Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser1],
1.[eiser1],
[gedaagde2],
[gedaagde3],
[gedaagde4],
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
Ik deel toe aan mijn voornoemde echtgenote: alle goederen en rechten die tot mijn nalatenschap zullen blijken te behoren, zulks onder verplichting voor haar:
Ik deel toe aan mijn overige erfgenamen: een vordering in contanten, ten laste van voornoemde echtgenote wegens de aan deze gedane overbedeling, voor ieder ten bedrage van het hem of haar in het saldo van mijn nalatenschap toekomende netto erfdeel en berekend met inachtneming van het sub 1.d. bepaalde.
De sub C.2. aan mijn overige erfgenamen toegedeelde vorderingen in contanten ten laste van mijn echtgenote zullen eerst opeisbaar zijn bij haar overlijden.
, zulks onder de verplichting tot inbreng in mijn nalatenschap van een bedrag in contanten, groot tweehonderdduizend gulden (f 200.000,00) welke inbreng per de sterfdatum geacht wordt te zijn begrepen onder de toegedeelde goederen en rechten in de hiervoor geconstateerde ouderlijke boedelverdeling.
opgemaakte uiterste wilsbeschikking van de overledene [persoon1] is vervallen verklaard.
de eigendom van de onroerende zaak(…)
in te brengen in de opengevallen nalatenschap van [persoon1] voornoemd,(…)
waarin een ouderlijke boedelverdeling is gemaakt als bedoeld in artikel 1167 Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek en wel zodanig dat alle goederen behorende tot de nalatenschap van de heer [persoon1] zijn toegedeeld aan de erflaatster, zulks mede in verband met een verstekvonnis van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam de dato éénentwintig december tweeduizend, nummer 147526, waarbij het legaat gemaakt in voormeld testament van voormelde woning aan de heer [broer], hiervoor sub 1 genoemd, vervallen is verklaard.
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00(2,0 punten × tarief II à € 452,00)