ECLI:NL:RBROT:2016:2687
Rechtbank Rotterdam
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot bijstandsuitkering en terugvordering
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 april 2016 uitspraak gedaan in het geschil tussen verzoekster, die bijstandsuitkering ontving, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Verweerder had bij besluit van 6 januari 2015 het bezwaar van verzoekster tegen eerdere besluiten ongegrond verklaard, wat leidde tot een beroep van verzoekster. Tijdens de zitting op 11 november 2015 heeft verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht. Verweerder heeft vervolgens, gelet op de medische situatie van verzoekster, een voorstel gedaan om het terugvorderingsbedrag met 33,3% te verlagen, wat verzoekster heeft geaccepteerd. Na intrekking van het beroep heeft verzoekster verzocht om een proceskostenveroordeling, waarop verweerder zich heeft verzet.
De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel er sprake was van een tegemoetkoming door verweerder, dit niet leidt tot een proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelde dat verzoekster haar inlichtingenplicht had geschonden door niet te melden dat zij een gezamenlijke huishouding voerde met haar ex-partner. Dit was een belangrijke reden voor de terugvordering van de bijstandsuitkering. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden van verzoekster, hoe verdrietig ook, geen dringende reden vormden om van de terugvordering af te zien. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat het aan verzoekster zelf te wijten was dat zij beroep had moeten instellen. De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenplicht en de bereidheid van bestuursorganen om tot een oplossing te komen zonder dat dit leidt tot onterecht hoge proceskostenvergoedingen.