In deze zaak gaat het om de onrechtmatige invordering van bijstandsuitkeringen door de gemeente Rotterdam. Eisers, een alleenstaande ouder en een alleenstaande, ontvingen uitkeringen op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb). De gemeente heeft in juni en juli 2014 bedragen ingehouden op hun uitkeringen zonder dat er rechtsgeldige besluiten tot terugvordering waren genomen. De rechtbank oordeelt dat de gemeente in strijd heeft gehandeld met de artikelen 4:86 en 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door over te gaan tot invordering voordat eisers in verzuim waren. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van de gemeente en verklaart het beroep van eisers gegrond. De rechtbank oordeelt verder dat de gemeente wettelijke rente verschuldigd is over de onterecht ingehouden bedragen en kent eisers een schadevergoeding toe van € 71,01. Daarnaast moet de gemeente het griffierecht van € 45,- vergoeden en wordt zij veroordeeld in de proceskosten van € 1.240,-.