ECLI:NL:RBROT:2016:5146

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juli 2016
Publicatiedatum
7 juli 2016
Zaaknummer
10/960151-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verspreiding en bezit van kinderporno via internetforum door verdachte

Op 7 juli 2016 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op 19 november 1978, die wordt beschuldigd van het verspreiden en in bezit hebben van kinderporno. De zaak betreft een uitgebreid onderzoek naar de verdachte, die actief was op een internetforum waar kinderpornografisch materiaal werd gedeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015, meermalen afbeeldingen heeft verspreid en in bezit heeft gehad die seksuele gedragingen vertoonden waarbij personen onder de 18 jaar betrokken waren. De verdachte heeft zich bediend van verschillende nicknames op het forum en heeft een actieve rol gespeeld als beheerder. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd. De rechtbank heeft ook de geldigheid van de dagvaarding en de bewijsvoering besproken, waarbij enkele verweren van de verdediging zijn verworpen. De verdachte is in afwachting van een aanvullend onderzoek naar zijn geestvermogens, waarbij de rechtbank heeft besloten het onderzoek te schorsen voor een periode van maximaal drie maanden. De zaak zal worden hervat na dit onderzoek.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/960151-14
Datum uitspraak: 7 juli 2016
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te Rotterdam op 19 november 1978,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[straatnaam 1] Rotterdam,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de [plaats detentie] ,
raadsvrouw mr. R.E.H. Jager, advocaat te Amersfoort.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 9 juni 2016.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, zoals deze op de terechtzitting van 25 november 2015 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M.M. Zonneveld heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest;
  • verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen die kinderpornografische of dierenpornografische afbeeldingen bevatten, dan wel die zodanig versleuteld zijn of vermoedelijk versleuteld zijn, dat die mogelijk dergelijke afbeeldingen bevatten.

4.Geldigheid dagvaarding

4.1.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw bepleit – zakelijk weergegeven – dat de tenlastelegging als geheel zo onnodig omvangrijk, complex en onduidelijk is dat het onmogelijk is om hiertegen verweer te voeren, zodat de dagvaarding nietig is.
Zo merkt de raadsvrouw op, dat bij feit 1 dertig bestanden zijn opgesomd, maar dat een groot deel daarvan niet terug is te vinden in de processtukken. Bovendien is de tenlastelegging volgens de verdediging erg rommelig en complex door de enorme hoeveelheid alternatieve lezingen en is de tenlastelegging hierdoor redactioneel ontspoord.
Verder merkt de raadsvrouw op dat onder feit 1 acht categorieën van seksuele gedragingen zijn beschreven en dat daarna dertig bestandsnamen zijn genoemd. Door deze wijze van tenlasteleggen is volgens de verdediging volstrekt onduidelijk welke bestandsnaam met welke categoriale beschrijving correspondeert. Ook in het dossier ontbreekt per bestandsnaam een concrete beschrijving per bestandsnaam of afbeelding.
Ook met betrekking tot de feit 2 bepleit de raadsvrouw nietigheid, omdat bij periode A achter de omschrijving van de verweten gedraging geen enkele bestandsnaam of verwijzing naar een vindplaats in het dossier wordt genoemd. Een soortgelijk probleem doet zich voor bij feit 3.
4.2.
Beoordeling
4.2.1.
Algemeen
De rechtbank stelt voorop dat de tenlastelegging moet worden bezien in samenhang met de inhoud van het dossier en met de zogeheten “fotomap” waarnaar in de tenlastelegging wordt verwezen en waarin de afbeeldingen te vinden zouden moeten zijn die in de tenlastelegging met bestandsnamen zijn aangeduid.
4.2.2.
Feit 1
In de tenlastelegging is onder feit 1 eerst in algemene bewoordingen een aantal verschillende concrete seksuele gedragingen omschreven, opgedeeld in categorieën. Vervolgens wordt een groot aantal bestandsnamen genoemd, met daarachter de vindplaatsen in het dossier en/of de fotomap. Na schorsing van het onderzoek op de terechtzitting van 9 juni 2016 heeft de rechtbank de onder feit 1 genoemde vindplaatsen in het dossier en de fotomap nageslagen. Hierbij is geconstateerd dat op alle afbeeldingen van de eerste elf bestandsnamen meerdere, verkleinde afbeeldingen (zogeheten “thumbnails”) met verschillende seksuele handelingen zichtbaar zijn. De rechtbank heeft gezien dat de afbeeldingen van de eerste elf bestandsnamen corresponderen met meerdere categoriale beschrijvingen van seksuele gedragingen in de tenlastelegging. Naar het oordeel van de rechtbank is de tenlastelegging, bezien in combinatie met de fotomap, op dit punt voldoende duidelijk. Omdat ieder bestand meerdere kleine afbeeldingen met uiteenlopende seksuele gedragingen bevat, lag het niet voor de hand om de bestandsnamen onder feit 1 op een andere wijze in de tenlastelegging op te nemen dan nu is gedaan.
De rechtbank merkt op dat bij de eerste elf bestandsnamen in de tenlastelegging wordt verwezen naar bijlage 23 in het dossier. Uit het dossier blijkt echter dat dit bijlage 24 (B01-388-392) dient te zijn, waarin een overzicht wordt gegeven van de zichtbare kinderpornografische elementen op de bestanden. Nu in bijlage 24 wordt verwezen naar de elf bestandsnamen, weergegeven op de tenlastelegging onder feit 1, acht de rechtbank voldoende duidelijk dat bijlage 24 dient te worden betrokken bij de beoordeling van het tenlastegelegde. De rechtbank gaat er van uit dat de tenlastelegging in zoverre een kennelijke verschrijving bevat.
De laatste drie bestandsnamen onder feit 1, te weten [bestandsnaam 28] , [bestandsnaam 29] en [bestandsnaam 30] zijn opgenomen in de fotomap bijlage 11, zoals de officier van justitie bij requisitoir heeft vermeld. Nu in deze fotomap bijlage wordt verwezen naar de bestandsnamen als opgenomen in de tenlastelegging en deze bestandsnamen ook terug te vinden zijn in de bijlage bij het ‘aanvullend eindpv’ waarnaar in de tenlastelegging wordt verwezen, acht de rechtbank voldoende duidelijk dat fotomap bijlage 11 dient te worden betrokken bij de beoordeling van dit tenlastegelegde onderdeel.
De rechtbank heeft verder geconstateerd dat de dossierstukken een beschrijving bevatten van de onder feit 1 genoemde afbeeldingen die overeenkomt met de seksuele gedragingen die te zien zijn op de onder feit 1 genoemde afbeeldingen in de fotomap en de feitelijke handelingen zoals die zijn omschreven in de tenlastelegging.
Dit geldt niet voor de bestandsnamen [bestandsnaam 24] , [bestandsnaam 25] , [bestandsnaam 26] , [bestandsnaam 27] . Nu de verdachte van dit deel van de tenlastelegging partieel zal worden vrijgesproken zal om doelmatigheidsredenen op het verweer met betrekking tot de geldigheid van de dagvaarding op dit punt niet verder worden ingegaan.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de tenlastelegging wat feit 1 betreft voldoende feitelijk en duidelijk is in de zin van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
4.2.3.
Feit 2
Het verweer van de raadsvrouw dat in de tenlastelegging onder feit 2 achter periode (A) geen enkele bestandsnaam wordt genoemd, berust op een onjuiste lezing van de tenlastelegging. Zoals hiervoor reeds is overwogen, dient de tenlastelegging gelezen te worden in samenhang met het dossier en de fotomap. Dan wordt duidelijk dat de in de tenlastelegging onder feit 2 achter periode (B) genoemde bestandsnamen, met daarachter de vindplaatsen in het dossier en de fotomap, betrekking kunnen hebben op respectievelijk periode (A) en periode (B).
De rechtbank merkt op dat de bestanden die zijn aangetroffen op een I-phone en op dvd’s en ten laste zijn gelegd met een verwijzing naar respectievelijk ‘aanvullend eindpv bijlage 10’ en ‘aanvullend eindpv bijlage 6’ onder feit 2 in de fotomap zijn te vinden in respectievelijk bijlage 11 en bijlage 10. Nu de bestandsnamen in deze bijlagen van de fotomap overeenkomen met de bestandsnamen in voornoemde bijlagen in de aanvullende eind-processen-verbaal, acht de rechtbank voldoende duidelijk dat fotomap bijlage 11 en 10 dienen te worden betrokken bij de beoordeling van het tenlastegelegde.
Het verweer dat in de tenlastelegging onder feit 2 achter periode (B) onduidelijk is welke afbeeldingen op de ten laste gelegde gegevensdragers ten laste worden gelegd, slaagt, voor zover het ziet op de volgende gegevensdragers: een harde schijf Maxtor, ( [gegevensdrager 3] ) en een harde schijf Seagate ( [gegevensdrager 4] ). In de tenlastelegging onder feit 2 wordt verwezen naar de vindplaatsen van de hiervoor genoemde gegevensdragers in het dossier. Het is echter onduidelijk – ook na raadpleging van het dossier - welke afbeeldingen op deze gegevensdragers ten laste worden gelegd en waar die te vinden zijn in de fotomap. In zoverre is de dagvaarding nietig.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de dossierstukken een beschrijving bevatten van de overige onder feit 2 genoemde afbeeldingen die overeenkomt met de seksuele gedragingen op de onder feit 2 genoemde afbeeldingen in de fotomap en de feitelijke handelingen zoals die zijn omschreven in de tenlastelegging.
