Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis (de brief) van 4 mei 2016,
- het proces-verbaal van comparitie van 20 juni 2016.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap onder firma Stad en Land Makelaars V.O.F. en twee gedaagden, waaronder een bestuurder van een besloten vennootschap. De eiseres, Stad en Land, vorderde betaling van een lening die was verstrekt aan de gedaagde vennootschap, die niet aan haar betalingsverplichtingen voldeed. De lening was vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst die op 22 april 2008 was gesloten. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde vennootschap in gebreke was gebleven en dat de bestuurder, [gedaagde 1], persoonlijk aansprakelijk was voor de schade die de eiseres had geleden. De rechtbank overwoog dat [gedaagde 1] als bestuurder van de vennootschap een ernstig verwijt kon worden gemaakt, omdat hij had nagelaten de vennootschap op een zodanige wijze te beheren dat deze aan haar verplichtingen kon voldoen. De rechtbank wees de vordering van Stad en Land toe en veroordeelde zowel de vennootschap als de bestuurder hoofdelijk tot betaling van de hoofdsom, rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders in het geval van wanbetaling door hun vennootschap en de voorwaarden waaronder zij persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld.