Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 mei 2015 alsmede de door SFI op de rolzitting van 16 september 2015 in het geding gebrachte producties 1-9 ter onderbouwing van de betekening van de dagvaarding aan Fruttaviva ingevolge EU-Verordening 1393/2007;
- de incidentele conclusie van eis, met producties;
- de incidentele conclusie van antwoord, met producties.
2.Het geschil in de hoofdzaak
- SFI heeft met Fruttaviva via telefonische contacten en een wisseling van e-mailberichten in maart 2015 een overeenkomst gesloten inzake de verkoop en levering aan Fruttaviva van 1.560 dozen blauwe bessen voor een prijs van € 14,50 per doos (hierna: de Koopovereenkomst);
- als leveringsconditie gold af adres DL Logistics, Klappolder 191 te Bleiswijk, “eigen vervoer”;
- op haar factuur verwijst SFI naar haar verkoopvoorwaarden; deze houden in een onverwijlde controle door de koper op de plaats waar de goederen worden afgeleverd, in het onderhavige geval Bleiswijk; dezelfde controleverplichting van Fruttaviva volgt ook uit het Weens Koopverdrag;
- de facturen moesten binnen veertien dagen zijn betaald, zo volgt uit genoemde verkoopvoorwaarden, hetgeen SFI heeft nagelaten;
- Fruttaviva heeft de dozen blauwe bessen op 27 maart 2015 zonder enig voorbehoud in ontvangst genomen;
- eerst later, op 30 maart 2015, heeft Fruttaviva geklaagd; Fruttaviva was echter veel te laat met haar klacht, die bovendien nergens op was gebaseerd;
- niettemin heeft SFI - zonder haar recht op betaling van de verkoopprijs prijs te geven - de dozen blauwe bessen teruggenomen en, voor zover nog mogelijk was, doorverkocht, zij het tegen een geringe opbrengst;
- voor deze doorverkoop heeft SFI diverse kosten moeten maken;
- dit heeft geleid tot een vordering van SFI op Fruttaviva ter hoogte van € 19.019,36, welk bedrag resteert na aftrek van vorenbedoelde kosten van de door SFI gerealiseerde verkoopopbrengst van € 22.500,00;
- Fruttaviva is gehouden tot betaling van genoemde hoofdsom van € 19.019,36 alsmede de daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf 1 mei 2015 en buitengerechtelijke kosten van € 1.167,88;
- op 28 april 2015 heeft de raadsman van SFI Fruttaviva gesommeerd tot betaling van het op dat moment door Fruttaviva verschuldigde bedrag van € 20.334,05; Fruttaviva is echter niet overgegaan tot betaling hiervan;
- de rechtbank Rotterdam is bevoegd op grond van een forumkeuze; daarnaast is de rechtbank Rotterdam bevoegd op grond van artikel 5 lid 1(a) van EG-Verordening nr. 44/2001 (hierna: de EEX-Verordening).
3.Het geschil in het incident
- op het onderhavige geschil tussen Fruttaviva en SFI is een exclusieve forumkeuze voor het gerecht te Bologna, Italië, van toepassing;
- tussen SFI en Fruttaviva loopt over hetzelfde onderwerp een procedure bij dit gerecht te Bologna;
- de onderhavige zaak behoort tot de bevoegdheid van de kantonrechter omdat de vordering van SFI niet meer dan € 25.000,00 bedraagt.
4.De beoordeling in het incident
Inleiding
beide partijenals bedoeld in het vormvereiste onder b) van artikel 25 EEX II-Vo af te leiden. Geconcludeerd moet dan ook worden dat de forumkeuze voor deze rechtbank waar SFI een beroep op doet niet voldoet aan dit vormvereiste. Van een rechtsgeldige forumkeuze voor deze rechtbank is dan ook geen sprake. Het door SFI gedane bewijsaanbod is tegen het licht van het voorgaande te weinig specifiek en wordt gepasseerd.
a) op het tijdstip waarop het stuk dat het geding inleidt of een gelijkwaardig stuk bij het gerecht wordt ingediend, mits de eiser vervolgens niet heeft nagelaten te doen wat hij met het oog op de betekening of de kennisgeving van het stuk aan de verweerder moest doen, of
a) ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst, voor het gerecht van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd;
Rechtbank]
-komt vast te staan dat de zaak voor het gerecht te Bologna eerder is aangebracht dan de onderhavige zaak, dient deze rechtbank zich eveneens onbevoegd te verklaren zodra het gerecht te Bologna zich bevoegd heeft verklaard, waarbij het niet uitmaakt of dat wel of niet gebeurd is op grond van een exclusieve forumkeuze in de zin van artikel 25 EEX II-Vo.
5.De beslissing
1 oktober 2016waarbij de meest gerede partij de zaak kan opbrengen indien zich relevante verwikkelingen hebben voorgedaan ten aanzien van de vraag of het gerecht te Bologna zich bevoegd acht op grond van een exclusieve forumkeuze in de zin van artikel 25 EEX II-Vo;