ECLI:NL:RBROT:2016:1193

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 februari 2016
Publicatiedatum
16 februari 2016
Zaaknummer
C/10/491363 / KG ZA 15-1373
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure gemeente Rotterdam voor print software en geschil over merkonafhankelijkheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 februari 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap DATASCAN B.V. en de Gemeente Rotterdam, met als tussenkomende partij CANON NEDERLAND N.V. De zaak betreft een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure voor de levering van follow-me printing software. Eiseres, DATASCAN, was de enige andere inschrijver naast Canon en betwistte de gunning van de opdracht aan Canon. Zij stelde dat de aangeboden software niet voldeed aan de eis van merkonafhankelijkheid, zoals opgenomen in het Programma van Eisen. De voorzieningenrechter oordeelde dat DATASCAN haar stellingen niet voldoende had onderbouwd. De Gemeente en Canon hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat de uniFLOW software wel degelijk merkonafhankelijk kan functioneren op verschillende merken hardware. De vorderingen van DATASCAN werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente. De tussenkomst van Canon werd toegestaan, maar haar vorderingen werden eveneens afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/491363 / KG ZA 15-1373
Vonnis in kort geding van 3 februari 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DATASCAN B.V.,
gevestigd te Wormer,
eiseres,
advocaat mr. B.J.H. Blaisse-Verkooyen,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE ROTTERDAM,
zetelend te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.A. de Rooij,
en met als tussenkomende partij
de naamloze vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CANON NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres in het incident tot tussenkomst,
advocaten mrs. J.W. Fanoy en D.B. Tanja.
Partijen zullen hierna Datascan, de Gemeente en Canon genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de producties van Datascan
  • de producties van de Gemeente
  • de incidentele conclusie tot tussenkomst c.q. voeging van Canon
  • de productie van Canon
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Datascan
  • de pleitnota van de Gemeente
  • de pleitnota van Canon.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Gemeente heeft een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure van het project ‘Follow-me printing software’, met projectnummer 3-332-15, geïnitieerd.
Gunningscriterium is de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI), waarbij de prijs en de kwaliteit beide voor 50% meeweegt. Naast Datascan heeft zich nog één ander bedrijf ingeschreven, Canon Nederland N.V.
2.2.
Het beschrijvend document luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
2.1.1.
Doelstelling van de opdracht
De onderhavige opdracht betreft de follow-me printing software. De Aanbestedende Dienst beoogt derhalve met deze opdracht om follow-me printing software en daarmee samenhangende dienstverlening te verkrijgen. De software moet de gebruikers de mogelijkheid bieden om, in combinatie met de nog uit te leveren hardware vanuit de aanbesteding “de Beste MPS en scanners voor de gemeente Roterdam” printopdrachten af te drukken op een MFP of grootformaatprinter (plotter) op elke willekeurige locatie binnen het netwerk van de gemeente Rotterdam.
(…)
4.2.12.
Verduidelijking en bewijsstukken
In het geval de Inschrijving van Inschrijver onduidelijkheden bevat kan de Aanbestedende
Dienst om verduidelijking vragen.
De Aanbestedende Dienst zal bij de Inschrijver aan wie vermoedelijk het voornemen tot
gunning zal worden uitgebracht de juistheid nagaan van de door de betreffende Inschrijver
verstrekte gegevens en inlichtingen en daartoe de nodige bewijsstukken opvragen ter
controle op uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen. Indien Inschrijver het gevraagde bewijs niet dan wel niet binnen de daartoe gestelde termijn aanlevert, wordt zijn Inschrijving terzijde gelegd, behoudens in het geval van overmacht (dit ter beoordeling aan de Aanbestedende Dienst).
(…)
4.2.14.
Definitieve gunning en afwijzingen
Na beoordeling van de Inschrijvingen en controle van de voor gunning in aanmerking
komende Inschrijver maakt de Aanbestedende Dienst aan alle Inschrijvers door middel van
een gunningbeslissing schriftelijk en gelijktijdig bekend aan welke Inschrijver de
Aanbestedende Dienst de opdracht gunt.