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat de tenlastelegging ten aanzien van feit 2, met uitzondering van de hiervoor genoemde gegevensdragers, voldoende feitelijk en duidelijk is.
4.2.4.
Feit 3
Ten aanzien van het verweer dat in de tenlastelegging onder feit 3 geen enkele bestandsnaam wordt genoemd, geldt hetzelfde als hiervoor is overwogen. De tenlastelegging dient gelezen te worden in samenhang met het dossier en de fotomap. Dan wordt duidelijk welke afbeeldingen zijn aangetroffen op de gegevensdrager die in de tenlastelegging onder feit 3 zijn genoemd, met daarachter de vindplaats in het dossier en de fotomap.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de dossierstukken (bijlage 45) een omschrijving bevatten die overeenkomst met de ontuchtige handelingen als omschreven op de dagvaarding onder feit 3 en dat deze handelingen terug te zien zijn op de afbeeldingen in de fotomap bijlage 8 waarnaar wordt verwezen in de tenlastelegging.
Gelet hierop concludeert de rechtbank dat de tenlastelegging wat feit 3 betreft voldoende feitelijk en duidelijk is.
4.3.
Conclusie
Met inachtneming van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van de volgende gegevensdragers, niet voldoet aan de eisen gesteld door artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, omdat onduidelijk is welke afbeeldingen ten laste worden gelegd:
  • harde schijf Maxtor ( [gegevensdrager 3] ) en
  • harde schijf Seagate [gegevensdrager 4] .
De dagvaarding zal dan ook in zoverre nietig worden verklaard. Voor het overige is de dagvaarding geldig.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Beslag PC in 2010
5.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat op 16 juni 2010 de woning van de verdachte onrechtmatig doorzocht is en dat tijdens die doorzoeking zijn personal computer (hierna: PC) en een losse harde schijf onrechtmatig in beslag zijn genomen. Om die reden zouden volgens de verdediging de resultaten van het onderzoek naar die gegevensdragers niet voor het bewijs mogen worden gebruikt. Bovendien, zo stelt de verdediging, is het zogenoemde Headspin-onderzoek dat uiteindelijk (in 2015) heeft geleid tot de doorzoeking en inbeslagneming van gegevensdragers in de woning van de verdachte in Wales, een rechtstreeks voortvloeisel van het onrechtmatige beslag op de PC in 2010. Om die reden zouden ook de resultaten van het onderzoek naar de in 2015 in beslag genomen gegevensdragers van het bewijs moeten worden uitgesloten; het gaat immers om
“fruits of the poisonous tree”.
De verdediging baseert haar standpunt dat de doorzoeking en inbeslagneming in 2010 onrechtmatig waren op de volgende argumenten:
Er was geen vermoeden van een strafbaar feit, geen ‘strafrechtelijk relevante situatie’ die aanleiding kon vormen om bij de woning van de verdachte aan te bellen, laat staan om aan de moeder van de verdachte toestemming te vragen voor de doorzoeking;
Een machtiging tot binnentreden ontbrak;
Geen van de situaties, bedoeld in artikel 96 Sv, deed zich voor;
De moeder van de verdachte heeft onder druk toestemming gegeven voor de doorzoeking en voor de inbeslagneming van de gegevensdragers;
Er was geen enkele reden om de PC van de verdachte mee te nemen. De reden van het binnentreden was immers gelegen in de aanwezigheid van camera’s die aan de woning van de verdachte hingen. Die camera’s waren niet verbonden met de PC.
5.1.2.
Beoordeling
Uit de stukken blijkt dat de aanleiding voor de doorzoeking en inbeslagneming op 16 juni 2010 lag in een melding van buurtgenoten van de verdachte. Die melding hield, kort weergegeven, in dat de zoon van de bewoners van de woning [straatnaam 2] te Hoek van Holland camera’s had opgehangen aan de dakgoot van de woning. Deze camera's stonden onder andere gericht op een kinderspeelplaats. De zoon had al eens vastgezeten voor kinderporno en de buren vertrouwden de situatie niet.
Onderzoek in de politiesystemen bracht aan het licht dat de verdachte op het genoemde adres woonde en dat tegen hem in 2002 een proces-verbaal was opgemaakt in verband met bezit van kinderpornografisch materiaal.
Officier van justitie mr Bijl gaf vervolgens opdracht om een onderzoek in te stellen en goederen in beslag te nemen die de waarheid aan het licht zouden kunnen brengen.
Op woensdag 16 juni 2010 zijn politie-ambtenaren naar de woning gegaan. Zij zagen dat aan de gevel van de woning twee camera's bevestigd waren en dat die camera's gericht waren op de openbare weg. De deur werd geopend door [de moeder van de verdachte] , die desgevraagd toestemming gaf om de woning binnen te komen. Zij vertelde dat haar zoon niet thuis was. Volgens haar had haar zoon de camera's opgehangen omdat hij de zolderverdieping bewoonde en op die manier kon zien wat er buiten gebeurde. De zolderverdieping had namelijk geen ramen.
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2010, waarin het bezoek aan de woning is beschreven, is het gesprek dat vervolgens met verdachtes moeder is gevoerd, als volgt weergegeven: “U vraagt mij of ik toestemming verleen om de computers van mijn zoon in beslag te nemen. U vertelt mij dat er onderzoek gedaan wordt of er beelden zijn opgenomen. Ik vind dit een moeilijke beslissing, want mijn zoon is aan het werk. Ik begrijp de reden van het onderzoek en verleen u bij deze toestemming.” Die verklaring van de moeder van de verdachte is (in handgeschreven vorm) bij het proces-verbaal van bevindingen gevoegd. Onder de verklaring staat – boven de handtekeningen van de verbalisanten – een handtekening waarover de moeder van de verdachte tijdens haar verhoor bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat het haar handtekening is.
Na die schriftelijk toestemming zijn de verbalisanten met verdachtes moeder naar de zolder van de woning gegaan. Zij beschrijven hun bevindingen als volgt: “Wij zagen veel bedrading over de vloer en langs het dak lopen. Er lagen ook diverse computeronderdelen. Wij zagen ook dat de monitor in werking was. Op het beeld dat op de monitor te zien was, herkenden wij de omgeving van de woning aan de [straatnaam 2] . Wij zagen het beeld van de parkeerplaats. Wij hebben niet vastgesteld of dit een afbeelding op het bureaublad was of dat dit beeld rechtstreeks werd doorgegeven middels de camera's. Kennelijk waren dit wel beelden, die door de eerder genoemde camera's werden of waren opgenomen. Wij zagen dat de monitor verbonden was met een computerkast. Daar wij niet direct konden vaststellen of er beelden en/of geluid van de openbare weg werd opgenomen en wij wilden voorkomen dat wij eventuele gegevens zouden wissen, heb ik verbalisant Middendorp, de computer losgekoppeld van de monitor. De kabels achterin de computerkast heb ik eveneens losgekoppeld. De kamer werd verder niet door ons doorzocht.”
De rechtbank ziet – gezien de inhoud van het hierboven weergegeven ambtsedige proces-verbaal – geen reden om er aan te twijfelen dat de opsporingsambtenaren op 16 juni 2010 met toestemming van de moeder van de verdachte de woning van de verdachte hebben betreden. Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris heeft [de moeder van de verdachte] hierover verklaard dat de opsporingsambtenaren haar zeiden dat, als zij geen toestemming zou geven, de politie met meer mensen in uniform zou komen, zodat iedereen het zou zien ziet en dat zij dan alsnog binnen zouden komen. Als de verbalisanten dit inderdaad gezegd hebben – uit het eerder genoemde proces-verbaal van bevindingen blijkt daar niets van – dan nog ziet de rechtbank hierin geen reden voor het oordeel dat de verbalisanten daarmee ongeoorloofde druk hebben uitgeoefend om de toestemming tot binnentreden te verkrijgen.
Gezien de toestemming was een machtiging tot binnentreden niet vereist en is ook niet relevant of één van de situaties, bedoeld in artikel 96, eerste lid, Sv zich voordeed. Voor zover de verdediging bedoelt te stellen dat voor het vragen van toestemming tot binnentreden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit vereist zou zijn, overweegt de rechtbank dat voor die stelling geen wettelijke grondslag is te vinden.
Anders dan de verdediging kennelijk meent, zijn de woning en meer in het bijzonder de kamer van de verdachte niet doorzocht. De handelingen die in het proces-verbaal van bevindingen van 4 oktober 2010 zijn beschreven, behelzen geen doorzoeking. In het proces-verbaal is vervolgens met zoveel woorden vermeld dat de kamer van de verdachte verder niet is doorzocht. Nu geen doorzoeking heeft plaatsgevonden, was daar ook geen toestemming voor nodig.
Ingevolge artikel 94, eerste lid, Sv (voor zover hier van belang) zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen, vatbaar voor inbeslagneming. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er – wil tot inbeslagneming kunnen worden overgegaan – een vermoeden moet zijn dat er een strafbaar feit is gepleegd en dat de in beslag te nemen voorwerpen redelijkerwijs kunnen dienen om op dat punt de waarheid aan het licht te brengen.
