Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie houdende eis tot onbevoegdverklaring;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de brief namens Seatrade en WSC van 3 november 2015 met productie 12;
- het proces-verbaal van het op 5 november 2015 gehouden pleidooi;
- de overgelegde pleitnotities;
- de brief namens Seatrade en WSC van 26 november 2015 met een aanvulling op het proces-verbaal.
2.De vordering in de hoofdzaak
- op 10 januari 2014 heeft Seatrade, te Puerto Bolivar, Ecuador, ten vervoer over zee onder schoon cognossement naar Hamburg in het aan WSC in eigendom toebehorende m.s. ‘Summer Wind’ een zending bananen (hierna: de lading) overgenomen;
- in het cognossement is AFC als geconsigneerde vermeld;
- naar Duits recht dient Seatrade als vervoerder onder het cognossement te worden aangemerkt, zulks niettegenstaande een in het cognossement opgenomen ‘Identity of Carrier’ clausule onder gelding waarvan de eigenaar van het schip als vervoerder zou moeten worden aangemerkt;
- ter destinatie is op 31 januari 2014 vastgesteld dat een deel van de lading (4.466 dozen) was beschadigd (bederf) als gevolg van onvoldoende koeling en ventilatie, althans door oorzaken gelegen aan boord van het schip tijdens het zeevervoer;
- de schade beliep € 49.903,08; AFC heeft verder kosten moeten maken ter beperking van de schade ad € 20.117,23. De expertisekosten bedroegen € 1.249,50; zodat de ladingvordering in totaal € 71.269,81 beloopt;
- Seatrade is in haar hoedanigheid van vervoerder onder cognossement tegenover AFC aansprakelijk voor de genoemde schade en kosten;
- AFC heeft haar rechten in verband met de ladingvordering op 7 mei 2014 gecedeerd aan M&F;
- de rechtbank Rotterdam is bevoegd van de ladingvordering kennis te nemen uit hoofde van een forumkeuzebeding opgenomen in het cognossement.
3.De vordering en het verweer in het incident
- Er is geen overeenkomst tot stand gekomen tussen Seatrade en AFC. AFC is per abuis op de ‘sea waybill’ vermeld als geadresseerde. Dit had AFC Shipping & Trading GmbH (hierna: AFC S&T) moeten zijn met wie Seatrade op 20 november 2013 een ‘contract of affreightment’ heeft gesloten.
- Voor zover vast mocht komen te staan dat AFC is toegetreden tot de vervoerovereenkomst is de in de ‘sea waybill’ opgenomen forumkeuze in strijd met de in artikel 14 van het ‘contract of affreightment’ opgenomen arbitrageclausule zodat deze arbitrageclausule op grond van artikel 11 van het ‘contract of affreightment’ de forumkeuze opzij zet.
- De forumkeuze in de ‘sea waybill’ voldoet niet aan de vereisten van artikel 25 EEX-II-Vo. Er is geen sprake van wilsovereenstemming tussen partijen die duidelijk en nauwkeurig tot uiting is gekomen.
4.De beoordeling
in het incident
11. Bills of Lading
14. Arbitration
5.De beslissing
3 februari 2016voor conclusie van antwoord aan de zijde van Seatrade en WSC.