4.3.1.Ten aanzien van feit 1
Dat de verdachte op 6 september 2014 ‘s middags een bezoek heeft gebracht aan de kledingzaak ‘Gentlemen Mode’ te Oud-Beijerland en dat er in de nacht van 8 op 9 september 2014 bij deze herenmodezaak een ramkraak heeft plaatsgevonden waarbij vijf personen betrokken waren, vormt – ook naar het oordeel van de verdediging – geen punt van discussie. Betwist wordt dat bewezen kan worden dat verdachte één van de daders van de ramkraak is geweest.
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte samen met zijn vier medeverdachten de ramkraak heeft gepleegd en daarbij kledingstukken uit het winkelpand heeft weggenomen. Geen van de verdachten heeft inhoudelijk over de zaak willen verklaren. Hieronder zet de rechtbank haar bevindingen en visie op het bewijs uiteen.
Gebeurtenissen 6 september 2014 en de ramkraak
Op camerabeelden afkomstig van de bewakingscamera van Gentlemen Mode wordt gezien dat op 6 september 2014 rond 15:38 uur een drietal mannen de kledingwinkel binnenloopt. [verdachte] wordt door vijf verbalisanten herkend op de camerabeelden als één van de drie mannen en heeft zelf ook ter terechtzitting erkend dat hij de kledingzaak die dag heeft bezocht. De andere twee mannen worden door verbalisanten herkend als de verdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] .
Volgens verkoopmedewerkster [naam 1] die op 6 september in de winkel staat, lopen de drie mannen bij binnenkomst rechtstreeks naar de spijkerbroeken van het merk ‘Jacob Cohen’. Ook bekijken de mannen de kleding van het merk ‘GANT’ en ‘Stone Island’. De mannen verlaten de winkel zonder iets te kopen.
In de nacht van 8 op 9 september vindt er bij dit winkelpand een ramkraak plaats. Op de beelden van de bewakingscamera’s is te zien hoe één dader met een auto de pui van het winkelpand ramt waarna vier daders in nog geen drie minuten de winkel via het verbroken en verbogen rolhek betreden, een groot aantal kledingstukken in grote tassen stoppen en vervolgens de winkel via het rolhek weer verlaten. Door aangever [naam 2] wordt een plattegrond van de winkel aangeleverd waarop te zien is dat de route die de drie verdachten op 6 september 2014 in de winkel hebben gelopen nagenoeg identiek is aan de route die de daders van de ramkraak en de daadwerkelijke diefstal hebben afgelegd. Voorts blijkt dat de door de daders weggenomen kleding voornamelijk bestaat uit kleding van de merken Jacob Cohen, GANT en Stone Island: de merken die de drie verdachten op 6 september hebben bekeken. Het bezoek aan de winkel op 6 september kan gelet op deze bevindingen niet anders worden beschouwd dan als een voorverkenning.
Op de camerabeelden van 6 september is voorts te zien dat een vierde persoon buiten voor de winkel wacht terwijl de andere drie mannen de winkel betreden. Deze vierde persoon is een man en draagt een trainingsjas in de kleuren rood en grijs. [getuige 1] beschrijft dat deze vierde man hoort bij de andere drie mannen. [getuige 2] verklaart dat haar ex-vriend – [medeverdachte 3] – haar op haar laptop een filmpje heeft laten zien van drie mannen die in een winkel rondkijken. Uit onderzoek aan de laptop van [getuige 2] blijkt dat op 11 september 2014 een website is bezocht waarop een uitzending gewijd aan de ramkraak op Gentlemen Mode te zien was. [medeverdachte 3] heeft [getuige 2] gezegd dat hij hierbij aanwezig was maar dat hij niet op de beelden is te zien omdat hij buiten voor de winkel is blijven staan: hij was namelijk al eens eerder in die kledingzaak geweest. Uit nader onderzoek door de politie is gebleken dat deze verklaring van [getuige 2] informatie bevat die zij enkel van (één van de) vier mannen zelf heeft kunnen vernemen: in de tv-en radio uitzendingen over dit onderwerp is nimmer gesproken over het feit dat er tijdens de zogenoemde ‘voorverkenning’ op 6 september een persoon buiten voor de winkel is blijven wachten.
