondentie.
2.2.
Uit het verzoek van B&S Köpcke c.s. om tussentijds appel open te stellen volgt dat de voornaamste reden voor dit verzoek betrekking heeft op de overwegingen van de rechtbank in het tussenvonnis ten aanzien van het beroep van B&S Köpcke c.s. op bevoegdheid van deze rechtbank als
forum necessitatisin de zin van artikel 9, aanhef en onder b en c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). B&S Köpcke c.s. geven er in hun genoemd verzoek uitvoerig blijk van het niet eens te zijn met het oordeel van de rechtbank dat zij niet bevoegd is als
forum necessitatis. Volgens B&S Köpcke c.s. gaat het hier om een juridische vraag die betrekkelijk eenvoudig te beantwoorden is maar waarvan het antwoord de uitkomst van het incident wel helemaal anders kan maken, zodat het, mede om proceseconomische redenen, doelmatig is het hof thans reeds te vragen de op deze grondslag gebaseerde rechtsmacht opnieuw te beoordelen.
2.3.
Sodexo c.s. maken bezwaar tegen het verzoek van B&S Köpcke c.s. om tussentijds appel mogelijk te maken. Volgens Sodexo c.s. mogen de argumenten die B&S Köpcke c.s. ten grondslag leggen aan hun verzoek niet leiden tot het maken van een uitzondering op ‘de strakke regel’ van het verbod op tussentijds appel, temeer omdat de lange duur van een procedure en processuele doelmatigheid geen grond kunnen vormen voor een dergelijke uitzondering.
2.4.
Bij de beoordeling van het verzoek van B&S Köpcke c.s. moet worden voorop gesteld dat dit verzoek ertoe strekt een uitzondering te maken op de in artikel 337 lid 2 Rv neergelegde regel dat hoger beroep van tussenvonnissen slechts is toegestaan tegelijk met dat tegen het eindvonnis. Uit de wetsgeschiedenis van voornoemde bepaling kan worden afgeleid dat het de bedoeling is om bij het toestaan van tussentijds hoger beroep terughoudendheid te betrachten en dat de beslissing daartoe afhankelijk is van de vraag of in het voorliggende geval sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan afwijking van de in genoemd artikel neergelegde hoofdregel doelmatiger is. De rechtbank is van oordeel dat die situatie zich hier voordoet nu het hier gaat om een tamelijk controversiële rechtsvraag, onder meer vanwege de duiding die moet worden gegeven aan omstandigheden van uiteenlopende aard in ver van Nederland gelegen landen, zoals in ieder geval omstandigheden die betrekking hebben op veiligheid in de openbare ruimte en politieke en maatschappelijke tegenstellingen.
2.5.
De rechtbank zal het verzoek derhalve toewijzen.

3.De beslissing

De rechtbank
staat toe dat B&S Köpcke c.s. tussentijds hoger beroep instelt van het tussenvonnis van 14 oktober 2015.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2015.
901/32