ECLI:NL:RBROT:2016:4923

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2016
Publicatiedatum
29 juni 2016
Zaaknummer
C/10/492508 / HA ZA 16-28
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident over toepasselijkheid arbitraal beding in Fenexcondities met betrekking tot expeditie of vervoer

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 29 juni 2016, ging het om een bevoegdheidsincident tussen de besloten vennootschappen Solid Nature B.V. en Geodis Wilson Netherlands B.V. Solid Nature had Geodis ingeschakeld voor het vervoer van zeventien steenplaten van India naar Nederland en vorderde betaling van schadevergoeding wegens schade aan de lading. Geodis stelde zich op het standpunt dat de rechtbank onbevoegd was, omdat de Fenexvoorwaarden van toepassing zouden zijn, waarin een arbitraal beding was opgenomen. De rechtbank diende te beoordelen of de Fenexvoorwaarden van toepassing waren en of het arbitraal beding geldig was. De rechtbank oordeelde dat Geodis niet had aangetoond dat de Fenexvoorwaarden van toepassing waren, en dat er geen stilzwijgende aanvaarding door Solid Nature was van het arbitraal beding. Hierdoor verklaarde de rechtbank zich bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van Solid Nature. De beslissing over de proceskosten werd aangehouden tot de hoofdzaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/492508 / HA ZA 16-28
Vonnis in incident van 29 juni 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOLID NATURE B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. A.J. Boonk,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEODIS WILSON NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. T. van der Valk.
Partijen zullen hierna Solid Nature en Geodis genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 december 2015;
  • de akte van Solid Nature , met vijf producties;
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid tevens voorwaardelijke conclusie van antwoord, met één productie;
  • de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil in de hoofdzaak

2.1.
Na haar eiscorrectie althans eiswijziging bij bovengenoemde akte vordert Solid Nature dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Geodis veroordeelt tot betaling aan Solid Nature van:
- USD 30.759,00, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 19 oktober 2015 tot de dag van de dagvaarding, alsmede
- € 1.190,00 aan kosten van redelijke rechtsbijstand voorafgaande aan de dag van de dagvaarding,
met veroordeling van Geodis in de kosten van deze procedure.
2.2.
Hieraan legt Solid Nature de volgende stellingen - samengevat - ten grondslag:
  • Solid Nature heeft voor het vervoer van zeventien steenplaten (hierna: de lading) van Madanganj-Kisharanarh in India naar Aalsmeer Geodis ingeschakeld en voor dat doel met Geodis een vervoerovereenkomst (hierna: de Overeenkomst) gesloten;
  • Op 19 of 20 oktober 2015 heeft Geodis de lading door haar ondervervoerder bij de verkoper in Madanganj-Kisharanarh laten ophalen om deze lading per vrachtwagen naar de luchthaven in Delhi, India, te vervoeren;
  • Deze ondervervoerder heeft de lading in een open vrachtwagen vervoerd zonder deze vast te zetten, met schade aan de lading als gevolg;
  • De CMR is niet van toepassing op de Overeenkomst, zodat deze op grond van artikel 5 Rome I-Verordening (Rome I-Vo) wordt beheerst door Nederlands recht; omdat hier sprake is van gecombineerd goederenvervoer in de zin van artikel 8:40 BW gelden overeenkomstig artikel 8:41 BW voor ieder gedeelte van het vervoer de op dat gedeelte toepasselijke rechtsregels; in het onderhavige geval zijn derhalve de rechtsregels inzake vervoer over de weg van toepassing, derhalve Titel 13 van Boek 8 BW;
  • Geodis is op grond van artikel 8:1095 BW voor de geleden schade aansprakelijk en kan zich niet beroepen op beperking, omdat haar ondervervoerder roekeloos heeft gehandeld in de zin van artikel 8:1108 BW;
  • Voorts heeft Solid Nature recht op betaling van haar buitengerechtelijke kosten.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Geodis vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, met veroordeling van Solid Nature bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de proceskosten.
3.2.
Hieraan legt Geodis ten grondslag - samengevat - dat op de overeenkomst tussen haar en Solid Nature de Fenexvoorwaarden van toepassing zijn en dat deze rechtbank derhalve vanwege het arbitraal beding (‘Alle geschillen, die tussen de expediteur en zijn wederpartij mochten ontstaan, zullen met uitsluiting van de gewone rechter in hoogste ressort worden beslist door drie arbiters’) in artikel 23 van deze algemene voorwaarden onbevoegd is.
3.3.
Solid Nature voert verweer en concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering, met veroordeling van Geodis in de kosten van het incident.
3.4.
Hiertoe voert Solid Nature aan - samengevat - dat de Fenexvoorwaarden niet van toepassing zijn.