[naam 5] , het broertje van [medeverdachte 3] , verklaart bij de politie dat hij zijn broer op de beelden herkent als de persoon die buiten voor de winkel staat te wachten en er wordt bij een doorzoeking op het adres van [medeverdachte 3] door de politie een trainingsjas in de kleuren rood en grijs aangetroffen, gelijkend op de jas van de persoon die buiten wacht.
[naam 5] en [naam 6] verklaren voorts dat zij in één huis wonen met hun broer [medeverdachte 3] en dat [verdachte] en [medeverdachte 1] wel eens bij hen aan de deur kwamen voor een praatje. [naam 5] verklaart dat er enige tijd geleden door het groepje (waarmee hij met name lijkt te bedoelen: door [verdachte] en [medeverdachte 3] ) werd gesproken over ramkraken. Er werd gesproken over waar de winkels lagen en over welke merkkleding er in die winkels lag. [naam 5] verklaart dat werd verteld dat “ze” langs waren geweest en dat er dure kleding hing en dat ze bij Opsporing Verzocht beelden uit hadden gezonden waarop ze te zien waren.
Verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden in de periode rond de ramkraak op verschillende tijdstippen in elkaars aanwezigheid gesignaleerd. Zo ziet [verbalisant] op 18 september 2014 [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] samen lopen in Rotterdam en herkent hij op de beelden van 9 september 2014 afkomstig van een bewakingscamera van een kledingwinkel in Sliedrecht de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] wordt op 6 september 2014 niet met de andere vier verdachten gezien, maar op 9 september 2014 wel met drie van hen. Het bezoek van de mannen aan een kledingwinkel in Sliedrecht verloopt, blijkens de verklaring van het aanwezige winkelpersoneel, op identieke wijze als het bezoek op 6 september aan de kledingwinkel Gentlemen Mode. Er is sprake van bijzondere belangstelling voor exclusieve dure kleding zodanig dat het gedrag de aandacht trekt van het winkelpersoneel en er wordt niets gepast en gekocht.
Voorts blijkt uit een analyse van de historische belgegevens van de nummers in gebruik bij de verdachten dat er frequent telefonische contacten tussen de vijf verdachten plaatsvinden, waarbij met name [verdachte] een bijzondere positie inneemt. Hij heeft als enige verdachte met iedere medeverdachte afzonderlijk telefonisch contact.
Op grond van bovenstaande bevindingen concludeert de rechtbank dat de mannen op de camerabeelden van 6 september 2014 de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] betreffen die op die dag de voorverkenning hebben uitgevoerd voor de ramkraak.
Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat vier van de vijf verdachten op de camerabeelden van 6 september 2014 te zien zijn, komt zij toe aan de bespreking van de bewijsmiddelen die de rechtbank de overtuiging geven dat deze vier verdachten, samen met [medeverdachte 4] de ramkraak op Gentlemen Mode in de nacht van 8 op 9 september 2014 hebben gepleegd.
De overtuiging dat de vier verdachten op de camerabeelden van 6 september ook de daders van de ramkraak zijn baseert de rechtbank enerzijds op bewijsmiddelen die hierboven al zijn aangehaald en die een link leggen tussen de ramkraak en de gebeurtenissen op 6 september in het algemeen (en die dus niet specifiek een link leggen tussen de ramkraak en de
individueleverdachten), en anderzijds op de bewijsmiddelen die juist specifiek verband leggen tussen een bepaalde verdachte en de betreffende ramkraak. Nu [medeverdachte 4] geen deel uitmaakte van de groep die op 6 september 2014 een bezoek bracht aan Gentlemen Mode zal het bewijs van zijn aandeel bij de ramkraak bestaan uit bewijsmiddelen van het laatste soort.
