ECLI:NL:RBROT:2015:9872

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2015
Publicatiedatum
19 januari 2016
Zaaknummer
C/10/477778 / HA ZA 15-660
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake proceskostenzekerheid voor buitenlandse eiseres in civiele procedure

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 14 oktober 2015 een vonnis in incident gewezen met betrekking tot de proceskostenzekerheid. De eiseres, Enelec S.A., is een rechtspersoon naar het recht van Madagaskar, gevestigd te Antananarivo. De gedaagden, die in de hoofdzaak zijn betrokken, hebben gevorderd dat Enelec zekerheid stelt voor de betaling van alle kosten, schade en rente die voortvloeien uit het door hen ingestelde geding. Enelec heeft verzocht om de gedaagden niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen, althans deze vorderingen te ontzeggen, met een hoofdelijke veroordeling in de kosten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat op grond van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een partij zonder woonplaats in Nederland verplicht is om zekerheid te stellen voor de proceskosten en schadevergoeding. Aangezien Enelec geen woonplaats in Nederland heeft, is zij in beginsel verplicht om zekerheid te stellen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen uitzonderingsgronden van toepassing zijn en dat Enelec derhalve gehouden is om zekerheid te stellen.

De hoogte van de zekerheid is vastgesteld op € 6.693,-, en de rechtbank heeft een termijn van zes weken gesteld voor het stellen van deze zekerheid. De zekerheid kan worden gesteld door storting op de derdengeldrekening van de Stichting Derdengelden VGB Advocaten of door middel van een bankgarantie. Enelec is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de zaak zal opnieuw op de rol komen voor beraad over de gestelde zekerheid.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/477778 / HA ZA 15-660
Vonnis in incident van 14 oktober 2015
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van Madagaskar
ENELEC SA,
gevestigd te Antanaviro, Madagaskar,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. Z. Jusic,
tegen

1.[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. A.H. Nierman.
Partijen zullen hierna Enelec en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 juni 2015, met producties;
  • de dagvaarding van 15 juni 2015, met producties;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele conclusie tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten ex artikel 224 Rv van 12 augustus 2015;
  • de incidentele conclusie van antwoord van 26 augustus 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in het incident

2.1.
[gedaagde] vordert dat Enelec wordt veroordeeld om zekerheid te stellen voor de betaling van alle kosten, schade en rente, waarin zij naar aanleiding van het door haar ingestelde geding ten behoeve van [gedaagde] zou kunnen worden veroordeeld.
2.2.
Enelec verzoekt om [gedaagde] niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen, althans dat [gedaagde] deze vorderingen wordt ontzegt, met een hoofdelijke veroordeling van [gedaagde] in de kosten.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling in het incident

3.1.
De incidentele vordering is tijdig en vóór alle weren ingesteld. Op de voet van artikel 224 lid 1 Rv. zijn allen zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland die bij een Nederlandse rechter een vordering instellen, verplicht op vordering van de wederpartij zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding tot betaling waarvan zij veroordeeld zouden kunnen worden. Die verplichting bestaat niet indien er sprake is van één van de in artikel 224 lid 2 Rv genoemde uitzonderingsgronden.
3.2.
Omdat Enelec geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft, is zij in beginsel op grond van artikel 224 lid 1 Rv verplicht om op vordering van de wederpartij zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding tot betaling waarvan zij veroordeeld zou kunnen worden.
3.3.
Enelec heeft blijkens de dagvaarding haar vestigingsplaats in Madagaskar. Madagaskar is geen partij bij een verdrag of een EG-verordening waaruit volgt dat er geen verplichting tot het stellen tot zekerheid bestaat. De stelling dat een vonnis bij een veroordeling van Enelec in Madagaskar ten uitvoer gelegd kan worden wordt door Enelec niet onderbouwd. De rechtbank acht dit voorshands niet aannemelijk nu er geen executieverdrag is waarbij zowel Nederland als Madagaskar partij is. Ook overigens is niet gebleken dat een van de in artikel 224 lid 2 Rv genoemde uitzonderingen zich voordoen. Enelec is dan ook gehouden op grond van artikel 224 Rv ten behoeve van [gedaagde] zekerheid te stellen voor de door [gedaagde] te maken proceskosten en de schadevergoeding tot betaling waarvan zij veroordeeld zou kunnen worden.
3.4.
De hoogte van het bedrag waarvoor zekerheid gesteld dient te worden, wordt door de rechtbank als volgt vastgesteld. Aan de incidentele conclusie wordt één punt à € 452,00 (tarief II) toegekend. Voor de hoofdzaak zal de rechtbank voor de conclusie van antwoord en de comparitie van partijen twee punten à € 2.580,00 (tarief VII) toekennen. Daarnaast is het griffierecht voor [gedaagde] vastgesteld op € 1.533,- . De rechtbank bepaalt het bedrag waarvoor thans genoegzame zekerheid dient te worden gesteld derhalve op € 6.693,-. Aan de zekerheidsstelling zal een termijn van zes weken worden verbonden. De rechtbank merkt hierbij op dat in het geval de proceskosten tot een hoger bedrag oplopen, [gedaagde] de mogelijkheid heeft om een incidentele vordering tot verkrijging van aanvullende zekerheid op te werpen.
3.5.
De zekerheid kan gesteld worden door storting op de derdengeldrekening van de Stichting Derdengelden VGB Advocaten waarbij de voorwaarde wordt gesteld dat het gestorte bedrag bij het eindigen van de hoofdzaak onmiddellijk zal worden vrijgegeven. Indien Enelec er de voorkeur aan geeft om een bankgarantie te stellen, kan ook op die wijze aan de verplichting tot zekerheidstelling worden voldaan, mits - binnen de in dit vonnis gestelde grenzen - is voldaan aan de vereisten van artikel 6:52, lid 2, BW.
3.6.
Enelec zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
veroordeelt Enelec S.A., gevestigd te Antananarivo, Madagaskar, op straffe van niet-ontvankelijkheid in de hoofdzaak, tot zekerheidsstelling voor een bedrag van € 6.693,-(zesduizendzeshonderddrieënnegentig euro), ter zake van de proceskosten tot betaling waarvan zij veroordeeld kan worden, ten behoeve van [gedaagde] , uiterlijk
25 november 2015door middel van storting op de derdengeldrekening van VGB Advocaten danwel door het stellen van een bankgarantie, een en ander zoals hiervoor weergegeven onder 3.4. en 3.5.,
4.2.
veroordeelt Enelec in de kosten van het incident, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 452,00,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het anders of meer verzochte af,
in de hoofdzaak
4.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
9 december 2015voor akte uitlating over de vraag of zekerheid is gesteld en, zo ja, tevens voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een comparitie.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2015.
2130/1729