ECLI:NL:RBROT:2016:6494

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2016
Publicatiedatum
19 augustus 2016
Zaaknummer
C/10/490706 / HA ZA 15-1239 hoofdzaak
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot voorlopige voorziening en uitwinning van vuistpand in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 augustus 2016 uitspraak gedaan in een incident betreffende een voorlopige voorziening op basis van artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De eiser, Wilbert Towercranes GmbH, had Alphatrans B.V. gedagvaard in verband met een geschil over de uitwinning van een vuistpand, namelijk een torenkraan. De rechtbank heeft vastgesteld dat Alphatrans vorderingen had op Wilbert Towercranes, maar dat de gevraagde voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van Alphatrans om de kraan te verkopen een onomkeerbare wijziging van de situatie zou opleveren, wat niet in overeenstemming was met het tijdelijke karakter van een voorlopige voorziening. De rechtbank weegt de belangen van beide partijen en concludeert dat de belangenafweging in het voordeel van Wilbert Towercranes uitvalt. De vordering van Alphatrans wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/496465 / KG ZA 16- 235 incident
zaaknummer / rolnummer: C/10/490706 / HA ZA 15-1239 hoofdzaak
Vonnis in incident ex art. 223 Rv van 10 augustus 2016
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
WILBERT TOWERCRANES GMBH,
gevestigd te Waldlaubersheim, Duitsland,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
verweerster in het incident,
advocaat mr. R.E. Jonen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALPHATRANS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M.C.V. Dornstedt te Hellevoetsluis.
Partijen zullen hierna Wilbert Towercranes en Alphatrans genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de ongedateerde dagvaarding, met producties, waarbij Alphatrans is gedagvaard op de rolzitting tegen 9 december 2015, alwaar deze vrijwillig is verschenen;
  • de incidentele conclusie tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties;
  • de incidentele conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van deze rechtbank van 8 juni 2016, waarbij een mondelinge behandeling in het incident is gelast op 12 juli 2016;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling – tevens comparitie van partijen in hoofdzaak – gehouden op 12 juli 2016.
1.2.
De uitspraak van het vonnis in incident is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Wilbert Towercranes heeft aan HTC Plant Ltd te Sheffield, Verenigd Koninkrijk, ten behoeve van een bouwproject een zogenaamde torenkraan verhuurd van het merk Wilbert Towercrane, type WT 650 Electronic Tower Crane.
2.2.
Wilbert Towercranes heeft aan Lammers Bouwmaterieel B.V. te Zeewolde (hierna: Lammers) opdracht gegeven om het vervoer van en naar London te verzorgen en de kraan op de bouwplaats in Londen op te bouwen en weer te demonteren na afloop van de huurovereenkomst.
2.3.
Lammers heeft Alphatrans na demontage opdracht gegeven om de kraan naar het zaaksadres van Wilbert Towercranes in Duitsland te transporteren.
2.4.
In artikel 7.10 van de Algemene bedrijfsvoorwaarden van Alphatrans, die van toepassing zijn verklaard op de vervoerovereenkomst tussen Lammers en Alphatrans, is bepaald:
“Opdrachtnemer is gerechtigd goederen, gelden en documenten, deze laatste in de meest ruime zin des woords jegens een ieder die daarvan afgifte verlangt terug te houden voor rekening en risico van Opdrachtgever en/of eigenaar tot alle vorderingen, al dan niet opeisbaar in welke valuta dan ook, van Opdrachtnemer zijn voldaan of wel bij doorzending der goederen het verschuldigde bedrag onder rembours te ontvangen en te verrekenen.”
2.5.
Alphatrans heeft de onderdelen van de kraan op trailers geladen en naar Rotterdam vervoerd. Alphatrans heeft vervolgens Lammers bericht dat zij het transport niet verder zou uitvoeren in verband met de achterstand in de betalingen van Lammers aan Alphatrans.