Het bewijs dat in algemene zin bijdraagt aan de overtuiging dat de daders van de ramkraak dezelfde personen zijn als de personen die op 6 september 2014 de kledingwinkel hebben bezocht, wordt gevormd door de nagenoeg identieke route die is afgelegd door de verdachten tijdens het bezoek op 6 september 2014 en de daders van de ramkraak en de diefstal. De overtuiging wordt voorts versterkt door het feit dat bij de diefstal voornamelijk kleding is weggenomen van de merken waar de verdachten op 6 september specifiek aandacht aan besteedden. Bovendien zijn de verklaringen van [getuige 2] en [naam 5] op dit punt helder: voorafgaand aan de ramkraak hebben de daders een zogenaamde voorverkenning uitgevoerd. [getuige 2] gaat in haar verklaring nog een stapje verder nu zij verklaart dat [medeverdachte 3] haar heeft verteld dat de drie jongens op de camerabeelden van 6 september, een vierde jongen en hijzelf na de voorverkenning met een auto de winkel binnen waren gereden en kleding hadden meegenomen.
De bewijsmiddelen die een link leggen tussen de ramkraak en de verdachten als individu worden hieronder besproken. De rechtbank heeft middels tussenkopjes de bewijsmiddelen gecategoriseerd naar onderwerp en geeft aan het einde van ieder tussenkopje kort aan hoe zij door deze bewijsmiddelen in haar overtuiging wordt gesteund dat de verdachten het tenlastegelegde feit hebben begaan.
Aangetroffen kledingstukken
Bij de aanhoudingen en de doorzoekingen in de woningen van de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] (in de woning van de verdachte [medeverdachte 1] heeft geen doorzoeking plaatsgevonden) worden diverse kledingstukken aangetroffen van merken die tijdens de ramkraak bij Gentlemen Mode zijn weggenomen. Het betreffen spijkerbroeken van het merk Jacob Cohen, jassen van Stone Island, jassen van Woolrich, een jas van GANT, een jas van Hugo Boss, een jas van Jott en een vest van Mason’s. Bij een groot deel van de aangetroffen kledingstukken zijn de labels met daarop het artikelnummer er uit geknipt. De aangetroffen kleding betreft stuk voor stuk exclusieve kleding uit het duurdere segment. Voor een aantal van de onder verdachten aangetroffen items geldt dat deze in Nederland door de leveranciers van voornoemde merken zeer beperkt zijn geleverd. De rechtbank zal op een aantal kledingstukken nader ingaan.
Insluitingsfouillering en doorzoeking woning [medeverdachte 3]
Tijdens zijn insluitingsfouillering droeg [medeverdachte 3] een jas van het merk GANT, maat M, artikelnummer 70059. Aangever [naam 2] herkent deze jas als een jas die afkomstig was uit de collectie van Gentlemen Mode en die tijdens de ramkraak is weggenomen. [naam 2] verklaart dat maar tien andere winkels in Nederland deze jas hebben ingekocht.
Tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 3] worden in zijn kledingkast twee kledingetiketten aangetroffen van Gentlemen Mode. Deze etiketten hebben betrekking op een Jacob Cohen spijkerbroek maat 33-34. In de kast van zijn broer [naam 5] wordt een Jacob Cohen spijkerbroek maat 34-34 aangetroffen. [naam 5] verklaart bij de politie dat hij die broek uit de kast van [medeverdachte 3] heeft gepakt en dat zijn broer vier van zulke broeken in zijn kast had hangen. Op foto B (p. 286) die als bijlage bij het proces-verbaal van de doorzoeking is gevoegd en waarop de betreffende spijkerbroek staat afgebeeld is te zien dat aan de broek een prijskaartje hangt van Gentlemen Mode.
Op de telefoon van [naam 5] wordt voorts een vijftal foto’s aangetroffen van spijkerbroeken van het merk Jacob Cohen. Deze foto’s zijn gemaakt in de woning van Waterval en [medeverdachte 3] op 31 oktober 2014. Uit onderzoek aan de telefoon blijkt dat bij deze foto’s een link naar de website Marktplaats zichtbaar is. Uit informatie verkregen van Marktplaats blijkt dat er onder het account van [naam 6] (de andere broer van [medeverdachte 3] ) een advertentie is geplaatst waarin een Jacob Cohen spijkerbroek maat 33-34 te koop wordt aangeboden waarbij precies dezelfde vijf foto’s van spijkerbroeken zijn gevoegd die zijn aangetroffen op de telefoon van [naam 5] . In de advertentie staat dat voor vragen contact opgenomen kan worden via het mailadres [naam 5] . Door aangever [naam 2] wordt het prijskaartje dat op één van de foto’s zichtbaar is herkend als een prijskaartje dat afkomstig is uit zijn winkel. [naam 5] verklaart bij de politie dat [medeverdachte 3] , hem vroeg of hij zijn telefoon mocht lenen om foto’s te maken van kledingstukken en deze vervolgens op marktplaats te zetten. Op de telefoon worden voorts foto’s aangetroffen van een Woolrich jas (foto gemaakt één dag na de ramkraak en via een advertentie op marktplaats gezet) en van jassen van Stone Island.
