In deze zaak heeft De Friesland Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het terugbetalen van een teveel betaalde verzekeringspremie van € 73,50, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op een verzekeringsovereenkomst die tot 16 maart 2015 heeft bestaan, waarbij [gedaagde] als verzekeringnemer fungeerde. De Friesland Zorgverzekeraar heeft gesteld dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de terugbetaling van het teveel gerestitueerde bedrag, ondanks herhaalde aanmaningen.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en aangevoerd dat De Friesland Zorgverzekeraar onterecht hoge premies heeft geïncasseerd en ongevraagd bedragen heeft teruggestort, wat heeft geleid tot een onduidelijk betalingsverloop. [gedaagde] heeft verzocht om vergoeding van de proceskosten, begroot op € 486,52. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verweer en dat de vordering van De Friesland Zorgverzekeraar terecht is.
De kantonrechter heeft de vordering van De Friesland Zorgverzekeraar toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.W. Langeler op 15 juli 2016.