ECLI:NL:RBROT:2016:2193
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 januari 2016 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de schuldsaneringsregeling van een schuldenares. De bewindvoerder had verzocht om tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling, omdat de schuldenares tekortgeschoten zou zijn in haar verplichtingen, waaronder de informatieverplichting en de sollicitatieverplichting. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de schuldenares niet in staat was om zelfstandig aan deze verplichtingen te voldoen, mede gezien haar situatie van beschermingsbewind. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nieuwe schulden zijn ontstaan, maar dat dit op zichzelf niet voldoende is om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De rechtbank heeft benadrukt dat de schuldenares nu een laatste kans krijgt om de regeling succesvol af te ronden en dat zij zich bewust moet zijn van de verplichtingen die hieruit voortvloeien. De rechtbank heeft de aanvraag tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling afgewezen.