Insluitingsfouillering en doorzoeking woning [medeverdachte 4]
Bij zijn insluitingsfouillering droeg [medeverdachte 4] een spijkerbroek van het merk Jacob Cohen en een winterjas van het merk Woolrich en tijdens een doorzoeking worden in zijn slaapkamer zes jassen aangetroffen van de merken Stone Island, GANT, Woolrich, Mason’s, Hugo Boss en Jott. Kleding van precies deze merken is tijdens de ramkraak bij Gentlemen Mode wegenomen. Ook worden er in zijn slaapkamer zes spijkerbroeken van het merk Jacob Cohen aangetroffen. Aangever [naam 2] herkent bovengenoemde kledingstukken als soortgelijke kleding die is weggenomen tijdens de ramkraak. De jas van GANT wordt zeer beperkt verkocht: maar vijf andere winkels in Nederland verkopen deze jas. De jassen van Hugo Boss en Mason’s zijn voorzien van een artikelnummer en die nummers komen overeen met de serie jassen die tijdens de ramkraak zijn weggenomen. Ten aanzien van de spijkerbroeken van Jacob Cohen merkt [naam 2] op dat één van deze broeken “uniek” is nu de achterzijde is ingelegd met roggeleer en Gentlemen Mode één van de vier locaties in Nederland is die deze broek heeft ingekocht. Het feit dat deze broek samen met de andere vijf spijkerbroeken van Jacob Cohen is aangetroffen maakt dat de aangever zeker weet dat al deze broeken in zijn winkel zijn weggenomen. Er is namelijk geen andere winkel in Nederland die al deze specifieke artikelen naast elkaar aanbiedt.
Jacob Cohen spijkerbroeken
Aangever [naam 2] verklaart dat de broeken van Jacob Cohen standaard worden geleverd met een los zakje in de kleuren rood of wit, met daarin een klosje garen. Elke broek heeft een eigen kleur garen en bij elke broek wordt met dit zakje die eigen kleur garen meegeleverd. Tijdens de doorzoekingen in de woningen van de verdachten zijn op verschillende plaatsen dergelijke zakjes met garen aangetroffen. Zo worden er in de woning van [verdachte] twee van deze zakjes aangetroffen en worden er op straat voor de woning van [medeverdachte 3] en in zijn kast eveneens dergelijke zakjes gevonden.
Kleding aangetroffen bij [naam 7]
Op 21 november 2014 voert de vriendin van verdachte [medeverdachte 2] , [naam 8] , een telefoongesprek met [naam 7] . Uit dit afgeluisterde gesprek valt op te maken dat [naam 8] spullen wil onderbrengen bij [naam 7] . [naam 8] zegt tijdens dit gesprek dat ze niet goed kan praten omdat ze wordt getapt maar dat ze de spullen uit haar huis wil hebben omdat de politie deze anders zal aantreffen tijdens een doorzoeking. [naam 7] zegt dat het goed is. Op 13 januari 2015 wordt in de woning op aanwijzing van [naam 7] een tas aangetroffen met daarin onder andere twee spijkerbroeken van het merk Jacob Cohen. Zij bevestigt dat zij deze tas op verzoek van [naam 8] in bewaring heeft.
Insluitingsfouillering verdachte [medeverdachte 2]
Tijdens zijn insluitingsfouillering droeg [medeverdachte 2] een spijkerbroek van het merk Jacob Cohen. Het artikelnummer in deze broek was nog zichtbaar en aangever [naam 2] verklaart dat een soortgelijke broek is weggenomen tijdens de ramkraak. Deze broek werd maar door vijf andere winkels in Nederland ingekocht.
