Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiseres 1],
[eiser 2],
[eiser 3],
1.Het verloop van de procedure
- het vonnis d.d. 15 oktober 2015 en alle daarin reeds vermelde stukken;
- de akte wijziging van eis d.d. 25 januari 2016 van eisers;
- het proces-verbaal van de op 25 januari 2016 gehouden gerechtelijke plaatsopneming en bezichtiging;
- de akte vermindering van eis d.d. 11 februari 2016 van eisers;
- de akte uitlating d.d. 25 februari 2016 van [gedaagde];
- de akte uitlating producties d.d. 24 maart 2016 van eisers;
- de door partijen in het geding gebrachte producties.
2.De beoordeling van de vordering
“4.2 Volgens vaste rechtspraak veronderstelt een bedrijfsmatige exploitatie van het gepachte dat sprake is van een complex van economische activiteiten, gericht op winst door
“4.2.1 Door [gedaagde] is aangevoerd dat zijn bedrijf bestaat uit het houden en verhandelen
kondenmaken – van de mogelijkheid om (op basis van artikel 6:80 BW) reeds vóór de datum van opeisbaarheid te ageren, maakt dit niet anders.
“XIII.ten behoeve van de percelen, kadastraal bekend gemeente [plaatsnaam] sectie [X] nummer [Y.], nummer [000] en nummer [1111] en ten laste van de percelen, kadastraal bekend gemeente [plaatsnaam] sectie [X] nrs. [1234], [666] en [5678], een noodweg aan te wijzen van een strook van 6 meter breed, zoals aangegeven op het kaartje dat als productie 18 aan deze akte is