(…)
5. Beoordeling Inschrijvingen
5.1
Uitsluitingsgronden
De inschrijver dient te voldoen aan de onderstaande eisen:
(…)
3 Programma van Eisen/Bestek: Het Programma van Eisen (Bijlage 1) is een opsomming van eisen en voorwaarden die verbonden zijn aan deze opdracht. Door inschrijving en ondertekening vanbijlage 1verklaart inschrijver dat hij onvoorwaardelijk akkoord gaat met alle eisen opgenomen inbijlage 1van het beschrijvend document.
(…)
5.4.6.
Proof of Concept
Voorafgaand aan de voor gunning in aanmerking komende Inschrijver(s), met de Economisch Meest Voordelige Inschrijving, dienen Inschrijvers een Proof of Concept (PoC) uit te voeren.
Vooruitlopend op het uitbrengen van het voornemen tot gunnen stelt de desbetreffende voor
gunning in aanmerking komende inschrijver, na een daartoe strekkend verzoek van de
gemeente Rotterdam de voor de PoC benodigde follow-me printing software, kosteloos ter
beschikking. Alle software die door inschrijver in de inschrijving voor de levering en
dienstverlening worden aangeboden, dienen getest te kunnen worden. Aan deze PoC, zijn
geen kosten voor de gemeente Rotterdam verbonden.
De PoC is bedoeld om de gemeente Rotterdam zekerheid te verschaffen, dat er aan het
Programma van Eisen en de beantwoording bij de subgunningcriteria uit het Beschrijvend
Document (inclusief de Nota’s van Inlichtingen) wordt voldaan om zodoende tot het
uitbrengen van het voornemen tot gunnen over te gaan.
(…)
2.3.
Bijlage 1, Programma van Eisen, bij het beschrijvend document luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
Eis Materie (inhoudelijk)
(…)
B5 Merk onafhankelijk kunnen aansluiten van printer device op het software/hardware platform van de follow-me oplossing.
(…)”
Deze eis B5 is ook in bijlage 9, de Proof of Concept, opgenomen.
2.4.
In de Nota van Inlichtingen, die als productie 2 bij de dagvaarding is overgelegd, staat, onder meer, opgenomen:
(…)
Vraag 9 Pagina 35 Paragraaf B5 Materie
U stelt hier dat een printer device merkonafhankelijk op het software/hardware platform van de follow-me oplossing moet kunnen aansluiten. In de 1e Nota van Inlichtingen van de
aanbesteding ‘de Beste MPS en scanners voor de gemeente Rotterdam” 2014.DBO.1.001,
waar u in het onderhavige beschrijvend document naar verwijst, antwoordt u op vraag 14 dat de follow-me oplossing geïntegreerd (embedded) moet worden op de Multifunctionele
Afdrukapparatuur. Mogen wij ervan uitgaan dat dit antwoord ook van toepassing mag worden geacht op onderhavige aanbesteding en in het bijzonder op deze eis?
Antwoord op vraag 9
Ja, alleen op de MFA’s
(…)
2.5.
Op 24 november 2015 heeft de Gemeente per brief aan Datascan, voor zover van belang, als volgt bericht:
“(…)
Geachte heer [persoon1] ,
In de afgelopen periode zijn de inschrijvingen beoordeeld die de gemeente Rotterdam
heeft ontvangen in het kader van de meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure
Follow-me printing software met kenmerk 3-332-15 van 15 oktober 2015. De gemeente
Rotterdam heeft 2 inschrijvingen ontvangen. De gemeente Rotterdam is voornemens de
opdracht te gunnen aan Canon Nederland N.V.
Uw inschrijving is als tweede geëindigd.
