Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding in vrijwaring van 23 december 2015, met producties,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties,
- de akte wijziging van eis, tevens houdende overlegging productie, met een productie
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De feiten
Bestekparagraaf 00, 01, 30, 31, 34 en 46 (…)
3.De vordering in de vrijwaringszaak
- voor recht te verklaren dat Hermeta Gevelbouw aansprakelijk is jegens Vorm Bouw voor de schade van (de leden van) VvE Merwehoofd Spits uit hoofde van waardevermindering als gevolg van de gebreken als benoemd onder de primaire vordering,
- Hermeta Gevelbouw te veroordelen tot het betalen aan Vorm Bouw van de door deze aan (de leden van) VvE Merwehoofd Spits te betalen schadevergoeding nader op te maken bij staat, op grond van de hiervoor bedoelde waardevermindering van het gebouwde, zulks binnen één week na het vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn,
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling in het incident
“(…) waarbij voor de relatie tussen deze voorwaarden van de hoofdaannemingsovereenkomst de rangorderegeling van de hoofdaannemingsovereenkomst geldt en waarbij in plaats van “aannemer” “opdrachtnemer” moet worden gelezen. Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben voor wat betreft het door de opdrachtnemer uit te voeren onderdeel ten opzichte van elkaar dezelfde rechten en verplichtingen als de principaal en de opdrachtgever ten opzichte van elkaar hebben (…)”.
452,00(1,0 punt × tarief € 452,00)