ECLI:NL:RBROT:2016:4692

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2016
Publicatiedatum
22 juni 2016
Zaaknummer
KTN-4822381_15072016
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgpremie en buitengerechtelijke incassokosten door zorgverzekeraar

In deze zaak heeft De Friesland Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het terugbetalen van een teveel betaalde verzekeringspremie van € 73,50, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op een verzekeringsovereenkomst die tot 16 maart 2015 heeft bestaan, waarbij [gedaagde] als verzekeringnemer fungeerde. De Friesland Zorgverzekeraar heeft gesteld dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de terugbetaling van het teveel gerestitueerde bedrag, ondanks herhaalde aanmaningen.

[gedaagde] heeft de vordering betwist en aangevoerd dat De Friesland Zorgverzekeraar onterecht hoge premies heeft geïncasseerd en ongevraagd bedragen heeft teruggestort, wat heeft geleid tot een onduidelijk betalingsverloop. [gedaagde] heeft verzocht om vergoeding van de proceskosten, begroot op € 486,52. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verweer en dat de vordering van De Friesland Zorgverzekeraar terecht is.

De kantonrechter heeft de vordering van De Friesland Zorgverzekeraar toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.W. Langeler op 15 juli 2016.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 4822381 \ CV EXPL 16-6732
uitspraak: 15 juli 2016
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de naamloze vennootschap
De Friesland Zorgverzekeraar N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
eiseres,
gemachtigde: Landelijke Associatie van Gerechtsdeurwaarders B.V. te Groningen,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna verder aangeduid als “De Friesland Zorgverzekeraar” en “[gedaagde]”.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.
  • het exploot van dagvaarding van 14 januari 2016, met één productie;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord van [gedaagde], waaraan de door [gedaagde] in geding gebrachte producties zijn gehecht;
  • de conclusie van repliek, met één productie;
  • de aantekeningen van het ter rolzitting van 17 mei 2016 gevoerde mondelinge verweer, alsmede de schriftelijke conclusie van dupliek, met producties.
1.2.
De datum voor de uitspraak van dit vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1.
Tussen partijen heeft tot 16 maart 2015 een verzekeringsovereenkomst bestaan omtrent de basisverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, met De Friesland Zorgverzekeraar als zorgverzekeraar en [gedaagde] als verzekeringnemer. Op de verzekeringsovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van De Friesland Zorgverzekeraar van toepassing.
2.2.
[gedaagde] diende de verzekeringspremie maandelijks bij vooruitbetaling te voldoen.

3.De vordering

3.1.
De Friesland Zorgverzekeraar heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 123,05, vermeerderd met de wettelijke rente over € 73,50 vanaf 4 januari 2016 tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
De vordering is opgebouwd uit € 73,50 aan hoofdsom, € 1,15 aan verschenen rente berekend tot 4 januari 2016 en € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief BTW.
3.2.
Aan haar vordering legt De Friesland Zorgverzekeraar - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag. [gedaagde] is met terugbetaling van het door De Friesland Zorgverzekeraar, in het kader van de tussen partijen bestaande zorgverzekering, teveel gerestitueerde bedrag van € 73,50 aan verzekeringspremie, in gebreke gebleven. Omdat [gedaagde], ondanks aanmaningen, dit bedrag niet heeft terugbetaald, heeft De Friesland Zorgverzekeraar haar vordering ter incasso uit handen gegeven en maakt zij thans aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten.

4.Het verweer

[gedaagde] heeft de vordering betwist. Daartoe voert zij aan dat De Friesland Zorgverzekeraar meerdere malen willens en wetens een te hoog bedrag aan premies heeft geïncasseerd, vervolgens ongevraagd bedragen heeft terug gestort en hiermee een onduidelijk betalingsverloop heeft gecreëerd. [gedaagde] heeft meerdere klachten ingediend bij De Friesland Zorgverzekeraar ten aanzien van de gang van zaken. Ook stelt [gedaagde] onjuiste betalingsoverzichten gehad te hebben van De Friesland Zorgverzekeraar. [gedaagde] verzoekt De Friesland Zorgverzekeraar te veroordelen in de proceskosten, aan haar zijde begroot op
€ 486,52.

5.De beoordeling

5.1.
De Friesland Zorgverzekeraar heeft, naar aanleiding van het verweer van [gedaagde], bij repliek inzichtelijk gemaakt, aan de hand van emails en overzichten, hoe de vordering is ontstaan. Het lag op de weg van [gedaagde] om haar verweer naar aanleiding daarvan nader te onderbouwen en inzichtelijk te maken waarom de vordering onjuist is. [gedaagde] voert in haar reactie enkel aan dat de vordering ‘onduidelijk en onbegrijpelijk’ is, maar zij laat na dit op enige wijze te onderbouwen. [gedaagde] slaagt er niet in aan te tonen dat er geen openstaande vordering is bij De Friesland Zorgverzekeraar of in ieder geval haar verweer nader te concretiseren met gegevens hieromtrent. Daarom wordt het gevorderde bedrag aan hoofdsom toegewezen.
5.2.
De vordering tot vergoeding van de rente is op de wet gegrond en zal als onweersproken eveneens worden toegewezen.
5.3.
De Friesland Zorgverzekeraar maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, nu het verzuim van [gedaagde] na
30 juni 2012 is ingetreden.
De door De Friesland Zorgverzekeraar verzonden aanmaning voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. De gevorderde vergoeding van € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten zal daarom worden toegewezen.
5.4.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, als hierna vermeld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan De Friesland Zorgverzekeraar tegen kwijting te betalen € 123,05, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over € 73,50 vanaf 4 januari 2016 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van De Friesland Zorgverzekeraar vastgesteld op € 214,77 aan verschotten en € 60,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Langeler en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
28374