In deze brief delen wij met u de resultaten die u met uw inschrijving heeft behaald ten
opzichte van Canon Nederland N.V. In de onderstaande tabel zijn uw scores en de scores
van Canon Nederland N.V. opgenomen en kunt u onze motivering teruglezen op de door
u behaalde scores. Daar waar u de maximale score heeft behaald wordt de score niet
verder toegelicht.
Criterium Maximaal te behalen Datascan BV. Canon Nederland
aantal punten N.V.
Kwaliteit (Q)
KG-1 500 200 400
Implementatieplan
KG-2 Beheertaken 500 300 400
Totaal Kwaliteit 1000 500 800
Totaal Prijs € 161.066 € 133.174
Q/P 310 601
Toelichting scores:
Kwaliteit:
KG-1 Implementatieplan:
(…)
Verder wordt er gesproken over de inzet van middleware software. Het is niet duidelijk welke software en hoeveel verschillende pakketten dit betreft. Samenvattend is de beoordelingscommissie van mening dat uit de beschrijving blijkt dat in onvoldoende mate aan het doel van de Aanbestedende Dienst wordt beantwoord.
(…)”
2.6.
Datascan heeft bij brieven van 25 november 2015 en 2 december 2015 aan de Gemeente bericht het niet eens te zijn met de voorgenomen gunningsbeslissing. De Gemeente heeft bij brieven van 2 en 9 december 2015 aan Datascan bericht dat zij geen aanleiding ziet om tot heroverweging van de gunningsbeslissing over te gaan.
2.7.
Op 11 december 2015 heeft de Gemeente aan Canon bericht dat Datascan bezwaar heeft gemaakt tegen de voorgenomen gunningsbeslissing en dat Datascan tot en met 21 december 2015 de mogelijkheid heeft een kort geding procedure aanhangig te maken.

3.Het geschil

3.1.
Datascan vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. de Gemeente te gebieden de voorlopige gunning van de opdracht aan Canon in te trekken
binnen 72 uur na het in deze te wijzen vonnis; en
2. de Gemeente te gebieden om, voor zover zij de opdracht nog steeds wenst op te dragen,
deze aan geen ander te gunnen dan aan Datascan;
Subsidiair:
3. de Gemeente te gebieden binnen 21 dagen na het in deze te wijzen vonnis te verifiëren,
conform het te wijzen vonnis, of de inschrijving van Canon voldoet aan alle in het
Beschrijvend Document gestelde eisen; en
4. de Gemeente te gebieden, indien uit de hierboven bedoelde verificatie blijkt dat de
inschrijving van Canon niet aan alle in het Beschrijvend Document gestelde eisen voldoet, de opdracht te gunnen aan Datascan; en
5. de Gemeente te gebieden de aanbestedingsprocedure te schorsen en geschorst te houden
gedurende de tijd die gemoeid is met de hierboven bedoelde verificatie en Gemeente te
gelasten na bekendmaking van de uitkomst van de verificatie een standstill termijn van
minimaal 20 kalenderdagen in acht te nemen en Gemeente te verbieden gedurende die
termijn een overeenkomst te sluiten;
Primair en subsidiair
6. Te bepalen dat de Gemeente een dwangsom verbeurt van € 50.000,- per dag bij schending
van de hiervoor onder 1, 2, 3, 4, of 5 genoemde verboden of geboden;
7. De Gemeente te veroordelen in de kosten van deze procedure, een tegemoetkoming in de
door Datascan gemaakte kosten van juridische bijstand daaronder begrepen, alsmede de
nakosten ten bedrage van EUR 131,- zonder betekening en van EUR 199,- met betekening
van het in deze zaak te wijzen vonnis, met de aantekening dat als niet binnen twee weken
na wijziging van het vonnis aan de proceskostenveroordeling is voldaan daarover de
wettelijke rente verschuldigd is.
3.2.
De Gemeente voert verweer.
3.3.