Conclusie rechtbank ten aanzien van de aangetroffen kledingstukken
Onder [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn diverse kledingstukken aangetroffen van merken die bij de ramkraak in Oud-Beijerland zijn weggenomen. Het inkomen en de verdiensten van de verdachten afgezet tegen de verkoopprijs van de aangetroffen kleding maken het kopen van deze merkkleding welhaast onmogelijk en verdachten hebben geen plausibele verklaring willen geven die de herkomst van de onder hen aangetroffen kledingstukken kan verklaren.
Gelet hierop en gelet op het feit dat er kleding werd verstopt en ondergebracht bij derden en voorts is gebleken dat de kleding klaarblijkelijk niet enkel voor eigen gebruik werd aangewend (de kleding werd immers ook op marktplaats te koop aangeboden) kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat de aangetroffen kleding een illegale herkomst heeft.
Hoewel niet ieder kledingstuk vanwege het ontbreken van labels één op één geïdentificeerd kan worden als specifiek afkomstig uit de winkel Gentlemen Mode acht de rechtbank de kans dat de aangetroffen kleding afkomstig is uit een andere kledingzaak of andere kledingzaken dan Gentlemen Mode verwaarloosbaar klein. De door de politie en op genoemde foto’s aangetroffen kledingstukken vormen een vrijwel unieke verzameling kledingstukken; het kan niet anders zijn dan dat deze specifieke kledingstukken van betrekkelijk exclusieve merken, waarbij een aantal kledingstukken behoort tot specifieke series en enkele kledingstukken een label van Gentlemen Mode dragen, afkomstig zijn van Gentlemen Mode. De rechtbank heeft dan ook de overtuiging gekregen dat de onder de verdachten aangetroffen kleding afkomstig is van Gentlemen Mode en tijdens de ramkraak is weggenomen.
Scooters
Uit diverse getuigenverklaringen blijkt dat de daders van de ramkraak op scooters zijn weggevlucht. Er is één getuige die hierover een uitgebreide verklaring aflegt. Dit betreft [getuige 3] . Ongeveer een kwartier na de ramkraak op 9 september 2014 meldt deze getuige een verdachte situatie. Vanuit de richting van de Heinenoordtunnel ziet hij vier scooters met hoge snelheid zonder verlichting komen. De scooters droegen geen kentekenplaten en elke scooter voerde een grote tas mee. Op één scooter zag hij twee personen zitten en alle personen droegen een bivakmuts. [getuige 3] is achter de scooters aan gaan rijden omdat hij de situatie niet vertrouwde. Hij heeft de scooters een tijdje gevolgd en geeft een uitgebreide beschrijving van de kenmerken van deze scooters. Op enig moment wordt deze getuige door de politie uitgenodigd om in een loods een negentiental scooters te bekijken. De getuige wijst van deze negentien scooters drie scooters aan als scooters die hij in de nacht van 9 september 2014 heeft zien rijden. Hij beschrijft de overeenkomsten van de scooters die hij zag die nacht en de scooters die in de loods staan en onderbouwt waarom hij concludeert dat het dezelfde soort scooters betreft. De getuige is hierin heel gedetailleerd. Twee van de door de getuige aangewezen scooters zijn in beslag genomen onder de verdachte [medeverdachte 2] . Deze scooters werden in zijn voortuin en in de berging bij zijn woning aangetroffen. De andere scooter is in beslag genomen onder de [medeverdachte 4] nadat hij als bestuurder van deze scooter was aangehouden.
De getuige is naar eigen zeggen een groot liefhebber van scooters. Hij kan aan het geluid van een scooter horen wat voor een soort motor het is en direct zien welk merk en type scooter het betreft. De rechtbank beoordeelt zijn verklaringen als zeer betrouwbaar, gelet op de gedetailleerdheid ervan ten aanzien van de kenmerken van de door hem op 9 september 2014 waargenomen scooters waarvan er drie onder verdachten zijn aangetroffen.