In het onderhavige geval volgde de inbeslagneming op signalen uit de buurt dat aan de gevel van de woning van de verdachte camera’s hingen die mogelijk waren gericht op een kinderspeelplaats, op de vaststelling dat tegen de verdachte eerder een proces-verbaal wegens het bezit van kinderporno was opgemaakt en op de vaststelling dat op een monitor een beeld van buiten de woning zichtbaar was.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigden deze omstandigheden niet het vermoeden dat er mogelijkerwijs een strafbaar feit werd begaan. Het filmen van kinderen in een speeltuin – hoe dubieus ook gezien het verleden van de verdachte - is immers niet strafbaar. Bovendien was niet aanstonds duidelijk dat met de camera’s kinderen in een speeltuin werden gefilmd: op een beeldscherm zagen de verbalisanten beelden van een parkeerplaats. De voorwerpen in de kamer van de verdachte konden dan ook redelijkerwijs niet dienen om de waarheid omtrent een strafbaar feit boven tafel te krijgen. Nu niet is voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarde van artikel 94, eerste lid, Sv, acht de rechtbank de inbeslagneming onrechtmatig. Dit levert een onherstelbaar vormverzuim op in de zin van artikel 359a Sv.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden, is of hieraan een rechtsgevolg dient te worden verbonden of dat een constatering van het vormverzuim afdoende is. Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet met de volgende drie factoren rekening worden gehouden:
1.het belang dat het geschonden voorschrift dient (Schutznorm);
2.de ernst van het verzuim;
3.het nadeel dat daardoor is veroorzaakt.
Ad 1 Het geschonden voorschrift dient ter bescherming van de belangen van de verdachte.
Ad 2 Ten aanzien van de ernst van het verzuim overweegt de rechtbank dat de schending voortvloeit uit een beoordelingsfout met betrekking tot de vraag of de verdachte met het filmen mogelijk een strafbaar feit beging. Het verzuim vormt, gelet op omstandigheden waaronder het is begaan, naar het oordeel van de rechtbank geen bewuste overtreding van een belangrijke strafvorderlijke norm of beginsel, maar een beoordelings-/inschattingsfout. Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank dat de ernst van het verzuim relatief beperkt is. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de inbeslagneming met toestemming van de hoofdbewoonster is gebeurd.
Ad 3 Ten aanzien van het nadeel moet worden vooropgesteld dat de omstandigheid dat een strafbaar feit wordt ontdekt door het desbetreffende vormverzuim, niet geldt als nadeel in de zin van artikel 359a Sv. De raadsvouw heeft ten aanzien van het nadeel dat de verdachte heeft geleden verder slechts aangevoerd dat de PC en harde schijf onrechtmatig in beslag zijn genomen. Het aangevoerde daadwerkelijk geleden nadeel is daarmee naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd en kan mede daarom als gering worden beoordeeld.
De rechtbank oordeelt dat gezien de ernst van het verzuim enerzijds en de ernst van het hierdoor geleden nadeel anderzijds, beide zoals hiervoor uiteen gezet, volstaan kan worden met de constatering dat sprake is van een vormverzuim.
De rechtbank volgt de verdediging dan ook niet in haar stelling dat de resultaten van het onderzoek naar de in 2010 (en – in het verlengde daarvan – in 2015) in beslag genomen gegevensdragers van het bewijs moeten worden uitgesloten.
5.2.
Harde schrijf met goednummer A.A01.1
5.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de tekstbestanden “maaike.txt” en “!!!!!.txt” die zijn aangetroffen op een harde schijf met goednummer A.A01.1, niet kunnen bijdragen aan het bewijs omdat de “beslagketen” wat die harde schijf betreft mankementen vertoont. Daarbij merkt de verdediging op:
  • dat op de kennisgeving van inbeslagneming (hierna: KVI) uit 2010 alleen een computerkast, één (externe) harde schijf en een dongel zijn vermeld;
  • dat de harde schijf met goednummer A.A01.1 volgens een proces-verbaal d.d. 28 oktober 2015 het [serienummer 1] zou hebben;
  • dat op de KVI uit 2010 geen harde schijf met dat serienummer is vermeld;
  • dat ook het goednummer A.A01.1 op die KVI niet is vermeld.
5.2.2.
Beoordeling
Met de verdediging stelt de rechtbank vast dat noch het [serienummer 1] , noch het goednummer A.A01.1 is terug te vinden op de oorspronkelijke KVI’s d.d. 16 juni 2010 (proces-verbaalnummers PL17AO 2010193823-3 en PL17AO 2010193823-4; resp. blz. B02 0022 en B02 0025-0026).
Op 28 oktober 2015 heeft verbalisant Sneeuw een proces-verbaal van bevindingen opgesteld, waarin hij vermeldt dat op 16 juni 2010 in de woning van de verdachte – voor zover hier van belang – een desktop computerkast en een harde schijf met [serienummer 2] in beslag zijn genomen. Op 29 juni 2010 werd door een digitaal rechercheur onderzoek gedaan naar de desktop computerkast (zie pagina B02-0020). Deze rechercheur stelde vast dat er zich in de desktop computerkast een harde schijf bevond met [serienummer 1] ; die harde schijf heeft toen goednummer A.A01.1 gekregen.
De rechtbank begrijpt uit het proces-verbaal van 28 oktober 2015 dat in 2010 is verzuimd om met betrekking tot deze uitgebouwde harde schijf een (aanvullende of vervangende) KVI op te maken. Verbalisant Sneeuw zegt daarover: “Ter correctie van deze administratieve omissie werd door mij een kennisgeving van inbeslagneming, voorzien van proces-verbaalnummer 26DLR14033-428, opgesteld”. Op deze nieuwe (ongedateerde) KVI is wel de harde schijf met [serienummer 1] en goednummer A.A01.1 vermeld. Onderaan deze KVI is vermeld dat dit document dient ter vervanging van de reeds verstrekte kennisgevingen van inbeslagneming met proces-verbaalnummers PL17A0 2010193823-3 en PL17A0 2010193823-4.
Uit het bovenstaande maakt de rechtbank op dat op 16 juni 2010 een dongel, een losse harde schijf ( [serienummer 2] ; goednummer A.A01.2) en een computerkast met daarin een harde schijf ( [serienummer 1] ; goednummer A.A01.1) in beslag zijn genomen. Voor zover er wat de laatstgenoemde harde schijf betreft onduidelijkheid was met betrekking tot de ‘chain of evidence’, is die onduidelijkheid door het proces-verbaal d.d. 28 oktober 2015 en de daarbij gevoegde herstel-KVI weggenomen. Dit bewijsverweer treft daarom geen doel.
5.3.
Feit 1
5.3.1.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft onder 3.2 van haar pleitnota betoogd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat dat de verdachte opereerde als [nickname 1] en [nickname 2] op het [forum van de internetsite 1] . Daartoe voert zij het volgende aan.
Onvoldoende is komen vast te staan
wieer achter de PC heeft gezeten waarmee onder de namen [nickname 1] en [nickname 2] op het [forum van de internetsite 1] zou zijn ingelogd.
  • De nicknames kunnen niet worden gelinkt aan de verdachte. De omstandigheid dat onder twee verschillende nicknames een identiek bericht wordt geplaatst maakt niet aannemelijk dat het gaat om dezelfde persoon die deze berichten heeft geplaatst (bijlage 29 en 31).
  • Daarnaast zijn geen IP-logbestanden beschikbaar van de accounts op de servers waarop het forum actief was.
  • Ook uit de gegevensdragers die onder de verdachte in beslag zijn genomen, valt niet op te maken dat de verdachte zich bediende van de nicknames [nickname 1] en [nickname 2] .
o Het enkele aantreffen van een URL op de PC uit 2010 zegt immers niets over de vraag of er ook succesvol is ingelogd (bijlage 27).
o Uit de cachebestanden op de harde schijf die in 2015 in beslag genomen werd (CY011.01.01.002) wordt bij het inloggen onder de naam [nickname 1] en [nickname 2] een logindatum van 07/02/15 gezien op het printscreen. Op deze datum zat de verdachte echter gedetineerd, terwijl niet duidelijk is geworden waarom deze logindatum – zoals de verbalisant stelt – moet worden gelezen als 15/02/2007. Dit verbaal (bijlage 43) zal daarom van het bewijs moeten worden uitgesloten.
o De succesvolle logins van [nickname 1] en [nickname 2] zoals deze zijn aangetroffen op de harde schijf met nummer CY011.01.02.004 (bijlage 48) bevestigen niet dat de verdachte de enige gebruiker van deze harde schijf is geweest; het aantreffen van een gebruikersspoor in een VM zegt immers niet per definitie iets over de persoon die verantwoordelijk is voor dit spoor.
Onder deze omstandigheden, mede in aanmerking genomen het geringe aantal gegevens dat is aangetroffen op de inbeslaggenomen gegevensdragers, kan niet overeind blijven dat de verdachte de persoon is achter de nicknames [nickname 1] en/of [nickname 2] .