Canon vordert, samengevat,
Primair:
Canon toe te staan tussen te komen in het geding;
de vorderingen van Datascan af te wijzen
de Gemeente te verbieden de Opdracht, voor zover deze reeds is gegund aan Canon, aan een ander te gunnen dan Canon, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
Subsidiair:
Canon toe te staan zich te voegen aan de zijde van de Gemeente en de vorderingen van Datascan af te wijzen
In alle gevallen
Datascan te veroordelen in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In het incident
4.1.
Het verzoek van Canon om te mogen tussenkomen is ter zitting toegewezen. Datascan en de Gemeente hebben beide bezwaar gemaakt tegen de tussenkomst. Die bezwaren zijn door de voorzieningenrechter verworpen op grond van het volgende.
Datascan heeft aangevoerd dat Canon in de incidentele conclusie geen zelfstandig vorderingsrecht van Canon bevat. Dit standpunt is onjuist, omdat zowel het lichaam van de incidentele conclusie als het petitum onder primair sub c) een zelfstandige vordering bevat.
de Gemeente heeft haar verweer gegrond op de stelling dat Canon ten onrechte zou uitgaan van een definitieve gunning aan haar, en niet van een voorgenomen gunningsbeslissing. Ook dat verweer acht de voorzieningenrechter onjuist. Blijkens de letterlijke tekst van vordering primair sub c) en de overige strekking van (de inhoud van) de conclusie stelt Canon slechts dat zij de winnende inschrijver is en dat de opdracht voorlopig aan haar is gegund. Dat is tussen partijen ook niet in geschil. Canon stelt niet dat reeds sprake is van een definitieve gunning.
Overigens heeft een (voorlopige) winnaar van een aanbestedingsprocedure volgens vaste jurisprudentie in beginsel steeds belang bij die status quo en kan zij nadeel ondervinden als een (voorlopige) verliezer in een kort geding tegen de aanbestedende dienst de voorlopige gunning kan aantasten, zodat ook om die reden grond bestaat de vordering om te mogen tussenkomen toe te wijzen. Dit geldt temeer nu niet is gesteld of gebleken dat de tussenkomst strijd oplevert met de goede procesorde.
In de hoofdzaak
4.2.
Het spoedeisend belang vloeit reeds voort uit de aard van de vorderingen.
4.3.
Het betreft hier een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure.
Aanbestedende diensten die onderhandse aanbestedingsprocedures organiseren zijn gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de werking van de redelijkheid en billijkheid in precontractuele verhoudingen. In dat kader dienen zij ook het transparantie- en het gelijkheidsbeginsel jegens de inschrijvers op de opdracht in acht te nemen.
Uit het door de aanbestedende dienst in acht te nemen transparantiebeginsel vloeit voort dat de voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze in de uitnodiging tot inschrijving (en de overige daarop gebaseerde aanbestedingsstukken) dienen te worden vermeld, opdat enerzijds alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde manier interpreteren, en anderzijds de aanbestedende dienst in staat is om daadwerkelijk na te gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria die op de opdracht van toepassing zijn. Een en ander brengt mede, dat de inschrijvers vooraf een duidelijk inzicht moeten hebben in de voorwaarden waaronder de aanbesteding plaatsvindt (zie HvJ EU 29 april 2004, zaak C-496/99, Succhi de Frutta). Een aanbestedende dienst is gehouden om de inschrijving overeenkomstig de door hem gestelde eisen te beoordelen, omdat anders in strijd met het transparantie- en gelijkheidsbeginsel zou worden gehandeld (zie gerechtshof ’s-Gravenhage, 21 februari 2012, LJN: BV6808).
4.4.
Datascan stelt dat de inschrijving van Canon onjuist is beoordeeld, omdat de software die Canon volgens haar inschrijving zal leveren aan de Gemeente, uniFLOW, niet voldoet aan de eis B5 van het Programma van Eisen en Proof of Concept, kort gezegd de eis dat software merkonafhankelijk geïntegreerd (embedded) moet kunnen worden aangesloten op multifunctionals.
4.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vorderingen van Datascan niet toewijsbaar zijn en overweegt daartoe als volgt.
