ECLI:NL:RBROT:2015:8958
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in faillissementsverzoek van een op Curaçao gevestigde onderneming
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 november 2015 uitspraak gedaan over de bevoegdheid om een faillissementsverzoek te behandelen van de naamloze vennootschap, statutair gevestigd te Curaçao. De verzoekster, VARUVO B.V., heeft op 5 oktober 2015 een verzoek tot faillietverklaring ingediend. De rechtbank heeft de vraag moeten beantwoorden of zij bevoegd is om dit verzoek in behandeling te nemen, gezien het feit dat de verweerster buiten het Rijk van Europa is gevestigd.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 2 van de Faillissementswet (Fw) de faillietverklaring geschiedt door de rechtbank van de woonplaats van de schuldenaar. Indien de schuldenaar geen woonplaats binnen het Rijk in Europa heeft, maar wel een kantoor uitoefent, kan de rechtbank binnen wiens gebied dat kantoor zich bevindt, bevoegd zijn. De verzoekster heeft aangevoerd dat de verweerster feitelijk in Nederland gevestigd is, onderbouwd met verschillende argumenten zoals de Nederlandse nationaliteit van de bestuurder en het gebruik van Nederlandse telefoonnummers en bankrekeningen.
Echter, de rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een kantoor in de zin van de Faillissementswet, aangezien er geen fysieke werkruimte in Nederland is aangetoond. Het exploiteren van webshops in Nederland leidt niet tot de conclusie dat er een kantoor aanwezig is. De rechtbank verklaart zich daarom niet bevoegd om het faillissementsverzoek in behandeling te nemen. De beschikking is gegeven door mr. A. Lablans, in aanwezigheid van mr. D.G. Zwanenburg, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.