Gelet op de bevindingen van [getuige 3] in de nacht van de ramkraak heeft de rechtbank de overtuiging gekregen dat deze getuige op de scooters de daders van de ramkraak heeft gezien en dat gelet op de herkenning van de scooters aangetroffen onder [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] deze twee verdachten deel uitmaakten van de groep die de ramkraak heeft gepleegd.
Tanken door [medeverdachte 4]
Op camerabeelden van het Shell tankstation aan de Maasboulevard in Rotterdam is te zien hoe twee mannen op 9 september 2014 omstreeks 00:29 uur hun scooters en twee jerrycans aftanken en wegrijden zonder te betalen. Opgemerkt wordt dat de scooters niet voorzien waren van kentekenplaten. [medeverdachte 4] wordt op de beelden herkend en bekent bij de politie dat hij één van de twee mannen was die getankt hebben zonder te betalen. Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 4] kort voor het tanken (tussen 00:13 en 00:19 uur) negen maal heeft getracht in contact te komen met de telefoon van [verdachte] . Voorts blijkt uit de camerabeelden van de ramkraak en uit het proces-verbaal van sporenonderzoek dat de auto waarmee de gevel en de pui van de kledingzaak Gentlemen Mode zijn geraakt, in brand is gestoken door de bestuurder. In en rondom de auto neemt de politie een benzinelucht waar. Gelet op het tijdstip van het tanken van de scooters en de jerrycans, het feit dat de scooters net als de scooters waarop de daders van de ramkraak vluchtten, geen kentekenplaten voerden, het belgedrag van [medeverdachte 4] en de constatering van de benzinelucht rondom de in de brand gestoken auto gaat de rechtbank ervan uit dat de brandstof in de jerrycan van pas zou komen voor het bijtanken van de scooters en het in brand steken van de auto die gebruikt is bij de ramkraak. Dit steunt de rechtbank in haar overtuiging dat [medeverdachte 4] één van de daders van de ramkraak is.
De ramauto
De auto waarmee de ramkraak is gepleegd, is op 7 september 2014 tussen 03:00 en 11:15 uur gestolen vanaf een parkeerplaats aan de Huigendijk te Rotterdam. Om 03:16 uur die dag belt het telefoonnummer van [verdachte] met een onbekend gebleven nummer en straalt op dat moment een zendmast in de buurt van de Huigendijk aan. Dit gegeven past goed in het scenario dat [verdachte] , al dan niet tezamen met één of meer andere leden van de groep, toen de ramauto verwierf. Deze bevinding steunt de rechtbank in haar overtuiging dat [verdachte] één van de daders van de ramkraak op Gentlemen Mode is geweest.
Geruite tas
Naast kleding wordt er tijdens de doorzoeking in de schuur bij de woning van [medeverdachte 3] een grote rode geruite tas aangetroffen gelijk aan de soort tas waarin de daders van de ramkraak de kleding afvoerden. Op de camerabeelden van de ramkraak zijn deze tassen goed te zien en ook [getuige 3] spreekt over personen op scooters met meerkleurige geruite tassen. Hoewel dergelijke tassen niet exclusief verkrijgbaar zijn wordt de rechtbank- naast het aantreffen van prijskaartjes van Gentlemen Mode in de kledingkast van [medeverdachte 3] - door de vondst van deze tas gesteund in haar overtuiging dat [medeverdachte 3] één van de daders van de ramkraak is geweest.
Broek met witte streep
Op de camerabeelden afkomstig van de bewakingscamera van Gentlemen Mode wordt gezien dat één van de mannen tijdens hun bezoek op 6 september 2014 een donkere trainingsbroek draagt met daarop een verticale witte streep lopend vanaf de knie naar de onderkant van de broekspijp. Deze man wordt door een verbalisant herkend als zijnde de verdachte [medeverdachte 1] . Op de camerabeelden van de ramkraak is te zien dat één van de daders zo’n zelfde soort broek draagt. Deze bevinding steunt de rechtbank in haar overtuiging dat [medeverdachte 1] één van de daders van de ramkraak op Gentlemen Mode is geweest.