Daarnaast heeft de raadsvrouw onder 3.3 van haar pleitnota het volgende aangevoerd. Voor de in de tenlastelegging genoemde strafbare afbeeldingen – die op z’n vroegst van 2012 dateren – bestaat geen bewijs dat deze destijds op het [forum van de internetsite 1] werden verspreid. Voorts ontbreekt het bewijs dat sprake was van medeplegen. Dat volgt alleen al uit de omstandigheid dat niet blijkt van een rechtstreeks verband tussen de verdachte en de in de tenlastelegging genoemde verwijzingen naar afbeeldingen, met andere woorden: niet blijkt wie de verwijzingen heeft geplaatst. Het dossier bevat in ieder geval geen aanwijzingen dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en anderen bij het plaatsen van verwijzingen naar kinderpornografische afbeeldingen op het [forum van de internetsite 1] .
5.3.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt het volgende.
Algemeen
De rechtbank stelt voorop, dat het verweer van de raadsvrouw miskent dat de gegevens in onderlinge samenhang moeten worden bezien. Het komt niet aan op het enkele aantreffen van URL’s op de PC in 2010 of één succesvolle login.
Zoals hiervoor al aan de orde is geweest zijn in juni 2010 op de zolderkamer van de verdachte verschillende gegevensdragers in beslag genomen. Dit onderzoek – onder de naam [straatnaam 2] – heeft destijds niet geleid tot vervolging van de verdachte. Wel werden aanwijzingen gevonden dat de verdachte actief was onder de naam [nickname 1] en [nickname 2] .
In 2012 is het onderzoek Bombay van start gegaan. Dit was een onderzoek naar het [naam internetsite] (in de stukken ook wel aangeduid als [naam internetsite] , hierna te noemen: [forum van de internetsite 1] of forum). In het kader van dat onderzoek werden onder meer berichten aangetroffen onder de nicknames [nickname 2] en [nickname 1] .
Op basis van de gegevens uit de hiervoor genoemde onderzoeken [straatnaam 2] en Bombay is in 2014 een onderzoek naar de verdachte van start gegaan onder de naam Headspin. Op 20 januari 2015 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van de verdachte, die inmiddels rond augustus/september 2013 was verhuisd naar Wales, Groot-Brittannië. Daarbij zijn verschillende gegevensdragers onder de verdachte in beslag genomen. Binnen het onderzoek Headspin zijn betrokken en vergeleken de gegevens van [straatnaam 2] , Bombay en de onderzoeksgegevens die zijn verkregen uit de in 2015 in beslag genomen goederen. Daarnaast zijn in het onderzoek Headspin ook de verhoren van de verdachte uit de zaak van 2002 (kennelijk het onderzoek Twins genaamd) gevoegd (namelijk in het persoonsdossier achter het verhoor van de verdachte van 3 februari 2015).
Uit het onderzoek Headspin valt, voor zover thans van belang, het volgende op te maken.
[forum van de internetsite 1]
Uit onderzoek naar het [forum van de internetsite 1] – dat de verbalisant kent omdat het al meer dan tien jaar voorkomt in onderzoeken naar kinderpornografie – is het volgende gebleken (bijlage 1 en bijlage 27).
Het [forum van de internetsite 1] is een internetforum dat onder meer wordt gebruikt door de leden om in berichten downloadlinks naar bestanden beschikbaar te stellen voor andere leden en voor het discussiëren over kinderpornografie en seksueel misbruik van minderjarigen. Op het forum is verder onder andere informatie aanwezig over de wijze waarop men kinderpornografische bestanden veilig kan verspreiden.
Op het [forum van de internetsite 1] worden in de periode van 18 mei 2005 tot en met 2 april 2011 berichten geplaatst door [nickname 1] en in de periode van 24 februari 2006 tot en met 4 april 2011 door [nickname 2] . Uit de inhoud van die berichten is afgeleid dat [nickname 1] zich ook wel [nickname 3] noemt, dat hij contact heeft met de administrators, geboren is als pedo en zich aangetrokken voelt tot kleine meisjes. Uit de berichten van [nickname 2] is afgeleid dat hij een beheerder is van het forum (bijlage 54 en zie voorts bijlage 13).
In de periode van 23 januari 2012 tot 14 maart 2012 is een onderzoek gedaan naar de inhoud van tekstberichten geplaatst door [nickname 1] en [nickname 2] op het [forum van de internetsite 1] (bijlage 22). Door [nickname 1] worden tenminste sinds 2005 regelmatig tutorial berichten geplaatst waarin instructies worden gegeven over onder meer het forum-gebruik en registratie, symboolgebruik, bericht-decryptie, geheimhouding en omgang met de politie na een aanhouding en het downloaden en uitpakken van databestanden. Uit de inhoud van de berichten wordt afgeleid dat [nickname 1] een actieve en regulerende rol heeft binnen het [forum van de internetsite 1] . [nickname 2] gebruikt het symbool ©. Daarnaast geeft [nickname 2] in reply antwoorden op berichten en geeft [nickname 2] instructies aan meerdere gebruikers over het correct gebruik van het forum. [nickname 2] wordt door een gebruiker aangesproken als “Admin”. Uit het voorgaande is afgeleid dat [nickname 2] een actieve en regulerende rol heeft als administrator binnen het [forum van de internetsite 1] .
Op 20 en 22 februari 2012 heeft een verbalisant als bezoeker op het forum verschillende URL’s getest (bijlage 23). Daarbij zijn verwijzingen naar kinderpornografisch materiaal aangetroffen (bijlage 24). Een zelfde onderzoek heeft plaatsgevonden in september 2014 (bijlage 34); ook bij die gelegenheid is men op kinderpornografische afbeeldingen gestuit (bijlage 35).
In het kader van het onderzoek is in de periode van 30 oktober 2014 tot en met 13 mei 2015 twaalf maal een back-up gemaakt van de berichten van het forum (bijlage 31).
Uit bijlage 27 waarin onderzoek is gedaan naar het zogenaamde frontend en backend van het forum volgt dat ingelogde administrators over extra mogelijkheden beschikken, zoals het verwijderen van “threads”, het maken van testberichten, het aanmaken van nieuwe “members” (leden), het verwijderen, aanpassen van de status, bepalen van de mate van toegang van de members. Sprake is van 1096 members. Het script “ [scriptnaam] ” wordt gebruikt als er ingelogd gaat worden of ingelogd is in het forumonderdeel “ [internetsite 1] administration ”. Deze URL behoort tot het administratieve deel van de backend van het [forum van de internetsite 1] . Een normale gebruiker (member) van het forum zal geen toegang hebben tot deze URL. Er waren 11 administrators geregistreerd, waaronder [nickname 4] ; deze was voorheen actief als [nickname 2] . Vanaf het administratoraccount zijn er na de datum van 16 januari 2014 berichten op [internetsite 1] geplaatst door [nickname 2] / [nickname 4] en [nickname 4] (bijlage 33).
Uit een logbestand werden de inloggegevens (gebruikersnamen met bijbehorende wachtwoorden) verkregen. Daarbij bleek dat [nickname 6] ook werd gebruikt door member “ [nickname 7] ”. Voorts bleek dat de logbestanden de wachtwoordhashes (dat wil zeggen: een versleutelde versie van het wachtwoord) van members bevatten. Die hashwaarden konden succesvol worden gekoppeld aan de wachtwoorden van [nickname 8] , [nickname 9] , [nickname 7] , [nickname 4] , [nickname 2] , [nickname 10] , [nickname 11] , [nickname 12] , [nickname 1] , [nickname 13] , [nickname 3] , [nickname 14] . Het is aannemelijk dat deze nicknames zijn gebruikt door één en dezelfde persoon.
Tussenconclusie:Op grond van het voorgaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat op het [forum van de internetsite 1] in de tenlastegelegde periode op heimelijke wijze kinderporno wordt gedeeld. Daarbij heeft [nickname 1] een belangrijke actieve en regulerende rol als gebruiker en vervult [nickname 2] de rol van (één van de) beheerders.
Wie heeft de gebruikerssporen op de onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers veroorzaakt?
De verdachte heeft in zijn verhoor van 28 januari 2015 op de vraag wie er allemaal gebruik maken van de computer van 2010 geantwoord: “Ik.” Hij voegde daar aan toe dat er in theorie iemand kan binnensluipen en dan de computer kan gebruiken, maar dat hij er vanuit gaat dat dit niet het geval is. Over de periode in Wales hebben de verbalisanten geconstateerd dat de verdachte de enige was die gebruik maakte van de computers. Daarop heeft de verdachte verklaard: “De buurman in Wales had wel een sleutel. In 2010 stond mijn computer boven, in theorie kon mijn vader achter de computer. Ik denk niet dat hij dat gedaan heeft.” De rechtbank maakt hieruit op dat de verdachte heeft verklaard dat de computer uit 2010 (uitsluitend) door hem werd gebruikt. Over de in 2015 in beslag genomen goederen heeft de verdachte noch bekend, noch ontkend dat hij de gebruiker was.
Eerst bij de inhoudelijke behandeling is de suggestie gewekt dat de inbeslaggenomen en onderzochte gegevensdrager mogelijk door een ander zouden zijn gebruikt, dan wel dat de gebruikerssporen op een andere wijze dan door het handelen van de verdachte op de harde schijven terecht zijn gekomen.
Voor deze alternatieve lezing is echter geen enkel aanknopingspunt of onderbouwing gegeven. De enkele theoretische mogelijkheid dat iemand anders (een insluiper, vader of buurman) de gebruikerssporen heeft achtergelaten, is in dit verband onvoldoende.
Daarbij overweegt de rechtbank nog het volgende.
