Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 april 2015, met producties;
- de incidentele conclusie tot nietigverklaring van de dagvaarding tevens conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 4 november 2015 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de zittingsagenda van 3 december 2015;
- de conclusie van antwoord in het incident tot nietigverklaring van de dagvaarding;
- de akte ter voorbereiding op de comparitie van partijen van Steelforce c.s.. met producties;
- het faxbericht van de advocaat van Thoresen van 20 januari 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 25 januari 2016;
- de brief van de advocaat van Thoresen van 3 februari 2016;
- de brief van de advocaat van Steelforce c.s. van 5 februari 2016;
- het faxbericht van de advocaat van Thoresen van 11 februari 2016.
2.Het geschil in de hoofdzaak en het geschil in het incident
carrierop de cognossementen;
- de inhoud van de dagvaarding is uiterst summier en bevat geen gronden van eis; de dagvaarding vermeldt niet op welke grond Thoresen aansprakelijk zou zijn jegens Steelforce c.s. en het is voor Thoresen onmogelijk om concreet van antwoord te dienen;
- Steelforce c.s. noemen geen enkele juridische grondslag voor de eis c.q. voor de beweerdelijke aansprakelijkheid; de dagvaarding biedt terzake geen enkele duidelijkheid of houvast;
- niet duidelijk is of de beweerdelijke vordering van Steelforce c.s. een contractuele of buitencontractuele vordering op Thoresen betreft; evenmin wordt aangegeven welk recht de gestelde vordering beheerst, zodat ook niet duidelijk is naar welk recht verweer moet worden gevoerd;
- Steelforce c.s. volstaan in weerwil van artikel 111 lid 2 sub d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) en artikel 120 lid 1 Rv met de enkele niet nader onderbouwde stelling dat Thoresen aansprakelijk is zonder daarbij enige grond aan te voeren voor die aansprakelijkheid; Steelforce c.s. leggen niet uit dat en waarom Thoresen volgens het toepasselijke recht aansprakelijk zou zijn jegens Steelforce c.s. voor het gevorderde bedrag van € 372.000,00;
- omdat er geen gronden zijn genoemd, is sprake van een ernstig gebrek in de dagvaarding; de onderhavige dagvaarding beantwoordt dus niet aan de functie van een dagvaarding, te weten die van een inleidend processtuk waarin de rechtsstrijd wordt bepaald; de onderhavige dagvaarding moet derhalve nietig worden verklaard.
- aangehaald voor zover relevant en samengevat - de volgende argumenten aan:
- Thoresen is eigenaar van het zeeschip ‘Thor Insuvi’, dat zij door middel van een fixture van 9 januari 2015 (prod. 1a van Thoresen) in tijdbevrachting heeft gegeven aan het bedrijf Sinoriches Enterprises Co. Ltd. (hierna: Sinoriches), waarop verder van toepassing is (zijn) een time charter van 20 januari 2014 (prod. 1b van Thoresen) en rider clauses (prod. 1c van Thoresen);
- Thoresen en Sinoriches zijn hierbij overeengekomen dat de kapitein van de ‘Thor Insuvi’ cognossementen mag ondertekenen voor de door Sinoriches gepresenteerde lading, zulks onder de uitdrukkelijke beperking dat het dan om cognossementen moet gaan die zijn opgesteld conform de “Mate’s of Tally’s Receipts”; het gaat hier om het ondertekenen van een cognossement door de kapitein zélf; ook is mogelijk dat de kapitein niet zélf het cognossement ondertekent maar een andere partij machtigt om dit voor en namens hem te ondertekenen; in dit geval zijn door Thoresen, althans de kapitein van de ‘Thor Insuvi’, twee scheepsagenten gemachtigd om dit te doen, namelijk de bedrijven Taipyong Shipping Co. Ltd. en Shinyang Shipping Agency Co. Ltd.; andere tot ondertekening van de cognossementen gemachtigde partijen zijn er niet;
- Steelforce c.s. beroepen zich op zes ‘schone’ cognossementen, met nummer TIPR101, TIPR102, TIPR103, TIPR104, TIPR105 en TIPR106; van deze zes ‘schone’ cognossementen zijn door Thoresen twee versies in het geding gebracht, namelijk een versie die deel uitmaakt van haar productie 8 en een versie die deel uitmaakt van haar productie 9; eerstgenoemde versie cognossementen is ondertekend door Sejung Ocean Shipping Co. Ltd. en de als tweede genoemde versie door Banseok Shipping Co. Ltd.; zoals volgt uit het voorafgaande gaat het hier om partijen die niet tot ondertekening van de cognossementen gemachtigd waren; de cognossementen waarop Steelforce c.s. zich beroepen zijn dus onbevoegd afgegeven;
- verder wordt de (omvang van de) schade waarvan vergoeding wordt gevorderd betwist.
3.De beoordeling
in het incident
- Thoresen is eigenaar van het zeeschip ‘Thor Insuvi’;
- op of omstreeks 3 februari 2015 zijn rollen metaaldraad (hierna ook te noemen: de lading) in de haven van Pohang, Zuid-Korea, in ontvangst genomen ten vervoer met de ‘Thor Insuvi’ naar Rotterdam;
- voor dit vervoer zijn mate’s receipts opgemaakt met daarop de volgende bemerkingen:
aantal rollen metaaldraad; Rechtbank] COILS - STOWED AT OPEN STORAGE YARD AND PARTLY RUST-STAINED AND SCRATCHED/CHAFED ON VISIBLE SURFACE PRIOR TO LOADING.
aantal rollen metaaldraad; Rechtbank] COILS - SOME STRANDS WERE PARTLY BENT PRIOR TO LOADING.”;
- In hold no. 2 the coils were found stowed all over, apparently 7 high. The coils were found sagged / out of shape to varying degrees (coils in the bottom layers heavily out of shape / overhanging).