Concluderend en alles in onderlinge samenhang en verband beschouwd volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de aangehaalde bewijsmiddelen dat de hierboven genoemde vijf verdachten een ramkraak hebben gepleegd op de kledingzaak “Gentlemen Mode” en dat hierbij door de verdachten diverse kledingstukken van de merken Jacob Cohen, Stone Island, Hugo Boss en GANT zijn weggenomen.
4.3.2.Ten aanzien van feit 2
Op dinsdag 15 juli 2014 omstreeks 03:30 uur heeft een ramkraak plaatsgevonden in de kledingwinkel Blue Hotel by Reporter (hierna: Blue Hotel) gevestigd te Ridderkerk aan het Koningshof 106-108. De daders hebben met een gestolen auto de gevel van de winkel geramd waarbij zij het rolluik en de toegangsdeuren hebben vernield. De daders hebben een grote hoeveelheid kleding van de exclusieve merken Stone Island en Sundek meegenomen. De drie daders zijn vervolgens vertrokken op twee zwarte scooters. De daders waren drie in het zwart geklede, gemaskerde jongemannen. De daders hebben de kleding in plastic tassen gestopt. De kentekenplaten waren van de scooters verwijderd. Betwist wordt dat bewezen kan worden dat verdachte één van de daders van de ramkraak is geweest.
Naar het oordeel van de rechtbank kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte samen met zijn medeverdachte en een onbekend gebleven mededader de ramkraak heeft gepleegd en daarbij kledingstukken uit het winkelpand heeft weggenomen. Geen van de verdachten heeft inhoudelijk over de zaak willen verklaren. Hieronder zet de rechtbank haar bevindingen en visie op het bewijs uiteen.
Voorverkenning
Op maandag 14 juli bezoeken twee jongemannen de kledingwinkel tussen drie en vier uur in de middag. Zij trekken de aandacht van het personeel door hun gedrag. Ze bekijken de collectie van de winkel, merken op dat de winkel mooie merken heeft en vragen naar enkele andere exclusieve merken. Ze hebben bijzondere aandacht voor de rekken van de zwembroeken, het rek van de jasjes en het rek met de truitjes en de sweaters. [medeverdachte 2] wordt later herkend als één van beide bezoekers. [getuige 4] herkent de rastajongen, [medeverdachte 2] , en de jas die hij aanheeft bij de voorverkenning bij Gentlemen Mode, wanneer haar beelden daarvan worden getoond. Het telefoontoestel van [verdachte] straalt op 14 juli omstreeks 14:35 uur de zendmast op de P.C. Hoofdstraat 10 te Ridderkerk aan. Dit is in de nabijheid van Blue Hotel.
Gereed zetten ramauto
Op maandagavond 14 juli omstreeks 22.00 uur is [getuige 5] aan het hardlopen. Zijn aandacht wordt getrokken door twee jongemannen met een grijze Ford Ka en een Citroën Picasso. De jongeman in de Citroën Picasso heeft halflang rastahaar en is ongeveer 25 jaar oud volgens de getuige. Hij parkeert de auto en loopt vervolgens in de richting van de Ford Ka die op hem staat te wachten met draaiende motor. Voor de ramkraak is een Citroën Picasso gebruikt. [verdachte] heeft op dat moment de beschikking over een grijze Ford Ka. Om 23:08 uur die avond hebben de telefoontoestellen van [medeverdachte 2] en [verdachte] met elkaar contact, terwijl het toestel van [verdachte] een zendmast op de Sportlaan 2 te Ridderkerk aanstraalde.
Herkenning kledingstukken
In de fouillering van [verdachte] zijn een zwarte jas en een blauwe trui aangetroffen. [getuige 4] heeft deze goederen A.3.3 en A.3.1 herkend als goederen die in de collectie van Blue Hotel aanwezig waren. Bij de doorzoeking in de woning van [verdachte] wordt een zogenaamde paaltjessleutel gevonden; een dergelijke sleutel is gebruikt door de daders van de ramkraak. Er ontbrak namelijk een ijzeren paaltje waardoor de toegang tot de winkelstraat en Blue Hotel open was.
