Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- de dagvaardingen van 23 december 2015, met producties;
- de akte overlegging producties van 13 januari 2016 van [eiser] ;
- de conclusies van antwoord van 24 februari 2016 van [gedaagde 3] en [gedaagde 4] , met producties;
- de brieven van 23 maart en 21 april 2016 waarbij de rechtbank partijen heeft opgeroepen voor een comparitie van partijen;
- het proces-verbaal van comparitie van 22 juni 2016 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De bedrijfsactiviteiten van De Drie Waerden bestonden erin dat zij handelde als assurantietussenpersoon bij de totstandkoming van verzekeringsovereenkomsten, alsmede als bemiddelaar bij financiële aanvragen van haar klanten. Ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten van 30 september 2005 bevond De Drie Waerden zich in een financieel benarde positie. De Drie Waerden had een negatief eigen vermogen van € 670.176,00, langlopende schulden van € 539.221,00 en kortlopende schulden van € 349.659,00. Nationale-Nederlanden had per 31 december 2005 een vordering op De Drie Waerden van € 193.234,00. Ten behoeve van Nationale-Nederlanden was stil pandrecht gevestigd op de vorderingen en inventaris en op de verzekeringsportefeuille van De Drie Waerden. Nationale-Nederlanden heeft in 2004 en 2005 gedreigd om de verzekeringsportefeuille van De Drie Waerden te verkopen om de openstaande schuld deels af te lossen. Dat zou het einde hebben betekend van De Drie Waerden. Om dit te voorkomen is De Drie Waerden de overeenkomsten met [eiser] aangegaan. De door [eiser] ter beschikking gestelde bedragen zijn aangewend om de schuld aan Nationale-Nederlanden gedeeltelijk af te lossen.
In 2004 had [eiser] de beschikking over enig vermogen ten behoeve van zijn (aanvullende) pensioenopbouw. In eerste instantie was dat vermogen belegd in effecten. De onzekerheid die met een dergelijke vermogensopbouw samenhing zat [eiser] niet lekker. Via zijn boekhouder kwam [eiser] in contact met De Drie Waerden. De Drie Waerden bood [eiser] een goede rentevergoeding over zijn inleg. [eiser] begreep het aldus dat De Drie Waerden de inleg zou doorlenen bij wijze van kortlopende financieringen aan ondernemers. Dat de gelden gebruikt zouden worden om de schuldenpositie van De Drie Waerden te verlichten, is [eiser] nooit medegedeeld. Omdat [eiser] zekerheid wenste voor de nakoming van de afspraken, heeft hij de toenmalige drie aandeelhouders/bestuurders van De Drie Waerden als borg mee laten tekenen.
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
1.421,00(1,0 punten × tarief € 1.421,00)
1.421,00(1,0 punten × tarief € 1.421,00)
5.De beslissing
[1729/
39]