In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 7 maart 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en de Sint Liduina Stichting, handelend onder de naam Frankeland. [Eiseres] vorderde haar terugplaatsing in haar oude functie als medewerker huishoudelijke dienst en de doorbetaling van haar loon vanaf 7 december 2015. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] sinds 21 mei 2007 in dienst is bij Frankeland, maar dat er verschillende klachten zijn ontvangen over haar functioneren. Deze klachten leidden tot een wijziging van haar werkzaamheden, waarbij zij niet langer bij cliënten werd ingezet, maar in gemeenschappelijke ruimtes moest schoonmaken. De kantonrechter oordeelde dat Frankeland gerechtigd was om deze wijziging door te voeren, gezien de klachten van cliënten en het belang van goede zorg. De vordering tot terugplaatsing in de oude functie werd afgewezen, omdat de kantonrechter van mening was dat Frankeland niet verplicht was om [eiseres] weer bij cliënten te laten werken. Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat er geen sprake was van ziekte, maar van een arbeidsconflict, waardoor de loonvordering van [eiseres] ook werd afgewezen. De kantonrechter adviseerde partijen om in gesprek te gaan over een oplossing van het geschil, maar wees de vorderingen van [eiseres] af.