2.6.
Bij e-mailbericht van 3 augustus 2015 deelt de heer L. Deutekom van Alphatrans aan de heer M. Lammers van Lammers onder meer het volgende mee:
“Zoals daarnet telefonisch besproken zal Alphatrans per heden alle openstaande orders factureren.
Tevens zullen wij de goederen pas uitleveren nadat alles is voldaan.
Dit betekent dat wij als Alphatrans genoodzaakt zijn u op Cash upfront voorwaarden te gaan leveren.
Deze afspraak is tot stand gekomen door de huidige betaalachterstand.
Let wel dat we geen activiteiten meer uitvoeren en dat we niet verantwoordelijk gesteld kunnen worden voor eventuele gevolgschade. (…)”.
2.7.
Bij e-mailbericht van ‘5 augustus 2015 1:42 PM’ schrijft Alphatrans vervolgens aan Lammers:
“ Wanneer u vandaag de toegezegde 24K overmaakt en wij deze ook op onze bankrekening hebben mogen ontvangen kunnen wij weer voor u gaan rijden.”
2.8.
Bij e-mailbericht van ‘5 augustus 2015 14:01’ antwoordt Lammers aan Alphatrans het volgende:
“Dank voor uw bericht. Zojuist in een telefonisch gesprek hebben wij aangegeven dat uw omschrijving wat summier is, en derhalve een correcte bevestiging nodig hebben op onderstaande verzoek:
Indien Lammers Bouwmaterieel BV een bedrag van EUR 24.000,00 overmaakt aan Alphatrans BV, zullen de volgende transporten binnen 3 werkdagen afgeleverd worden:
EB15104541 t/m EB15104544 resp. de transporten naar Breda NL
en
EB15104684
EB15104705 t/m EB 15104715
Resp. de transporten naar Waldlaubersheim (D)
Zodra wij uw schriftelijke bevestiging hebben ontvangen, gaan wij direct over tot betaling en aanleveren van het betalingsbewijs.”
2.9.
Bij e-mailbericht van ‘5 augustus 2015 2:19 PM’ reageert Alphatrans als volgt:
“Als het de EUR 24.000,- vandaag op de rekening staat dan kunnen wij akkoord gaan met de onderstaande voorwaarden.”
2.10.
Bij e-mailbericht van diezelfde dag ‘14h 31 min 54 Central European Summer Time’ deelt Lammers van Alphatrans het volgende mee:
“Betaling is doorgevoerd.”
2.11.
Lammers heeft op 5 augustus 2015 aan Alphatrans een bedrag van € 24.000,- overgemaakt.
2.12.
Alphatrans deelt bij e-mailbericht van 7 augustus 2015 aan Lammers, voor zover van belang, het volgende mee:
“Zoals overeengekomen hebben wij het project Breda in zijn geheel uitgevoerd.
Wij hebben van u een betaling a.d. Euro 24.000,- mogen ontvangen welke wij op de oudste openstaande facturen hebben afgeboekt zoals verwerkt in onderstaand overzicht.
Volledigheidshalve hierbij de factuurnummers op welke de betaling is afgeboekt
(11506849/11506850/11506851/11506852/11506853/11506854/11506855/11506856/11507107/11507108).
(…)
Momenteel staan er nog 32 facturen open met een bedrag van euro 57.868,60.
Gaarne aangeven wanneer u deze gaat voldoen, zodat wij kunnen gaan beginnen met het uitleveren van de vrachten naar Waldlaubersheim (DE).”
2.13.
Alphatrans heeft het transport van de kraanonderdelen naar Waldlaubersheim te Duitsland niet hervat.
2.14.
Lammers is op 15 september 2015 failliet verklaard.
2.15.
Wilbert Towercranes heeft Alphatrans gesommeerd op 20 augustus 2015 om te bevestigen dat zij uiterlijk op 24 augustus 2015 het transport zal uitvoeren en de kraan zal afleveren aan Wilbert Towercranes. Alphatrans heeft aan dit verzoek niet voldaan.
2.16.
Wilbert Towercranes heeft Alphatrans in kort geding gedagvaard tegen de zitting van 11 september 2015.
2.17.
De voorzieningenrechter heeft bij vonnis van 24 september 2015 de vorderingen van Wilbert Towercranes afgewezen.
2.18.
Bij arrest van 8 maart 2016 heeft het Gerechtshof Den Haag Alphatrans veroordeeld tot afgifte van de kraanonderdelen die vallen onder de transporten EB5104684 en EB 15104705 t/m EB15104715 aan Wilbert Towercranes in Waldlaubersheim.
2.19.
Op 18 maart 2016 is de kraan (met alle daarbij behorende onderdelen) bij Wilbert Towercranes aangekomen en gelost.