De gegevensdragers zijn alle onder de verdachte inbeslaggenomen in zijn zolderkamer te Hoek van Holland of in zijn woning in Wales. In zoverre is het voor de hand liggend dat de verdachte deze heeft gebruikt. Voor voornoemde alternatieve lezing is in de onderzoeksresultaten geen enkel aanknopingspunt te vinden. In de diverse onderzochte gegevensdragers zijn privégegevens van de verdachte – en niet van enig ander – aangetroffen. In de harde schijf A.A01.1 (hierna: A1), in beslag genomen in 2010, is onder meer een vrijwaringsbewijs van een auto op naam van de verdachte aangetroffen, een bericht over het verliezen van bagage in een bus ondertekend met de naam van verdachte, rekeningafschriften van de verdachte en ritstaten van de verdachte (die als chauffeur werkzaam is geweest). Op de harde schijf CY0011.01.03.003, hierna: HD3, die in 2015 in beslag genomen is, zijn onder meer aangetroffen e-mailberichten aan “ [e-mailadres 1] ”, waaronder een bericht met het onderwerp “rijbewijs”, waarbij in de bijlage een kleurenkopie van een rijbewijs van de verdachte werd aangetroffen. Daarnaast werden berichten gevonden over “rc-junkies” dat staat voor Radio Controlled. Tot slot werd ook een bericht aan [naam vriend] aangetroffen, met wie de verdachte (naar hij heeft verklaard in 2002) bevriend was (bijlage 52). Deze persoonlijke gegevens bezien in samenhang met de verklaringen van de verdachte dat hij gebruik maakte van [domeinnaam 1] en dat hij radiografisch bestuurbare auto’s heeft gehad, leiden tot het oordeel dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van in ieder geval de A1 en de HD3. Ook ten aanzien van de overige gegevensdragers heeft de rechtbank geen reden om aan te nemen dat deze door anderen zijn gebruikt. Daarnaast is naar het oordeel van de rechtbank het door de verdediging geschetste alternatief weinig voor de hand liggend, gelet op de omstandigheid dat gegevens op de computers versleuteld en beveiligd waren. Dat maakt het weinig aannemelijk dat er sporen van anderen dan van de verdachte – buiten zijn medeweten – op zijn computers terecht zijn gekomen.
Deze feiten en omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang, leiden er naar het oordeel van de rechtbank toe dat de het de verdachte is geweest die de veroorzaker is geweest van de (gebruiks)sporen die op de inbeslaggenomen goederen zijn aangetroffen. De – op zichzelf juiste – constatering dat er geen IP-logbestanden zijn aangetroffen, noch andere “harde” bewijzen dat de verdachte onder nicknames heeft ingelogd en berichten heeft geplaatst op het [forum van de internetsite 1] maken dit oordeel niet anders, nu die omstandigheden immers inherent zijn aan het gebruik van het forum.
Tussenconclusie: De verdachte heeft de gebruikerssporen op de inbeslaggenomen goederen veroorzaakt. Het verweer dat dit niet is komen vast te staan, wordt verworpen.
De inhoud van de gebruikerssporen – is de verdachte [nickname 1] en [nickname 2] ?
Vooropgesteld zij dat de verdachte in geen enkel verhoor, noch op enige terechtzitting antwoord heeft willen geven op de vraag of hij [nickname 1] en/of [nickname 2] is. De verdachte zelf heeft hier derhalve geen enkel inzicht in gegeven.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt het volgende.
In bijlage 54 is een proces-verbaal opgenomen waarin de gegevens van een harddisk (CY0011.01.03.003, hierna: HD3) zijn vergeleken met de tot dan toe beschikbare onderzoeksgegevens. Samengevat en vereenvoudigd weergegeven blijkt uit dit verbaal – bezien in onderlinge samenhang met de overige gegevens uit het dossier – het volgende.
In 2002 heeft de verdachte verklaard dat hij bezoeker was van [naam internetsite] en [naam internetsite] en dat hij daar kinderporno downloadde.
Op de in 2010 inbeslaggenomen gegevensdrager A1 is onder meer een tekstbestand “Maaike.txt” aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat hij dit stuk tekst heeft geschreven (verhoor d.d. 28 januari 2015). De rechtbank merkt op dat – anders dan de verbalisanten in het verhoor soms lijken te suggereren – de verdachte
nietheeft verklaard dat hij ook de stukken tekst heeft geschreven die direct achter het bestand Maaike.txt zijn opgenomen: dienaangaande heeft hij zich op zijn zwijgrecht beroepen. In een verhoor op 10 juni 2015 heeft de verdachte geopperd dat in zijn data tekstbestanden kunnen staan met tekst die hij niet heeft geschreven, maar heeft ontvangen (bijvoorbeeld een songtekst). Op de vraag of hij die tekst dan zelf geplakt en opgeslagen moet hebben in een bestand heeft de verdachte met “ja” geantwoord.
In de stukken tekst die achter Maaike.txt zijn opgenomen is onder meer een bericht dat als aanhef “Hey AK” heeft en is ondertekend met B. De verdachte heeft op de vraag waar AK voor staat verklaard dat AK staat voor de eerste letter van een voornaam en de eerste letter van een achternaam en dat hij contact met AK heeft via e-mail en facebook. Daarnaast heeft de verdachte verklaard dat hij zich op een bepaald moment [nickname verdachte] is gaan noemen (verhoor d.d. 28 januari 2015). Het vermoeden bestaat dat ‘AK’ [naam 1] te Zweden is. In het hiervoor bedoelde bericht aan AK is onder meer opgenomen:
“To keep is simple and straight forward, if I do decide to leave this community, though I think I won't have the strength, then I will make it possible for us to build up contact outside this rotten undergound world.So not as AK and [nickname 1] but as A ..... and B ....,afterall, once one of us is out of here, things will change significantly.(…)”
[vet toegevoegd door de rechtbank]
Het stuk is ondertekend met ‘B’.
Daarnaast zijn tekstbestanden op de A1 aangetroffen waarin verschillende details over het persoonlijk leven worden gedeeld die overeenkomen met het privéleven van de verdachte (zoals over het houden van ratten), welke berichten (eveneens) worden ondertekend door ‘B’ (bijlage 15). In het hiervoor geciteerde bericht, zo merkt de rechtbank op, lijkt de schrijver B. zich aan te duiden als [nickname 1] . Ook in een ander bericht meldt de schrijver B. dat hij [nickname 1] wordt genoemd (bijlage 14). Deze omstandigheden tezamen wijzen in de richting dat de verdachte zich heeft bediend van de ondertekening B. en zich kenbaar maakt als [nickname 1] .
Op de HD 3 (in beslag genomen in 2015) werd een tekstbestand “01-06-06-ak-txt” aangetroffen, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“Hey Buddy”
I removed your key (…). When I wanted to import it, it told me a name and a hotmail email adress, connected to the key, which lookes awfully like real ID details ( [naam 1] –[e-mailadres 2]). (…)
[nickname 1] ”
De rechtbank overweegt dat het er gelet op de inhoud van de tekst alle schijn van heeft dat het bericht is gericht aan [naam 1] voornoemd, terwijl het bericht wordt ondertekend door [nickname 1] , een vermoedelijk alias van de verdachte.
Achter de hiervoor genoemde tekst Maaike.txt zijn in de A1 voorts teksten aangetroffen waarin allereerst een bericht werd geschreven aan Eddie waarin wordt verzocht:
“plz send the following mssg to Scara when [internetsite 1] is back. Send is as #K, from #X, thx!”
Dit bericht wordt direct gevolgd door een tekst:
“Hi Scara, I had to relay this message through anonther admin as I am away for a little while (…) [nickname 2] .”
Uit de inhoud en de opeenvolging van deze berichten leidt de rechtbank af dat [nickname 2] en #X dezelfde persoon zijn. Voorts wordt uit laatstgenoemd bericht afgeleid dat zowel [nickname 2] als Eddie (mogelijk als [nickname 4] ) administrators van het [forum van de internetsite 1] zijn (bijlage 15).
Op de harde schijf A1 zijn tien URL’s aangetroffen die waren voorzien van het woord “ [internetsite 1] ” en de [scriptnaam] . In deze URL’s is een hashwaarde aangetroffen die overeenkomt met die van [nickname 2] en [nickname 1] . Deze scriptnaam geeft, zoals hiervoor reeds vermeld, toegang tot het gedeelte van het [forum van de internetsite 1] dat alleen toegankelijk was voor administrators (bijlage 27). Ook op de bij verdachte inbeslaggenomen harde schijf CY011.01.01.002 wordt waargenomen dat [nickname 1] en [nickname 2] hebben ingelogd op het [forum van de internetsite 1] (bijlage 43). De rechtbank heeft ten aanzien van de login-datum 07/02/15 geen enkele reden om te twijfelen aan de opmerking van de verbalisant in het proces-verbaal dat het hier gaat om een Amerikaanse weergave van de datum die naar Nederlandse maatstaven moet worden gelezen als 15 februari 2007. Voor een bewijsuitsluiting van bijlage 43 ziet de rechtbank dan ook geen enkele aanleiding. Op de onder verdachte inbeslaggenomen digitale gegevensdrager CY011.01.02.004 wordt waargenomen dat [nickname 1] succesvol heeft ingelogd op het forum (bijlage 48).
