Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de overgelegde producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde] , tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie en reconventie
4.De beoordeling
in conventie
Is een erf niet vanaf de openbare weg te bereiken en is om die reden overeenkomstig artikel 5.4.18 een noodweg aangewezen, dan zullen in beginsel langs deze noodweg ook de hier bedoelde leidingen naar dat erf kunnen worden geleid. Daarbij zal moeten worden gelet op wat met een normale exploitatie van het erf in overeenstemming is, nu daardoor wordt bepaald wat kan worden aangemerkt als een „behoorlijke toegang" in de zin van artikel 5.4.18 lid 1; men zie de Parlementaire Geschiedenis van Boek 5, p. 217 (N.v.W., laatste alinea). Dat stemt overeen met wat door verschillende schrijvers en rechterlijke uitspraken voor het huidige recht reeds wordt aangenomen; men zie Smalbraak, Burenrecht en erfdienstbaarheden, p. 111, Pitlo, Zakenrecht, p. 283 en Rb. Assen, 19 augustus 1968, N.J. 1969,214, en 26 mei 1969, N.J. 1969,457.