- In hold no. 3 the coils were found stowed all over up to 7 high. The coils were found sagged / out of shape to varying degrees (coils in the bottom layers heavily out of shape / overhanging).
- In the front part of hold no. 4, 2 rows of coils stowed up to 4 high. Behind this stow we noted an empty space of about 3 to 4 metres length, although the initial stowage plan showed coils stowed all over the hold. In the aft and centre part of the hold the coils were stowed up to 8 high. The coils were found sagged / out of shape to varying degrees (coils in the bottom layers heavily out of shape / overhanging). The front part of the aft / centre stow was dangerously overhanging. We investigated the matter on board of the vessel and were informed by the Chief-Officer that the carriers shifted the initially stowed coils (about 3 rows for more or less 280 coils) in China to the aft part of the hold, for loading some heavy steel reels on the tanktop plating. In the 5 cargo holds some steel constructions (project cargo) were loaded in China on top of the wire rods. All this cargo was discharged during a call at Iskenderun / Turkey.
- In hold no. 5 the coils were stowed in 2 large stacks. In the aft part of the hold, 5 rows of coils stowed up to 4 high were stowed. In the front and centre part of the hold the coils were stowed up to 7 high. The coils were found sagged / out of shape to varying degrees (coils in the bottom layers heavily out of shape / overhanging).
- No sea water infiltration was noted during the opening hatch survey.
- No shift of cargo was noted, except the sagging / overhanging of the coils.
- The coils of the 6 Bs/L were stowed mixed in the cargo holds. It should be noted that each B/L corresponded to wire with one diameter and one colour mark.
- In all the holds the coils were secured by steel straps. During the further discharging operations it appeared that each coil was secured to both adjacent coils of the layer underneath. Additionally, straps were locally tautened to the adjacent coils of the same layer.
de inhoudis van deze rechtsverhouding tussen Steelforce c.s. en Thoresen. Steelforce c.s. baseren hun vorderingen namelijk op zes ‘schone’ cognossementen, terwijl Thoresen betwist dat zij schone cognossementen heeft afgegeven. Volgens Thoresen zijn er voor het vervoer van de lading zes cognossementen afgegeven met daarop de volgende bemerkingen (prod. 10 van Thoresen):
aantal rollen metaaldraad; Rechtbank] COILS - STOWED AT OPEN STORAGE YARD AND PARTLY RUST-STAINED AND SCRATCHED/CHAFED ON VISIBLE SURFACE PRIOR TO LOADING.
aantal rollen metaaldraad; Rechtbank] COILS - SOME STRANDS WERE PARTLY BENT PRIOR TO LOADING.
schaaf-/schuurplekken (“chafed”) op een deel van (“partly”) de rollen metaaldraad bij de inontvangstneming van de lading in Pohang voor vervoer naar Rotterdam, doet dat niet af aan de aansprakelijkheid van Thoresen als vervoerder onder cognossement voor de door Steelforce c.s. geleden schade die het gevolg is van de wijze waarop deze rollen metaaldraad zijn vervoerd in het schip zoals hierboven in r.o. 3.8 uiteen is gezet. Bij gebreke van andere verweren is Thoresen dan ook aansprakelijk voor deze schade.
- cognossement TIPR101: 1.241
- cognossement TIPR102: 1.267
- cognossement TIPR103: 2.471
- cognossement TIPR104: 1.191
- cognossement TIPR105: 1.244
- cognossement TIPR106: 2.162
- totaal 9.561.
- verwijderingskosten (“Extra costs for removal of excessive lashings”) € 30.225,00
- “Loss of dicharging rate due to overhanging cargo” € 38.476,65
- extra loskosten (“Discharging operations of the dangerously
- sorteringskosten (“Extra handling costs for sorting out at Almelo”) € 56.185,77
- Subtotaal €139.706,02
- minus bruto-restwaarde 35 beschadigde coils € 11.410,80
- Eindtotaal €128.295,22.
€ 11.410,00.
€ 80,00. Gesteld noch gebleken is dat deze koper uiteindelijk is teruggekomen van deze door haar van Steelforce c.s. bedongen voorwaarde. Aangezien vast is komen te staan dat Thoresen deze 35 beschadigde rollen metaaldraad heeft verkocht, mag dan ook aangenomen worden dat deze koper deze rollen metaaldraad daadwerkelijk bij Thoresen is komen ophalen en daarvoor kosten heeft moeten maken. Gelet op genoemd aantal van 12,75 uren dat met dit ophalen kennelijk gemoeid is geweest en het hiervoor geldende uurtarief van
€ 80,00, die de rechtbank niet onredelijk voorkomen, is dan ook komen vast te staan dat Steelforce c.s. gerechtigd waren genoemd bedrag van € 1.020,00 in mindering te brengen op de koopsom die zij voor deze 35 beschadigde rollen metaaldraad hebben ontvangen.
- dagvaardingskosten € 113,55
- vastrecht € 3.864,00
- salaris advocaat hoofdzaak € 2.842,00 (2 punten x € 1.421,00)
- totaal € 6.819,55.