Op de HD3 zijn cache-bestanden aangetroffen met daarin schermafdrukken van benaderde pagina’s van het [forum van de internetsite 1] waarop onder meer door [nickname 1] en [nickname 2] gelijktijdig was ingelogd. [nickname 1] heeft daarbij een “full-member status” en [nickname 2] een “Administrator status”. Voorts werd een tekstbestand aangetroffen waarin [nickname 1] laat weten dat dit zijn “main nick” betreft en “in the many years I have been in this community, I have had countless nicks” (bijlage 54).
In de HD3 is voorts een tekstbestand aangetroffen van een chatsessie tussen #X en #D, genaamd “#D 21-08-05.txt”. In dit bestand wordt #X gevraagd om “full admin” te worden. #X antwoordt dat hij dit aanbod aanvaardt en dat hij als [nickname 1] voor zijn pauze hoog op de ladder stond. In een chatsessie “#D 23-08-05.txt” deelt #X aan #D mede dat hij definitief akkoord gaat met het voorstel. #X noemt zich hierin ook [nickname 1] . Voorts zijn er tekstbestanden aangetroffen die duiden op digitaal technische aspecten omtrent het beheer van de internetsite [internetsite 1] (bijlage 54).
Uit het aantreffen van de hiervoor genoemde gebruikerssporen leidt de rechtbank op grond van het volgende af dat het de verdachte is geweest die gebruik heeft gemaakt van de hiervoor genoemde nicknames, waaronder die van [nickname 1] en van [nickname 2] .
De sporen worden aangetroffen op gegevensdragers die in de woonruimte van de verdachte in beslag zijn genomen; de rechtbank gaat er vanuit dat het de verdachte is geweest die deze sporen heeft achtergelaten. Uit de inhoud van die sporen volgt dat onder de namen [nickname 1] en [nickname 2] wordt ingelogd op het [forum van de internetsite 1] , ook op het beheerdersgedeelte, en dat er chatberichten met anderen worden gevoerd die worden ondertekend met de namen [nickname 1] en [nickname 2] . De inhoud van die berichten (“not as AK and [nickname 1] , but as A and B”) wijst in de richting van de verdachte. De mededeling van “#X” dat hij “als [nickname 1] voor zijn pauze hoog op de ladder stond” zou goed kunnen duiden op de detentie die de verdachte heeft ondergaan. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de hashwaarden bij deze gebruikers gelijk zijn en daarom vermoedelijk één persoon betreffen. Ook die hiervoor opgenomen berichten rechtvaardigen de conclusie dat [nickname 1] en [nickname 2] één en dezelfde persoon zijn (#X aanvaard als [nickname 1] om full admin te worden). Dit alles tezamen levert het wettig en overtuigend bewijs op dat het de verdachte is geweest die zich van de namen [nickname 1] en [nickname 2] heeft bediend. Tot slot merkt de rechtbank op dat uit bijlagen 32 en 33 blijkt dat na de aanhouding van de verdachte in het kader van het onderzoek Headspin geen activiteit van de betreffende accounts meer is waargenomen. Dit sterkt de rechtbank in de overtuiging dat de verdachte dezelfde was als [nickname 1] en [nickname 2] .
5.3.3.
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte actief is geweest op het [forum van de internetsite 1] onder de nicknames [nickname 1] en [nickname 2] , als gebruiker en administrator(beheerder). Middels dit forum werden gedurende de gehele tenlastegelegde periode kinderpornografische afbeeldingen aangeboden en verspreid. De verdachte heeft daarin als medepleger een aandeel gehad, nu hij als beheerder ( [nickname 2] ) en als faciliterende gebruiker ( [nickname 1] ) samen met anderen daaraan een wezenlijke bijdrage heeft geleverd, gelet op het doel en de wijze waarop dit forum opereerde.
Het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gegevensdrager CY01.01.02.004 bevattende bestandsnamen ‘ [bestandsnaam 24] en [bestandsnaam 25] en [bestandsnaam 26] en [bestandsnaam 27] ’, slaagt. Uit het dossier blijkt immers niet dat in deze bestanden kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen. Het dossier vermeldt slechts dat deze bestanden internetadressen bevatten waar vermoedelijk afbeeldingen van baby’s/kinder- en/of dierenpornografische afbeeldingen konden worden bekeken.
De overige verweren betreffende feit 1 worden verworpen.
5.4.
Feit 2
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte de ten laste gelegde gegevensdragers die kinderpornografische afbeeldingen / kinderpornografische afbeeldingen bevatten, opzettelijk en bewust in zijn bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Gezien de bewezenverklaarde periode en de hoeveelheid kinderpornografisch materiaal die bij de verdachte is aangetroffen, acht de rechtbank ook bewezen dat de verdachte hier een gewoonte van heeft gemaakt.
Het verweer van de raadsvrouw dat uit de tenlastelegging en het dossier niet kan worden opgemaakt waarom deze afbeeldingen als kinderpornografisch zijn gekwalificeerd, vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen en wordt aldus verworpen. In aanvulling hierop overweegt de rechtbank dat de door de raadsvrouw genoemde foutieve bestandsnaam" [bestandsnaam 8] ” als een kennelijke verschrijving moet worden aangemerkt en verbeterd wordt gelezen.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde DVD’s CY011.01.02.004, CY011.01.03.001, CY011.01.03.003, CY011.01.01.002 en Cy011.01.01.002-20-06-2010.tib. Niet in geschil is namelijk dat deze gegevensdragers ten onrechte als DVD’s zijn aangemerkt.
5.5.
Feit 3
5.5.1.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van dit feit. Zij voert hiertoe aan dat niet kan worden gesproken van bezit van de afbeeldingen, nu niet kan worden vastgesteld of de verdachte toegang had tot deze afbeeldingen. Daarnaast stelt de raadsvrouw dat noch de ten laste gelegde periode, noch de pleegplaats Nederland kan worden bewezen.
5.5.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt het volgende.
Gezien de tenlastelegging onder feit 3 wordt de verdachte verweten: het bezit van dierenpornografische afbeeldingen op de harde schijf, merk Seagate met beslagcode CY011.01.01.001.004.
De dierenpornografische afbeeldingen zijn op deze schijf aangetroffen in de zogenaamde unallocated clusters. De unallocated clusters bevatten bestanden die de gebruiker van een computer op enig moment heeft gewist. Deze bestanden zijn niet te benaderen met het besturingssysteem van een computer en dus voor de gebruiker van die computer c.q. harde schijf niet zichtbaar. Dergelijke bestanden kunnen slechts zichtbaar worden gemaakt met specialistische software.
Voordat de bestanden in de unallocated clusters werden geplaatst, hebben deze bestanden op een wél toegankelijke plaats gestaan. De verdachte, als gebruiker van de voornoemde harde schijf merk Seagate, is immers in de gelegenheid geweest de bestanden te wissen. De verdachte heeft dan ook de afbeeldingen die zijn aangetroffen in de unallocated clusters van deze harde schijf in zijn bezit gehad in de strikte betekenis van dat woord.
Van (opzettelijk) bezit in de zin van artikel 254a van het Wetboek van Strafrecht is echter geen sprake indien deze afbeeldingen abusievelijk zijn gedownload, dan wel anderszins op de harde schijf zijn geplaatst, en aanstonds na het ontdekken daarvan door de verdachte zijn gewist. Het dossier biedt geen duidelijkheid met betrekking tot de vraag hoeveel tijd heeft gezeten tussen de binnenkomst van de bestanden en het verwijderen daarvan. Gezien de geringe hoeveelheid dierenpornografische afbeeldingen die is aangetroffen en omdat uit het dossier niet blijkt dat de verdachte actief op zoek is geweest naar dierenpornografie of daar anderszins actief bemoeienis mee heeft gehad, legt de rechtbank deze onduidelijkheid uit in het voordeel van de verdachte. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de verdachte de betreffende afbeeldingen direct heeft verwijderd. Voorts is niet gebleken dat de verdachte beschikte over de benodigde software om de bestanden uit de unallocated clusters zichtbaar te kunnen maken.
5.5.3.
Conclusie
De rechtbank acht het bezit in de zin van artikel 254a van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de ten laste gelegde (gegevensdrager bevattende) dierenpornografische bestanden niet bewezen, zodat in zoverre vrijspraak dient te volgen.