4.6.
Datascan lijkt in dit geding wisselende standpunten in te nemen.
Zij stelt in de dagvaarding dat het merkonafhankelijk integreren van uniFLOW niet mogelijk is, omdat uniFLOW slechts op Canon hardware geintegreerd zou kunnen worden aangesloten. Datascan stelt dat UniFLOW software niet merkonafhankelijk is en niet zonder meer kan worden worden geïntegreerd op hardware van een ander merk dan Canon, terwijl bij het aansluiten door middel van een release station niet aan de eis wordt voldaan. Daarbij wijst Datascan erop dat uniFLOW is ontwikkeld door NT-Ware en dat Canon de meerderheid van de aandelen van NT-Ware in handen heeft.
Vervolgens lijkt Datascan, die in de dagvaardig nog stelde dat uniFLOW uitsluitend geintegreerd zou kunnen worden aangesloten op hardware van Canon, haar stellingen op dit punt enigszins te nuanceren. Zij reageert op door haar wederpartijen aangeleverde producties door te stellen dat uit de door Canon aan de Gemeente verstrekte informatie slechts is af te leiden dat de uniFLOW-software op de hardware van een beperkte groep hardware-leveranciers zou zijn aan te sluiten. Zij betoogt dat de groep te beperkt is, zodat ook als daar vanuit wordt gegaan geen sprake is van ‘merk onafhankelijk’ aan te sluiten software. Daarvoor zou immers, aldus Datascan, vereist zijn dat software op àlle relevante merken hardware zou kunnen worden aangesloten. Welke relevante merken dit zijn, stelt zij niet.
Ter zitting in haar tweede termijn heeft Datascan vervolgens gesteld dat unifFLOW reeds omdat Canon deze software heeft laten maken niet merkonafhankelijk kan zijn, omdat Canon (ook) een hardware producent is. Deze stelling werd later door Datascan wat genuanceerd, maar de strekking van het betoog van Datascan ter zitting bleef wel dat steeds een band zal bestaan tussen Canon en uniFLOW, die maakt dat andere hardware leveranciers dan Canon niet bereid zullen zijn de software op hun hardware te ondersteunen, zodat uniFLOW in feite niet merkonafhankelijk kan worden aangesloten.
4.7.
Uit het voorgaande blijkt reeds dat Datascan in dit kort geding veel verschillende stellingen heeft geponeerd, maar geen van die stellingen heeft zij voldoende onderbouwd om in dit kort geding de juistheid daarvan aan te kunnen nemen.
4.8.
Zonder bijkomende omstandigheden zijn zowel het aandeelhouderschap van Canon in NT-Ware als het gegeven dat zij tevens hardware producent is, onvoldoende om aan te nemen dat de uniFLOW software reeds daarom niet merkonafhankelijk is.
4.9.
Datascan heeft in feite slechts twee producties overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt dat de uniFLOW software niet voldoet aan de eis B5. Gelet ook op hetgeen hierna ten aanzien van productie 9 wordt overwogen, is dit onvoldoende om aannemelijk te achten dat uniFLOW software niet aan die eis voldoet.
Hierbij is van belang dat de Gemeente en Canon meerdere stukken hebben overgelegd die minder nietszeggend lijken dan door Datascan in reactie op deze stukken is betoogd.
4.10.
De Gemeente heeft onder meer als productie 3 foto’s overgelegd waaruit volgens haar volgt dat uniFLOW software is aan te sluiten op hardware van in elk geval de vier merken Hewlett-Packard, Konica Minolta, Samsung en Xerox.
In combinatie met de als productie 1 overgelegde brochure, waarin onder meer is opgenomen ‘uniFLOW Multi-Vendor Support’ en ‘Embedded applets are currently available for the following device brands (availability restricted for some regions): Canon, Konica Minolta, Hewlett-Packard, Samsung, Xerox’, acht de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk dat de uniFLOW software op verschillende merken hardware is aan te sluiten en, in zoverre, merkonafhankelijk is. Ook de als productie 2 overgelegde verklaringen van BITS lijken dat te ondersteunen, nu ook deze verklaringen zien op voornoemde vier merken.
