3.1.UMG vordert bij vonnis (na herstel van een verschrijving bij faxbericht d.d. 5 januari 2016), voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
jegens Bloomfield:
1.
primair:
op te heffen het op 17 juni 2015 ten laste van UMG door Bloomfield gelegde conservatoire derdenbeslag onder DHB;
2.
subsidiair:
het op 17 juni 2015 ten laste van UMG door Bloomfield gelegde conservatoire derdenbeslag onder DHB op te heffen tegen een gelijktijdige overboeking door UMG van een bedrag van USD 3.094.650,00, althans een zodanig ander bedrag als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vaststellen, naar de in art. 1.1. van de escrow agreement genoemde notariële USD kwaliteitsrekening en Bloomfield te bevelen binnen 24 uur na het te dezen te wijzen vonnis de escrow agreement te ondertekenen en te gelasten dat het te dezen te wijzen vonnis bij gebreke van ondertekening door Bloomfield daarvoor in de plaats zal treden;
3.
meer subsidiair:
het op 17 juni 2015 ten laste van UMG door Bloomfield gelegde conservatoire derdenbeslag onder DHB op te heffen voor een bedrag van USD 2.896.818,55 zodat de rentetermijn aan de Bank kan worden betaald;
4.
uiterst subsidiair:
zodanig andere bevelen en/of maatregelen te gelasten welke de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
5.
in alle gevallen:
Bloomfield te verbieden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5 mio per dag, ten laste van UMG nieuwe conservatoire beslagen te leggen;
jegens de Bank:
6.
primair:
op te heffen het op 16 december 2015 ten laste van UMG door de Bank gelegde conservatoire derdenbeslag onder DHB;
7.
subsidiair:
voorwaardelijk, namelijk indien en voor zover de voorzieningenrechter het subsidiaire ten aanzien van Bloomfield gevorderde toewijst, op te heffen het op 16 december 2015 ten laste van UMG door de Bank gelegde conservatoire derdenbeslag onder DHB
i. voor het bedrag van USD 3.094.650,00 althans voor zodanig ander bedrag als de voorzieningenrechter ten aanzien van het subsidiair ten aanzien van Bloomfield gevorderde zal vaststellen, alsmede
ii. voor een bedrag van USD 2.896.818,55 zodat de rentetermijn aan de Bank kan worden betaald, en
iii. voor het resterende saldo indien en voor zover de rentebetaling aan de Bank van
USD 2.896.818,55 uiterlijk op 19 januari 2016 aan de Bank zal zijn voldaan;
8.
meer subsidiair:
het op 16 december 2015 ten laste van UMG door Bloomfield (herstel verschrijving: dit moet zijn de Bank, aldus UMG) gelegde conservatoire derdenbeslag onder DHB op te heffen ten bedrage van USD 2.896.818,55 zodat de verschuldigde rentetermijn kan worden voldaan;
9.
uiterst subsidiair:
althans zodanig andere bevelen en/of maatregelen te gelasten welke de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
ten aanzien van zowel Bloomfield als de Bank:
10. met veroordeling van gedaagden in de kosten van het geding