5.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij
op meer tijdstippen
in de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te Hoek van Holland (gemeente Rotterdam) en in het Verenigd Koninkrijk, tezamen en in vereniging met anderen,
meermalen, telkens
(A)
in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009
afbeeldingen, te weten foto's
heeft verspreid en
openlijk tentoongesteld
en
(B)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015
afbeeldingen, te weten foto's
heeft verspreid en
aangeboden en
openlijk tentoongesteld en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en))
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een kiem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
immers plaatste hij, verdachte, of zijn mededaders op het internetforum [internetsite 1] PBF
in de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 februari 2012
- de bestanden
bijlage 24 enfotomap bijlage 2) genaamd:
" [bestandsnaam 1] " (bijlage 2 onder 1) en
" [bestandsnaam 2] " (bijlage 2 onder 2) en
" [bestandsnaam 3] " (bijlage 2 onder 3) en
" [bestandsnaam 4] " (bijlage 2 onder 4) en
" [bestandsnaam 5] " (bijlage 2 onder 5) en
" [bestandsnaam 6] " (bijlage 2 onder 6) en
" [bestandsnaam 7] " (bijlage 2 onder 7) en
"
[bestandsnaam 8]' (bijlage 2 onder 8) en
" [bestandsnaam 9] " (bijlage 2 onder 9) en
" [bestandsnaam 10] " (bijlage 2 onder 10) en
" [bestandsnaam 11] " (bijlage 2 onder 11)
en
in de periode van 12 september 2014 tot en met 14 september 2014 bestanden, genaamd
- " [bestandsnaam 12] ", verwijzend naar
[bestandsnaam 12] en verwijzend naar bestand (preview) met de naam “ [bestandsnaam 12 jpg] ”
en
- een bericht aangeduid als " [bestandsnaam 13]
" en verwijzend naar
(bijlage 35 B01-468 en B01-00022 en bijlage 34 B01-0465, 473, 474 en fotomap bijlage 3):
het bestand [bestandsnaam 12]
en de afbeeldingen en de bestanden genaamd:
[bestandsnaam 14] en
[bestandsnaam 15] en
[bestandsnaam 16] en
[bestandsnaam 17] en
[bestandsnaam 18] en
[bestandsnaam 19] en
[bestandsnaam 20] en
[bestandsnaam 21] en
[bestandsnaam 22] .
en
op of omstreeks 1 april 2013
- een verwijzing/link naar een bestand genaamd [bestandsnaam 23] (bijlage 38 B01-485 + fotomap bijlage 4)
stuurde hij, verdachte op of omstreeks 25 augustus 2014 de bestanden) genaamd
[bestandsnaam 28] en
[bestandsnaam 29] . en/
[bestandsnaam 30] .
(aanvulling eindpv p B01 1187,pv 26DLR14033-402 en p B01 1129 pv 26DLR14033-402)
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op meer tijdstippen
in de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te Hoek van Holland (gemeente Rotterdam) en in het Verenigd Koninkrijk
meermalen, telkens
(A)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009
afbeeldingen, te weten foto's
in bezit heeft gehad
en
(B)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015
afbeeldingen, te weten foto's
- en gegevensdragers bevattende afbeeldingen
te weten
een harde schijf, merk Western Digital (bijlage 52 + 57) ( CY011.01.03.003) (fotomap bijlage 7) en
een harde schijf Maxtor (CY011.01.02.004) (bijlage 51) (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en
een I-phone CY011.01.01.011 (aanv eindpv bijlage 10 BO1 1185 ev) en
meerdere dvd's CY01101030041_Disc0041,CY01101030041_Disc0071 (aanv eindpv bijlage 6 p 801 1116, 1117ev, 801 11260 ev)
in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en))
te weten [bestandsnaam 31] en [bestandsnaam 32] en [bestandsnaam 33] (fotomap bijlage 7, 801-985 ev, 801-0992 ev) en
[bestandsnaam 34] (P 801-0350 + fotomap bijlage 1 (op Maxtor 500 GB uit computer 2010)) en
[bestandsnaam 35] (aanv eindpv p B01 1055) [bestandsnaam 50] (aanv eindpv p 801 1120)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een klem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
te weten [bestandsnaam 36] (p 801-0985 en 0992 en fotomap bijlage 7) en
bestand [bestandsnaam 37] (aanv eindpv p 801 1056)
[bestandsnaam 38] (aanv eindpv 801 1121)
en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
te weten [bestandsnaam 39] (B01-985 en 0992 en fotomap bijlage 7)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 40] (801-985 en 0992 collectiescan van ACDSee 5.0 en fotomap bijlage 7) en
[bestandsnaam 41] (aanv eindpv p B01 1057) en
[bestandsnaam 42] (aanv eindpv 801 1267)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
te weten [bestandsnaam 43] ,
en [bestandsnaam 44] , (p B01-0985 en 0992 collectiescan van ACDSee 5.0 en fotomap bijlage 7)
en [bestandsnaam 45] (aanv eindpv pB01 1057)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 46] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en
[bestandsnaam 47] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en
[bestandsnaam 48] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en
[bestandsnaam 49] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5)
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1. Het medeplegen van: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;

2. Een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in het bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

De rechtbank dient vervolgens een oordeel te geven over de strafbaarheid van de verdachte en te bepalen of aan de verdachte al dan niet een straf en/of maatregel dient te worden opgelegd en zo ja, welke straf en/of maatregel passend is. Bij de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek ten aanzien van deze vragen niet volledig is geweest. De rechtbank acht zich onvoldoende voorgelicht omtrent de persoon van de verdachte en het daarmee samenhangende recidiverisico.
In het niet ondertekende vroeghulprapport (NIFP-consult) van 30 januari 2015 is door psychiater W.V. Sewbalak gerapporteerd dat de verdachte direct te kennen gaf dat hij – op aanraden van zijn advocaat – niet mee wilde werken aan psychiatrisch of psychologisch onderzoek en geen vragen wilde beantwoorden die daar betrekking op hebben. De psychiater heeft geconcludeerd dat op basis van het beperkte psychiatrische onderzoek en de beschikbare stukken een autistische problematiek of persoonlijkheidsproblematiek niet uitgesloten kan worden.
Op 9 juni 2015 heeft gezondheidszorgpsycholoog drs. J.F.L.M. van Kemenade gerapporteerd dat de verdachte geen medewerking verleende aan een pro justitia psychologisch onderzoek. Voorts heeft de verdachte te kennen gegeven dat er in de toekomst een moment kan komen waarin hij het opportuun acht wel aan een dergelijk onderzoek deel te nemen. De psycholoog heeft geen aanwijzingen dat de verdachte zijn deelname aan het onderzoek op pathologische gronden weigerde. De psychoog heeft wegens de weigering van de verdachte de gestelde vragen niet kunnen beantwoorden.
Het onderzoek in deze zaak biedt als gevolg van verdachtes weigerachtige houding aldus geen, althans onvoldoende inzicht in zijn persoon.
Uit de justitiële documentatie d.d. 25 mei 2016 blijkt dat de verdachtein 2002 is veroordeeld voor het medeplegen van een gewoonte maken van onder meer het verspreiden van kinderporno in de periode van 1 januari 1999 tot en met 11 juni 2002 te [plaatsnaam] tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Gedurende de proeftijd van twee jaren moest de verdachte zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dat inhield een behandeling bij de forensische-psychiatrische poli- en dagkliniek van het DOK. De rechtbank heeft thans geen enkel inzicht verkregen in de wijze waarop dit reclasseringstoezicht is verlopen.
Uit het dossier komt naar het oordeel van de rechtbank een aantal zorgwekkende feiten en omstandigheden naar voren. In 2002 heeft de verdachte (in zijn verhoor van 12 juni 2002 om 10:00 uur) verklaard dat het kijken naar kinderporno hem opwindt en dat zijn fantasie zich hoofdzakelijk beperkt tot meisjes tussen de 8 en 11 jaar, maar daarbuiten ook wel met jongetjes van dezelfde leeftijd. In het verhoor van 12 juni 2002 om 15:30 uur verklaart de verdachte dat hij zich er terdege van bewust is dat het iets afwijkends is en dat hij zichzelf stabiel genoeg acht om in de toekomst weerstand aan die gevoelens te bieden. Uit de bewezenverklaring van de thans tenlastegelegde feiten volgt echter dat de verdachte na zijn veroordeling en vrijlating vrijwel onmiddellijk – nog in zijn proeftijd – is doorgegaan met het verspreiden en bezit van kinderporno.
Op basis van berichten die zijn aangetroffen kan volgens de politie mogelijk worden opgemaakt dat de verdachte pedofiel is. In het dossier zijn voorts aanwijzingen te vinden dat de verdachte actief is geweest op meerdere pedofiele netwerken en als [nickname 1] mogelijk een voorkeur heeft voor extreme vormen van kinderporno waaronder “toddler hurtcore”. Daarnaast lijkt de verdachte contact te onderhouden met mensen – ook in het buitenland – die interesse hebben in kinderporno of in het seksueel misbruik van kinderen. Er zijn kortom aanwijzingen dat de verdachte zich in een omgeving bevindt van pedofielen, terwijl er voorts aanwijzingen te vinden zijn dat de verdachte de wens heeft om naar het buitenland te vertrekken.
De verdachte heeft ter terechtzitting bij zijn laatste woord ontkend dat hij pedofiel is. De verdachte is bij de behandeling ter terechtzitting echter niet inhoudelijk in gesprek gegaan met de rechtbank en heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen. De rechtbank heeft derhalve op basis van het verhandelde ter terechtzitting evenmin inzicht kunnen krijgen in de persoon van de verdachte.
De aard en de ernst van bewezenverklaarde feiten
,in samenhang bezien met het strafblad van de verdachte en de korte tijd waarbinnen hij na een detentie wederom strafbare feiten heeft gepleegd, alsmede de zorgelijke signalen uit het dossier, bieden aanleiding om in het kader van de strafoplegging tevens de maatregel van terbeschikkingstelling in overweging te nemen, hetzij met verpleging, hetzij met voorwaarden. De rechtbank vindt het huidige onderzoek daartoe echter ontoereikend.