4.11.
Voor zover Datascan stelt dat ook wanneer de software geïntegreerd kan functioneren op vier merken hardware, dit onvoldoende is om aan de eis dat ‘merk onafhankelijk’ moet kunnen worden aangesloten, geldt dat dit ziet op de uitleg die aan eis B5 moet worden gegeven.
Datascan heeft ter zitting betoogd dat uit de eis zodanig moest worden begrepen dat de Gemeente software wenste die op elk denkbaar merk hardware zou kunnen worden geïnstalleerd. de Gemeente en Canon hebben dit weersproken.
Die uitleg van Datascan acht de voorzieningenrechter naar voorlopig oordeel onjuist.
Zoals de Gemeente en Canon hebben aangevoerd kan de eis niet goed worden begrepen op de wijze dat is vereist is dat de aangeboden software op élk merk hardware dat ter wereld op de markt is moet kunnen functioneren, omdat dat technisch onmogelijk en niet goed denkbaar is. Uit hetgeen Datascan heeft aangevoerd volgt niet dat dit volgens haar wel reëel is.
Datascan stelt voorts dat voornoemde vier merken niet vallen onder ‘alle relevante merken’, maar daarvoor geldt ook dat niet uit de eis kan worden afgeleid dat software geïntegreerd moet kunnen worden op ‘alle relevante merken’, terwijl nergens uit is af te leiden om welke merken het dan zou gaan.
Op basis van de tekst van eis B5 is naar voorlopig oordeel de uitleg dat de software op ‘alle relevante merken hardware’ of ‘op alle denkbare merken hardware’ niet de uitleg die een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver uit de bepaling kan begrijpen.
Hetgeen Datascan heeft aangevoerd is hiervoor onvoldoende.
Overigens heeft Datascan ook niet gesteld dat zij de eis ten tijde van de inschrijving als zodanig heeft begrepen, maar lijkt het bezwaar op dit punt niet eerder te zijn ontstaan dan op het moment dat haar door de Gemeente bekend werd gemaakt dat de software is getest op de hardware van Hewlett-Packard, Konica Minolta, Samsung en Xerox en dus ook op andere merken dan Canon hardware kan draaien.
4.12.
Datascan heeft nog aangevoerd dat de Gemeente niet heeft willen aantonen op welke wijze ze heeft getoetst en vervolgens dat de Gemeente in dat kader niet mocht uitgaan van de juistheid van de stukken die Canon aanleverde.
De voorzieningenrechter acht dit standpunt onjuist, althans onvoldoende onderbouwd.
In beginsel mocht de Gemeente uitgaan van de juistheid van de door Canon aangeleverde stukken. Datascan heeft, zoals hiervoor reeds is overwogen, niet voldoende aannemelijk gemaakt dat die niet klopten. Voor zover in dit kort geding voorshands vast gesteld kan worden bestond in de gegeven situatie geen aanleiding tot nader onderzoek, anders dan het onderzoek dat door de Gemeente is uitgevoerd en waarvan de producties naar voorlopig oordeel genoegzaam blijk geven. Nu Datascan ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Gemeente haar voornemen tot gunning onvoldoende heeft gemotiveerd, bestaat geen aanleiding aan dit standpunt van Datascan conclusies te verbinden.
4.13.
Ten aanzien van de stelling van Datascan dat een andere hardware producent dan Canon niet zal willen inschrijven op een aanbesteding die impliceert dat de producent uniFLOW software op de hardware zou moeten ondersteunen, geldt dat Datascan dit standpunt slechts heeft onderbouwd met productie 9, welke productie kort gezegd een antwoord van Konica Minolta is op vragen van Datascan over een aanbestedingscasus waarin uniFLOW software een rol speelt.