3.Het geschil in het incident

3.1.
Alphatrans vordert bij wege van voorlopige voorziening en uitvoerbaar bij voorraad, Alphatrans ter zake van haar vorderingsrecht en het aan haar toekomende retentierecht en het recht van vuistpand, toe te staan dat retentierecht en vuistpand uit te winnen en derhalve toe te staan de partijen genoegzaam bekende kraan/kraandelen te (doen) verkopen op de gebruikelijke wijze en met inachtneming van de daartoe geldende vereisten althans op een wijze zoals de rechtbank meent in goede justitie te behoren en voorts
toe te staan om zich bij voorrang op de verkoopopbrengst van de kraan/kraandelen te verhalen onder de verplichting een eventueel batig saldo te storten onder een daartoe door de rechtbank aan te wijzen onzijdig persoon alsmede te veroordelen in de kosten van het incident, de advocaatkosten en nakosten daaronder begrepen.
3.2.
Ter nadere onderbouwing van deze vordering stelt Alphatrans – zakelijk weergegeven – dat haar vordering samenhangt met haar hoofdvordering in reconventie tot betaling van achterstallige vrachtpenningen ten bedrage van € 58.576,10, € 12.000,00 ter zake transportkosten van de kraan, € 94,200,00 aan verschuldigde huur kade en € 131.880,00 ten titel van schadevergoeding in de vorm van omzetdervingen en deze vordering voor toewijzing gereed ligt omdat:
a) de omvang van de vordering van Alphatrans niet ter discussie staat,
b) op de vervoersovereenkomst de algemene voorwaarden van toepassing zijn,
c) waaruit niet enkel een (verlengd) retentierecht volgt ten behoeve van Alphatrans – dat zij tevens mag inroepen jegens Wilbert Towercranes – maar tevens een recht van vuistpand en
d) het recht en de bevoegdheid om dat vuistpand te executeren en derhalve tot het uitwinnen/verkoop van de kraan (kraanonderdelen) daarvan om niet op de opbrengst te mogen verhalen.
Omdat de schade ter zake van de opslag iedere dag oploopt en Wilbert Towercranes en Lammers niet bereid zijn de vorderingen in der minne te voldoen heeft Alphatrans recht en spoedeisend belang bij deze voorlopige voorziening.
3.3.
Wilbert Towercranes voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, met veroordeling van Alphatrans in de kosten van het incident, waaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten met ingang van de veertiende dag na datum vonnis.
3.4.
Wilbert Towercranes voert daartoe – kort samengevat – aan dat het gevraagde verzoek niet past binnen de kaders van artikel 223 Rv, omdat wanneer de kraan door Alphatrans zou mogen worden verkocht dat een onomkeerbare wijziging van de situatie oplevert, dat van de vereiste wettelijke samenhang niet is gebleken en dat een eventueel retentierecht en een eventueel vuistpandrecht zijn geëindigd nu doordat Alphatrans de kraan als gevolg van het arrest van het hof niet meer feitelijk onder zich heeft.

4.De beoordeling in het incident

4.1.
Het gaat hier om een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening binnen het kader van een bodemprocedure als bedoeld in artikel 223 Rv. De voorziening geldt slechts voor de duur van het geding, dat wil zeggen tot het moment waarop uitspraak in de hoofdzaak wordt gedaan. Als minimumvereiste voor toewijzing van een dergelijke vordering geldt allereerst dat een dergelijke vordering moet samenhangen met de hoofdvordering. Daarnaast is vereist dat eiser voldoende belang heeft bij zijn incidentele vordering voor de duur van de bodemprocedure, in die zin dat van de eiser niet gevergd kan worden dat hij de afloop van de bodemzaak afwacht. De rechter dient vervolgens, evenals in kort geding, de belangen tussen partijen af te wegen tegen de achtergrond van de te verwachten resterende duur van de hoofdzaak, en van de proceskansen daarin.
4.2.
Naar het oordeel van de rechtbank hangt de thans gevorderde voorziening Alphatrans toe te staan over te gaan tot uitwinning van de door haar gepretendeerde rechten in voldoende mate samen met de op basis van deze rechten in reconventie in de hoofdzaak gevorderde betaling tot achterstallige vervoerpenningen, verschuldigde kade huur en schade in de vorm van omzetderving. Bij een voorlopige voorziening als zodanig heeft zij ook voldoende belang. De voorziening als thans gevorderd is echter een te vergaande maatregel die zich niet verdraagt met het tijdelijke karakter van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 223 Rv. Immers, wanneer de rechtbank dit toe zou staan ontstaat een onomkeerbare situatie die bij een voor Alphatrans nadelige uitspraak in hoofdzaak zich niet meer ongedaan laat maken. Daar komt bij dat de litigieuze kraan - naar Wilbert Towercranes onweersproken ter zitting heeft gesteld - een contante waarde heeft van 1,6 miljoen euro, een bedrag dat vele malen hoger is dan de in reconventie in de hoofdzaak door Alphatrans gevorderde geldbedragen, terwijl voorshands – gelet op de gemotiveerde betwisting door Wilbert Towercranes – niet zeker is dat de reconventionele vordering in hoofdzaak zal worden toegewezen. De belangenafweging valt dan ook uit ten nadele van Alphatrans.
4.3.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de provisionele vordering worden afgewezen.
4.4.
Alphatrans zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
4.5.
De gevorderde nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen op de wijze zoals hierna in de beslissing vermeld.

5.De beslissing in het incident

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt Alphatrans in de kosten van het incident, aan de zijde van Wilbert Towercranes tot op heden begroot op:
- € 452,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na datum vonnis,
en indien Alphatrans niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de veroordeling voldoet:
- € 131,00 aan nakosten, verhoogd met € 68,00 aan betekeningskosten in het geval betekening van de executoriale titel plaatsvindt, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Heevel en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2016. [1]
1515/1182

Voetnoten

1.type: