ECLI:NL:RBROT:2016:5045
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke boete opgelegd aan onderneming wegens overtredingen van hygiënevoorschriften
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 juli 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een onderneming en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De zaak betreft de oplegging van een boete van € 3.150,00 aan de onderneming wegens geconstateerde overtredingen van de hygiënevoorschriften zoals vastgelegd in de Warenwet. De inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 24 september 2014 heeft geleid tot een proces-verbaal waarin ernstige hygiënische tekortkomingen zijn vastgesteld in de bedrijfsruimten en de apparatuur van de onderneming. De rechtbank heeft geoordeeld dat de controleurs van de NVWA correct hebben gehandeld en dat er geen reden is om te twijfelen aan de bevindingen in het proces-verbaal.
De rechtbank heeft het beroep van de onderneming ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat de Minister bevoegd was om de boete op te leggen en dat deze boete niet onevenredig hoog was. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met eerdere overtredingen van de onderneming en de financiële situatie, maar heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de boete. De psychische problemen van een van de vennoten werden niet als voldoende zwaarwegend beschouwd om de boete te verlagen. De rechtbank heeft de beslissing van de Minister om de boete te handhaven bevestigd en het beroep van de onderneming verworpen.