Die productie acht de voorzieningenrechter echter niet voldoende om uit te gaan van de juistheid van het standpunt van Datascan, nu dit is weersproken en Canon ter zitting een voorbeeld heeft genoemd waaruit iets anders is af te leiden.
Canon heeft aangevoerd dat in Noorwegen een aanbesteding heeft plaatsgevonden voor hardware bij een grote zorginstelling waar gewerkt werd met uniFLOW software. In die aanbesteding heeft Konica Minolta, ondanks het vereiste te zullen moeten functioneren met uniFLOW, ingeschreven en Konica Minolta heeft die aanbesteding vervolgens ook daadwerkelijk gewonnen. De juistheid van het voorbeeld is door Datascan niet weersproken.
De voorzieningenrechter acht in deze situatie niet aannemelijk dat in zijn algemeenheid kan worden uitgegaan van een onbereidheid bij andere hardware leveranciers dan Canon om in te schrijven op een aanbesteding, wanneer de apparatuur moet functioneren met uniFLOW software.
Dat in alle gevallen enige afhankelijkheid zal bestaan van de leverancier van software, onder meer omdat bepaalde licenties moeten worden verstrekt, doet aan het vorenstaande niet af. Onvoldoende is gebleken dat daardoor sprake is van een reëele belemmering in welke zin dan ook.
4.14.
Zoals uit het voorgaande reeds volgt is de voorzieningenrechter van oordeel dat Datascan haar standpunt(en) onvoldoende heeft gemotiveerd. Zij heeft veel verschillende stellingen geponeerd, maar geen van de stellingen voldoende onderbouwd, om de juistheid van haar stellingen aannemelijk te maken.
4.15.
De Gemeente en Canon hebben daarentegen voorshands aannemelijk gemaakt dat de uniFLOW software wel aangesloten kan worden meerdere merken hardware en daarmee voldoet aan eis B5 van het Programma van Eisen en Proof of Concept.
4.16.
Op grond van het voorgaande zullen de vorderingen van Datascan, zowel de primaire als de subsidiaire, worden afgewezen, met veroordeling van Datascan in de proceskosten.
De kosten van de Gemeente worden begroot op:
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat €
816,00
Totaal € 1.435,00
Voor een zelfstandige veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten (€ 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Datascan niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak) een executoriale titel oplevert.
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis, met dien verstande dat de wettelijke rente over de in de proceskosten begrepen nakosten niet toewijsbaar is, omdat thans niet geheel bekend is vanaf welke datum de nakosten gemaakt zullen worden, zodat de verzuimdatum niet goed kan worden bepaald.
4.17.
Over de vorderingen van Canon, als tussenkomende partij, wordt als volgt geoordeeld.
4.18.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vorderingen van Datascan worden afgewezen. In de stellingen van de Gemeente ligt besloten dat zij nog steeds voornemens is verdere uitvoering te geven aan de gunningsbeslissing zoals kenbaar gemaakt in de brief van 24 november 2015. Bij die stand van zaken heeft Canon geen belang bij toewijzing van haar vorderingen. Deze zullen dan ook worden afgewezen.
4.19.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Canon in het kader van haar vorderingen worden veroordeeld in de kosten van de Gemeente. Deze kosten worden begroot op nihil, nu niet is gebleken dat de Gemeente als gevolg van die vorderingen extra kosten heeft moeten maken. Daarom kan een proceskostenveroordeling op dit onderdeel achterwege blijven.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in het incident
5.1.
staat de tussenkomst van Canon toe;
In de hoofdzaak, ter zake de vorderingen van Datascan
5.2.
wijst de vorderingen af;
5.3.
veroordeelt Datascan in de proceskosten van de Gemeente, tot op heden begroot op
€ 1.435,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na heden tot aan de dag der algehele voldoening;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak, ter zake van de vordering van Canon
5.5.
wijst het door Canon gevorderde af;
5.6.
bepaalt dat geen proceskostenvergoeding wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2016. [1]

Voetnoten

1.1634/2009