De rechtbank acht zich daarom nu onvoldoende voorgelicht over de persoon van verdachte. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het noodzakelijk is dat een aanvullend onderzoek naar de geestvermogens van verdachte wordt ingesteld. In het belang van een correcte en zorgvuldige afdoening is naar het oordeel van de rechtbank, gelet op de weigering van de verdachte om mee te werken aan rapportages, observatie van de verdachte in het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) vereist. De rechtbank kan nu niet zelf bevelen dat de verdachte ter observatie zal worden overgebracht naar het PBC, aangezien de verdachte en zijn raadsvrouw niet – zoals is voorgeschreven in artikel 317 van het Wetboek van Strafvordering – ter zake zijn gehoord, noch tevoren het oordeel van één of meer deskundigen daaromtrent is verkregen. De rechtbank zal om die reden de zaak tegen de verdachte verwijzen naar de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank om de verdachte hieromtrent te horen en – als de rechter-commissaris dit evenals de rechtbank noodzakelijk acht – te bevelen dat de verdachte ter observatie zal worden overgebracht naar het PBC.
De rechtbank overweegt nog dat het hoogst ongelukkig valt te noemen dat niet in een eerder stadium de bovenstaande optie aan de orde is geweest, nu de zaak voorafgaande aan de inhoudelijke behandeling reeds 6 maal op zitting is geweest. Eén en ander neemt echter de nut en noodzaak thans niet weg. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat de verdachte, nu hij weet dat de rechtbank de feiten in deze zaak grotendeels bewezen acht, mogelijk wel mee wil werken aan een persoonlijkheidsonderzoek.
Om klemmende redenen dat de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, zal het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden worden geschorst.

8.Bijlagen

De in dit tussenvonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit tussenvonnis.

9.Beslissing

De rechtbank:
heropent het onderzoek ter terechtzitting;
schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd voor een termijn die langer is dan één maand, maar niet langer dan drie maanden, om de klemmende reden dat moet worden aangenomen dat een kortere termijn ontoereikend zal zijn voor het voltooien van het onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte;
de nadere terechtzitting dient plaats te vinden in
dezelfde samenstellingvan de rechtbank (mrs. Helmich, Havik, Spierings);
stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, teneinde verdachte in de gelegenheid te stellen te worden gehoord over de mogelijkheid van plaatsing
in het Pieter Baan Centrum;
de rechter-commissaris wordt voorts verzocht om na overleg met de officier van justitie en de raadsvrouw al datgene te doen wat hem in het belang van het persoonlijkheidsonderzoek geraden voorkomt;
bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tijdens een nog nader te bepalen terechtzitting;
beveelt de oproeping van de verdachte tegen de nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van de verdachte;
verzoekt de officier van justitie zorg te dragen voor het transport van de verdachte tegen de nadere terechtzitting.
Dit tussenvonnis is gewezen door:
mr. K. Helmich, voorzitter,
mr. E.M. Havik en mr. D.L. Spierings, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G.F. Meiland, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst gewijzigde nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te Hoek van Holland (gemeente Rotterdam) in elk geval in Nederland, en/of in het Verenigd Koninkrijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
(A)
(in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009)
afbeelding(en), te weten (een) foto('s) en/of (een) video(‘s) en/of (een) film(s)
heeft verspreid en/of
openlijk tentoongesteld en/of
en/of
(B)
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
heeft verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en))
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een kiem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
en/of
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
immers plaatste hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (op het internetforum [internetsite 1] PBF)
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 februari 2012)
- ( een) verwijzing(en)/link(s)s/url(s)naar die afbeeldingen en/of die bestanden en/of
- de/een bestand(en) (bijlage 23 B01-380, 393, 391 en fotomap bijlage 2) genaamd:
" [bestandsnaam 1] " (bijlage 2 onder 1) en/of
" [bestandsnaam 2] " (bijlage 2 onder 2) en/of
" [bestandsnaam 3] "
(bijlage 2 onder 3) en/of
" [bestandsnaam 4] "
(bijlage 2 onder 4) en/of
" [bestandsnaam 5] "
(bijlage 2 onder 5) en/of
" [bestandsnaam 6] " (bijlage 2 onder 6) en/of
" [bestandsnaam 7] " (bijlage 2 onder 7) en/of
" [bestandsnaam 8] ' (bijlage 2 onder 8) en/of
" [bestandsnaam 9] " (bijlage 2 onder 9) en/of
" [bestandsnaam 10] " (bijlage 2 onder 10) en/of
" [bestandsnaam 11] " (bijlage 2 onder 11)
en/of
(in of omstreeks de periode van 12 september 2014 tot en met 14 september 2014) (een) bestand(en), genaamd
- " [bestandsnaam 12] ", verwijzend naar
[bestandsnaam 12] en/of verwijzend naar bestand (preview) met de naam “ [bestandsnaam 12 jpg] ”
en/of
- een bestand en/of een bericht aangeduid als " [bestandsnaam 13]
" en/of (,verwijzend naar
(bijlage 35 B01-468 en B01-00022 en bijlage 34 B01-0465, 473, 474 en fotomap bijlage 3):
(het bestand) [bestandsnaam 12]
en/of de/het afbeelding(en) en/of de/het bestand(en) genaamd:
[bestandsnaam 14] en/of
[bestandsnaam 15] en/of
[bestandsnaam 16] en/of
[bestandsnaam 17] en/of
[bestandsnaam 18] en/of
[bestandsnaam 19] en/of
[bestandsnaam 20] en/of
[bestandsnaam 21] en/of
[bestandsnaam 22] .
en/of
(op of omstreeks 1 april 2013)
- ( een verwijzing/link naar) een bestand genaamd [bestandsnaam 23] (bijlage 38 B01-485 + fotomap bijlage 4)
en/of
beschikte hij, verdachte, over internetlinks op de gegevensdrager CY011.01.02.004 in txt bestanden, althans de bestandsnamen [bestandsnaam 24] en/of [bestandsnaam 25] en/of [bestandsnaam 26] en/of [bestandsnaam 27] , (bijlage 49 B01.0771)
en/of
stuurde hij, verdachte (op of omstreeks 25 augustus 2014)
de/het bestand(en) genaamd
[bestandsnaam 28] en/of
[bestandsnaam 29] . en/of
[bestandsnaam 30] .
(aanvulling eindpv p B01 1187,pv 26DLR14033-402 en p B01 1129 pv 26DLR14033-402)
van welk misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te Hoek van Holland (gemeente Rotterdam) in elk geval in Nederland, en/of in het Verenigd Koninkrijk
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(A)
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
in bezit heeft gehad
en/of
(B)
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
- en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
te weten
een harde schijf, merk Western Digital (bijlage 52 + 57) ( CY011.01.03.003) (fotomap bijlage 7) en/of
een harde schijf Maxtor (CY011.01.02.004) (bijlage 51) (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
een harde schijf Maxtor, ( [gegevensdrager 3] ) (bijlage 41) (p 801 500, en bijiage 2 p 801 1051, 1055-1057aanv eindpv) en/of
een harde schijf Seagate [gegevensdrager 4] CY011.01.01.002 (p B01 508, p 801 1039, 1048 aanv eindpv) en/of
een I-phone CY011.01.01.011 (aanv eindpv bijlage 10 BO1 1185 ev) en/of
meerdere althans een dvd('s) (CY011.01.02.004, CY011.01.03.001, CY011.01.03.003, CY011.01.01.002, Cy011.01.01.002-20-06-2010.tib, CY01101030041_Disc0041,CY01101030041_Disc0071) (aanv eindpv bijlage 6 p 801 1116, 1117ev, 801 11260 ev))
heeft vervaardigd en/of
ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en))
te weten [bestandsnaam 31] en/of [bestandsnaam 32] en/of [bestandsnaam 33] (fotomap bijlage 7, 801-985 ev, 801-0992 ev) en/of
[bestandsnaam 34] (P 801-0350 + fotomap bijlage 1 (op Maxtor 500 GB uit computer 2010)) en/of
[bestandsnaam 35] (aanv eindpv p B01 1055) [bestandsnaam 50] (aanv eindpv p 801 1120)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een klem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
te weten [bestandsnaam 36] (p 801-0985 en 0992 en fotomap bijlage 7) en/of bestand [bestandsnaam 37] (aanv eindpv p 801 1056)
[bestandsnaam 38] (aanv eindpv 801 1121)
en/of
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
te weten [bestandsnaam 39] (B01-985 en 0992 en fotomap bijlage 7)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 40] (801-985 en 0992 collectiescan van ACDSee 5.0 en fotomap bijlage 7) en/of
[bestandsnaam 41] (aanv eindpv p B01 1057) en/of
[bestandsnaam 42] (aanv eindpv 801 1267)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
te weten [bestandsnaam 43] ,
en/of [bestandsnaam 44] , (p B01-0985 en 0992 collectiescan van ACDSee 5.0 en fotomap bijlage 7)
en/of [bestandsnaam 45] (aanv eindpv pB01 1057)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 46] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
[bestandsnaam 47] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
[bestandsnaam 48] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
[bestandsnaam 49] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot en met 20 januari 2015
te Hoek van Holland, in elk geval in Nederland, en/of Engeland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
- en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en),
te weten een harde schijf, merk Seagate (CY011.01.01.001.004) (p B01-0543 en fotomap bijlage 8)
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) waarbij een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar is/zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het door man vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een dier, te weten een hond en/of
- het door een man, likken van de geslachtsdelen van een dier, te weten een hond.