Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding van 21 september 2015, met 21 producties;
- de conclusie van antwoord, met één productie;
- het tussenvonnis van 17 februari 2016;
- vier nagestuurde producties van de zijde van [eiser] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 mei 2016, met daaraan gehecht:
- de door [eiser] ter zitting overgelegde aanstellingsbrief van 26 september 2011;
- de brief van 19 mei 2016 van de zijde van [eiser] met opmerkingen over het proces‑verbaal;
- de brief van 24 mei 2016 van de zijde van EUR met opmerkingen over het proces‑verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
- te verklaren voor recht dat de EUR aansprakelijk is voor het [eiser] op 10 september 2013 overkomen ongeval;
- de EUR te veroordelen alle door [eiser] als gevolg van het ongeval geleden en nog te lijden schade te vergoeden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- de EUR te veroordelen een voorschot op de schadevergoeding van € 25.000,00 aan [eiser] te betalen;
- de EUR te veroordelen in de proceskosten.
4.De beoordeling
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)