Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.Het verzoek
belang – het volgende ten grondslag gelegd.
4.Het verweer en het zelfstandig tegenverzoek
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 77). Hoewel het veelvuldig en zonder gegronde reden te laat op werk verschijnen ook in het geval van [verweerder] aan de orde lijkt te zijn, kan de situatie van [verweerder] gelet op zijn beperkingen en privéomstandigheden niet op één lijn worden gesteld met dit in de wetsgeschiedenis genoemde voorbeeld. Weliswaar heeft [verweerder] zich jegens Stroomopwaarts onvoldoende welwillend opgesteld ten aanzien van de hem geboden, passende, functie in Vlaardingen en valt hem dit gedrag te verwijten, maar [verweerder] heeft aanvankelijk wel over tewerkstelling bij TBV te Vlaardingen willen praten en hij heeft ook enige werkzaamheden bij TBV verricht. Er is in dit geval dan ook geen aanleiding om het gedrag van [verweerder] te kwalificeren als ernstig verwijtbaar.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Uit voornoemde feiten en omstandigheden volgt immers dat Stroomopwaarts binnen haar mogelijkheden van alles heeft geprobeerd om [verweerder] tegemoet te komen ten aanzien van zijn privéomstandigheden, maar dat zij daar uiteindelijk door toedoen van [verweerder] niet in is geslaagd. Er is derhalve geen aanleiding om aan [verweerder] een billijke vergoeding toe te kennen.