Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de vordering in reconventie
- de overgelegde producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de curator
- de pleitnota van [gedaagde] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de curator van het faillissement van THEMO ELEKTROTECHNIEK B.V. een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] om de opheffing van een executoriaal beslag op de faillissementsrekening bij Kas Bank N.V. te vorderen. De curator had eerder conservatoir beslag gelegd op verschillende bezittingen van [gedaagde] en had een vordering ingesteld op grond van bestuurdersaansprakelijkheid. De rechtbank had eerder de vordering van de curator afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van proceskosten aan [gedaagde].
In het kort geding stelde de curator dat het saldo van de boedelrekening ontoereikend was om alle boedelschulden te voldoen, en dat het beslag door [gedaagde] op de faillissementsrekening in strijd was met de Faillissementswet. De voorzieningenrechter oordeelde dat de curator een spoedeisend belang had bij de opheffing van het beslag, omdat het beslag de afwikkeling van het faillissement zou kunnen belemmeren.
De voorzieningenrechter wees de vordering van de curator toe en oordeelde dat de proceskosten die aan [gedaagde] waren toegewezen, als algemene faillissementskosten moesten worden gekwalificeerd. De vordering van [gedaagde] tot opheffing van de conservatoire beslagen werd afgewezen, omdat de curator in hoger beroep wilde gaan tegen het eerdere vonnis. De voorzieningenrechter veroordeelde [gedaagde] in de proceskosten van de curator, die werden begroot op € 1.181,75 in conventie en € 408,- in reconventie. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.