Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
,
1.De procedure
2.Het verzoek
3.Het verweer
4.De beoordeling
5.De beslissing
[verweerster]voornoemd in staat van faillissement;
Rechtbank Rotterdam
Op 18 november 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak betreffende een reeds ontbonden stichting. De zaak is gestart op verzoek van een vereniging, die een vordering van € 13.272,90 op de stichting heeft ingediend. De stichting had op 17 september 2015 in het handelsregister laten registreren dat zij was ontbonden, omdat er geen bekende baten meer aanwezig waren. De verzoekster stelde echter dat er nog debiteuren waren ter waarde van ongeveer € 28.000,- en dat de administratie van de stichting niet op orde was, wat mogelijk zou kunnen leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.
De verweerster, de ontbonden stichting, heeft verweer gevoerd en betoogd dat de debiteuren oninbaar zijn en dat er geen andere crediteuren zijn dan verzoekster. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de vordering van verzoekster niet is weersproken en dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de stichting in een faillissementssituatie verkeert. De rechtbank heeft vastgesteld dat de administratie van de stichting niet strookt met de werkelijkheid en dat er mogelijk sprake is van onbehoorlijk bestuur.
De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek tot faillietverklaring toegewezen, waarbij de stichting in staat van faillissement is verklaard. Mr. V.M. de Winkel is benoemd tot rechter-commissaris en mr. M. Hoogendoorn is aangesteld als curator. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.