2.2.Partijen hebben bij notariële akte een samenlevingsovereenkomst gesloten met -voor zover relevant- de volgende inhoud:
“De comparanten verklaren:
dat zij sedert een november tweeduizend en twee (1 november 2002) samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren;
(…)
GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING
Artikel 3
(…)
Partijen verplichten zich naar evenredigheid van hun netto inkomsten bij te dragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding.
(…)
Artikel 4
Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden in voorkomende gevallen ondermeer gerekend de kosten van huisvesting, betreffende de door partijen tezamen bewoonde woning, de kosten van gebruikelijke verzekeringen met inbegrip van de premie voor een eventuele ziektekostenverzekering, de kosten van gezamenlijke vakanties en de kosten van medische verzorging.
Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden evenwel niet gerekend premies van levens- en ongevallenverzekeringen. Deze komen ten laste van degene die als eerste begunstigde in de polis is genoemd.
Indien ter financiering van de door partijen gezamenlijk te bewonen woning en van zaken aangeschaft voor de gemeenschappelijke huishouding een geldlening is aangegaan, zal de rente worden gerekend tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding. Zijn bedoelde zaken gemeenschappelijk eigendom, dan wordt ook de aflossing voor zover deze uit de gemeenschappelijke bank- of girorekening kan worden voldaan tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding gerekend. (…).
GEMEENSCHAPPELIJK BEWOONDE WONING
Artikel 6
1.
(…)
4.
Indien door partijen een door hen gezamenlijk te bewonen woning (…) in mede-eigendom wordt verkregen, zal de partij die uit eigen middelen meer dan zijn aandeel van de koopsom en de kosten heeft betaald voor het meerdere een vordering hebben op de andere partij. Deze vordering is opeisbaar bij vervreemding van de woning en bij beëindiging van deze overeenkomst. De vordering zal geen rente dragen.
1.
Bij beëindiging door opzegging (…) zullen de aan partijen in mede-eigendom toebehorende zaken en (…) vermogensrechten toegedeeld worden aan de oorspronkelijke eigenaar (…), terwijl de overige aan partijen in mede-eigendom toebehorende zaken en vermogensrechten zo spoedig mogelijk gelijkelijk tussen partijen worden verdeeld.
(…)
Artikel 12
Indien deze overeenkomst eindigt door opzegging of feitelijke verbreking van de samenwoning, en de comparante [eiseres] degene is, die de tezamen door partijen bewoonde woning metterwoon zal verlaten, zal de comparant [gedaagde] ter beschikking stellen aan de comparante [eiseres] een bedrag groot tienduizend euro (€ 10.000,00) voor herinrichtingskosten, zulks ter voldoening van een, door de comparant [gedaagde] , als dringend ervaren verplichting van moraal en fatsoen jegens de comparante [eiseres] . (…).