4.De beoordeling

in het incident

4.1.
De enige vraag die partijen verdeeld houdt in dit incident is of de Fenexvoorwaarden van toepassing zijn, waarvan deel uitmaakt het in artikel 23 van die algemene voorwaarden opgenomen arbitraal beding. Missen de Fenexvoorwaarden toepassing, dan is deze rechtbank zonder meer bevoegd, aangezien omstandigheden die moeten leiden tot toepasselijkheid van de bevoegdheidsbepaling van artikel 31 CMR gesteld noch gebleken zijn en niet in geschil is dat gedaagde, Geodis , woonplaats heeft binnen het rechtsgebied van deze rechtbank (art. 99 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)).
4.2.
Partijen gaan uit van toepasselijkheid van Nederlands recht op hun rechtsverhouding, waar de rechtbank zich bij aansluit.
4.3.
In lid 1 van artikel 1022 Rv is bepaald dat de rechter bij wie een geschil aanhangig is gebracht waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten zich onbevoegd verklaart, indien een partij zich vóór alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is. Geodis heeft zich tijdig vóór alle weren op een overeenkomst tot arbitrage beroepen.
4.4.
Een overeenkomst tot arbitrage wordt ingevolge artikel 1021 Rv bewezen door een geschrift dat in arbitrage voorziet of dat verwijst naar algemene voorwaarden welke in arbitrage voorzien en dat door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard.
Niet in geschil is dat van de Fenexvoorwaarden - algemene voorwaarden in de zin van artikel 1021 Rv - een arbitraal beding uitmaakt.
Volgens Solid Nature blijkt de inhoud van de Overeenkomst uit een orderbevestiging en een aantal e-mailberichten die partijen hebben gewisseld, welke orderbevestiging en
e-mailberichten Solid Nature als productie 1 bij dagvaarding in het geding heeft gebracht. Uit deze productie blijkt dat onderaan de e-mailberichten van Geodis aan Solid Nature steeds de volgende standaard toepasselijkverklaring van de Fenexvoorwaarden is vermeld:
“ Geodis Wilson Netherlands B.V. - All our quotations are without engagement. Orders will be carried out under applicability of the most recent version of the Dutch Forwarding Conditions (Nederlandse Expeditievoorwaarden) deposited at the Registry of the District Court of Amsterdam and Rotterdam, a copy of these conditions is available through the following links: Dutch version. English version.”
Hier is sprake van een geschrift in de zin van artikel 1021 Rv dat verwijst naar algemene voorwaarden welke in arbitrage voorzien, zoals ook niet in geschil is tussen partijen. Evenmin is in geschil dat geen sprake is geweest van een uitdrukkelijke aanvaarding van Solid Nature in de zin van artikel 1021Rv. Daarentegen is wél in geschil of sprake is geweest van een stilzwijgende aanvaarding van Solid Nature in de zin van dit artikel. Solid Nature meent namelijk, als gezegd, dat zij met Geodis een vervoerovereenkomst, en dus geen expeditieovereenkomst, is aangegaan.
4.5.
De rechtbank volgt Geodis niet in haar standpunt dat haar hoedanigheid - vervoerder of expediteur - niet aan toepasselijkheid van het arbitraal beding van de Fenexvoorwaarden in de weg kan staan. Vergelijk Hof ’s-Gravenhage 24 maart 2009 (ECLI:NL:GHSGR:2009:BH8064). Bij de Fenexvoorwaarden wordt, reeds vanwege de naamgeving, in de eerste plaats gedacht aan voorwaarden die gebezigd worden in het kader van expeditiewerkzaamheden, reden waarom degene die zich bij de uitvoering van een opdracht tot vervoer niettemin van Fenexvoorwaarden wil bedienen, inclusief het daarin opgenomen arbitraal beding, er niet te lichtvaardig op mag vertrouwen dat zijn opdrachtgever daarop bedacht is en daarmee stilzwijgend akkoord gaat.
4.6.
Op Geodis rust de stelplicht en, zo nodig, de bewijslast van feiten waaruit de door haar gestelde stilzwijgende aanvaarding van (het arbitraal beding in) de Fenexvoorwaarden volgt. Aangezien Solid Nature bij dagvaarding gemotiveerd en onderbouwd heeft gesteld dat sprake is van een vervoerovereenkomst, had het dan ook op de weg van Geodis gelegen om feiten te stellen waaruit volgt dat geen sprake is van een vervoerovereenkomst maar van een expeditieovereenkomst in de zin van de Fenexvoorwaarden. Geodis komt in haar incidentele conclusie echter niet verder dan een ongemotiveerde betwisting van het standpunt van Solid Nature dat zij een vervoerovereenkomst, en dus geen expeditieovereenkomst, heeft gesloten met Geodis . Overige feiten of omstandigheden waaruit de stilzwijgende aanvaarding van (het arbitraal beding in) de Fenexvoorwaarden blijkt, zijn gesteld noch gebleken.
4.7.
Het beroep van Geodis op het arbitraal beding in de Fenexvoorwaarden faalt derhalve, zodat deze rechtbank bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen van Solid Nature .
4.8.
Het oordeel over de proceskosten in het incident wordt aangehouden totdat in de hoofdzaak over de kosten zal zijn beslist.
in de hoofdzaak
4.9.
De rechtbank zal een verschijning ter terechtzitting bevelen teneinde een schikking te beproeven en inlichtingen te verkrijgen.
4.10.
Alle stukken waarop een partij zich ter terechtzitting wenst te beroepen dienen uiterlijk twee weken vóór de zitting aan de rechtbank –
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518– en aan de wederpartij te worden toegezonden.
4.11.
Aan iedere partij, eerst Solid Nature , zal desgewenst gelegenheid worden geboden om gedurende maximaal vijftien minuten de feitelijke en juridische standpunten toe te lichten aan de hand van tevoren opgestelde notities. De geboden mogelijkheid is uitdrukkelijk niet bedoeld voor een herhaling van stellingen.
4.12.
Ieder verder oordeel wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
houdt het oordeel over de proceskosten aan,
in de hoofdzaak
5.3.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. C. Sikkel in het gerechtsgebouw te Rotterdam aan het Wilhelminaplein 100-125,
5.4.
bepaalt dat de partijen dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
5.5.
bepaalt dat beide partijen
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis aan de rechtbank
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518– om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de maanden
oktober tot en met december 2016,
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr C. Sikkel en in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2016.
901/1573