[medeverdachte 2] droeg bij de voorverkenning bij Gentlemen Mode een exclusieve zwarte jas van het merk Stone Island die slechts aan een viertal winkels in Nederland, waaronder Blue Hotel, is geleverd. Bij [naam 7] is een grijs shirt, merk Stone Island, maat M, aangetroffen; [naam 8] , de vriendin van [medeverdachte 2] , heeft dat bij haar vriendin [naam 7] ondergebracht om ontdekking door de politie te voorkomen, zo kan worden afgeleid uit het hierboven aangehaalde afgeluisterde telefoongesprek tussen beiden.
Bij de bespreking van het bewijs voor het eerste feit heeft de rechtbank aandacht besteed aan de samenstelling van de groep. De verdachte en zijn medeverdachte behoorden indertijd tot een groep jongemannen die regelmatig contact met elkaar onderhielden. Dit bleek zowel uit verklaringen als uit het onderzoek naar de telecomgegevens. Aan de orde kwam tevens dat de kledingstukken die bij Gentlemen Mode zijn buit gemaakt, werden aangetroffen onder leden van de groep. De rechtbank gaat ervan uit dat ook de van Blue Hotel buitgemaakte kleding onder leden van de groep is verspreid. Het gegeven dat kledingstukken zijn aangetroffen bij [medeverdachte 4] en [naam 5] alsmede foto’s van kledingstukken op het telefoontoestel van [medeverdachte 4] en dat van [naam 5] die worden herkend door de medewerkers van Blue Hotel, draagt naar het oordeel van de rechtbank bij aan het bewijs van feit 2.
[naam 5] heeft volgens zijn verklaring van [verdachte] een zwembroek van het merk Sundek gekregen voor zijn vakantie.
Op foto 1 in het toestel van [naam 5] is een foto van een jas te zien met het prijskaartje van Blue Hotel er nog aan.
Bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 4] worden enkele kledingstukken van de merken Sundek en Stone Island aangetroffen; het gaat om de goednummers B.2.08, B.2.12, B.2.13, B.2.14 en B.2.17.
De jas op de foto in het telefoontoestel van [medeverdachte 4] wordt eveneens herkend aan zijn bijzondere eigenschappen.
Opmerking verdient dat de foto van de jas in het toestel van [medeverdachte 4] gedateerd wordt op 16 juli 2014 en dat het shirt B.2.14 door hem is gedragen in de periode van 18 tot 20 juli 2014.
De verzameling van de onder beide verdachten en onder [naam 5] en [medeverdachte 4] aangetroffen kleding alsmede de beide jassen op beide foto’s vormen een zeer specifieke verzameling goederen. Het gaat om goederen van twee exclusieve merken die slechts beperkt geleverd worden aan kledingzaken. De jas die [medeverdachte 2] droeg bij de voorverkenning bij Gentlemen Mode, was exclusief en zeer beperkt verkrijgbaar. Op foto 1 op het toestel van [naam 5] was het prijskaartje van Blue Hotel nog aanwezig. Gelet op het bijzondere karakter van de samenstelling van deze verzameling kledingstukken, die daadwerkelijk zijn aangetroffen en die staan op foto’s gemaakt door verdachten, kan het niet anders zijn dan dat deze kledingstukken afkomstig zijn van de ramkraak bij Blue Hotel.
Beide verdachten hebben voorbereidingshandelingen voor de ramkraak verricht door een voorverkenning uit te voeren en de ramauto gereed te zetten. Zij en andere leden van hun groep zijn vervolgens in het bezit van buitgemaakte kleding en foto’s daarvan. Beide verdachten geven geen enkele verklaring voor hun aanwezigheid in Ridderkerk op 14 juli 2014 in de middag en vervolgens in de avond. Ook geven ze geen aannemelijke verklaring voor het bezit van de kostbare gestolen kleding die bij henzelf is aangetroffen. Verder stelt de rechtbank vast dat het tweede feit opmerkelijke overeenkomsten met het eerste feit vertoont, zowel in werkwijze (voorverkenning, ramkraak met gestolen auto, gebruik scooters) als in het object (kledingwinkel) en de buit (exclusieve herenkleding). De rechtbank concludeert dan ook dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte en zijn medeverdachte dit feit hebben begaan.